Konijn (soort): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Joris (overleg | bijdragen)
Tekst vervangen door "KONIJNEN ZIJN VET GAAF !!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!"
Regel 1:
KONIJNEN ZIJN VET GAAF !!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!
{{Taxobox zoogdier|naam=Konijn
|status=Veilig
[[Afbeelding:C:\Documents and Settings\Aat Kroek\Mijn documenten\8 - Mijn afbeeldingen\Winanda]]
|afbeelding=Rabbit DSC00382.JPG
|afbeeldingtekst=
|orde=[[Lagomorpha]] (Haasachtigen)
|familie=[[Leporidae]] (Hazen en konijnen)
|geslacht='''''Oryctolagus'''''
|auteur geslacht=[[William Lilljeborg|Lilljeborg]]
|datum geslacht=1874
|w-naam=''Oryctolagus cuniculus''
|auteur=[[Carolus Linnaeus|Linnaeus]]
|datum=1758
|afbeelding2=[[afbeelding:Oryctolagus cuniculus geographical distribution.jpeg|250px|Leefgebied konijn]]
|afbeelding2tekst=Verspreidingsgebied wild konijn
}}
Het '''konijn''' (''Oryctolagus cuniculus'') is een [[zoogdier]], behorende tot de orde der [[haasachtigen]] (Lagomorpha). Hoewel het oppervlakkig op een [[knaagdier]] lijkt, behoort het konijn dus niet tot de knaagdierenorde. Het is de enige soort uit het geslacht '''''Oryctolagus'''''. Het konijn wordt veelvuldig gehouden als [[huisdier]].
 
De grootte van het konijn zit tussen die van de [[echte hazen]] en de [[fluithazen]] in. De achterpoten van het konijn zijn relatief veel korter dan die van de hazen, maar langer dan die van de fluithazen. De buik is veel lichter van kleur dan de rug, vaak wit van kleur. Ook de onderzijde van de staart en de poten is wit. Het konijn leeft enkel van plantaardig voedsel. Ook eet het konijn zijn eigen keutels op ([[coprofagie]]).
 
== Voedster en rammelaar==
Een "voedster" of "moer" is een vrouwelijk konijn. Deze zijn naast het verschil in [[geslachtsorgaan|genitaliën]] van mannelijke konijnen (rammen) te onderscheiden doordat hun lijf langer is en de kop minder grof. Bij jonge konijnen is dit onderscheid moeilijker. De voedster is over het algemeen rustiger dan een ram, behalve wanneer ze drachtig is; dan kan zelfs het liefste konijn behoorlijk uitvallen en je een ferme beet bezorgen.
 
De "rammelaar" of "ram" is het mannelijk konijn. Deze zijn temperamentvoller dan de voedsters. De rammelaar is meestal dikker en zwaarder en heeft een bredere kop.
De voedsters zijn meestal juist iets koppiger en kunnen, als ze net jongen hebben gekregen, behoorlijk agressief zijn. Daarom kun je het beste als je haar wilt oppakken eerst je geur aan haar laten ruiken, die haar dan waarschijnlijk bekend voorkomt, zodat ze rustiger wordt.
 
==Tam konijn==
[[afbeelding:cinamon.JPG|right|200px]]
Het konijn is in een vrij groot aantal vormen [[domesticatie|gedomesticeerd]] (tot huisdier gekweekt). Bij de gedomesticeerde vormen worden volgens de Nederlandse standaard de diverse [[dierenras|rassen]] onderscheiden: zie [[Lijst van konijnenrassen]].
 
Het konijn werd in de Romeinse tijd gedomesticeerd. Eerst werd het dier gehouden voor het vlees en de vacht, later ook als [[gezelschapsdier]]. De Romeinen hielden het konijn in parkjes met hoge muren, de zogenaamde ''leporaria''. Behalve volwassen dieren aten zij ook pasgeboren konijntjes, die als [[delicatesse]] werden beschouwd. In [[Middeleeuwen|Middeleeuwse]] [[klooster]]s werd voor het eerst melding gedaan van kleurmutaties. Pas in het midden van de [[negentiende eeuw]] werden konijnen ook als hobbydier gehouden, waarbij er speciale konijnententoonstellingen werden gehouden. Pas na de [[Tweede Wereldoorlog]] is het konijn een populair gezelschapsdier.
 
=== Uiterlijk ===
Konijnenrassen variëren zeer van grootte, kleur, vachtlengte en de stand van de oren. Een groot ras zoals de [[Vlaamse reus]] kan meer dan acht kilogram wegen bij een kop-romplengte van minimaal 65 centimeter, terwijl dwergkonijntjes nauwelijks een kilogram wegen. Het gewone konijn weegt ongeveer anderhalf tot twee kilogram.
 
Tamme dieren kunnen allerlei kleuren hebben: wit, bruin, roestbruin, zwart, grijs, blauw, agouti, etc. Ook zijn er dieren met meerdere kleuren en opvallende tekeningpatronen, als gevlekte konijnen. Over het algemeen hebben tamme konijnen een korte vacht, maar het [[Angorakonijn]] heeft juist een snelgroeiend [[wol]]. Kruisingen tussen wilde en tamme konijnen brengen meestal sterke, veelbehaarde jongen voor die ook allerlei kleuren kunnen hebben.
 
=== Ziekten en problemen ===
[[Afbeelding:RabbitMyxomatoseHead.JPG|thumb|right|250px| Konijn met [[myxomatose]]]]
Konijnen zijn heel kwetsbaar voor ziekten en dan vooral voor [[myxomatose]] en [[VHS (ziekte)|VHS]], twee virusziekten. Als een konijn zo'n ziekte eenmaal heeft, is het meestal niet meer te redden. Tamme konijnen moeten dus ook ingeënt worden tegen deze ziekten: eenmaal per jaar tegen VHS en tweemaal tegen myxomatose.
 
Er zijn ook enkele veel voorkomende problemen bij konijnen waaronder "[[olifantentanden]]". De tanden van een konijn groeien altijd door en een konijn slijt deze af door aan takjes en dergelijke te knagen. [[Wilg]]entakken zijn hiervoor het meest geschikt, aangezien het hout daarvan niet splintert. Dieren die niet voldoende te knagen hebben, krijgen zeer lange tanden, waardoor de dieren hun mond niet kunnen dichtdoen, wat de dieren verhindert te eten. De dieren zullen verhongeren als de tanden niet door bijvoorbeeld een [[dierenarts]] worden teruggeslepen. Tanden knippen (in plaats van slijpen) is niet geheel zonder gevaar. De tanden kunnen splijten of barsten en onstekingen met abcesvorming veroorzaken. Daarom is het beter ze af te slijpen. Het is nog beter om de tanden van het konijn te laten verwijderen door een dierenarts. Er moet dan wel rekening worden gehouden dat het voedsel van het konijn dan in kleine hapklare brokken wordt aangeboden.
 
Een minder vaak voorkomend probleem bij te dikke dieren, oudere dieren en dieren die een onjuist dieet krijgen, is een klomp nachtkeutels die aan het achterste blijft kleven. Dit is te voorkomen door de konijnen het juiste dieet te geven. Mocht het toch voorkomen, is dit het best te verwijderen door het dier te badderen in een lauw waterbadje. Een bezoek aan de dierenarts is eveneens aan te raden, vooral als de keutels niet verwijderd kunnen worden. In de lente, zomer en herfst kunnen er [[made (larf)|maden]] op de uitwerpselen afkomen. In deze tijd moet er zeker naar de dierenarts worden gegaan, omdat het konijn anders van binnenuit wordt opgegeten.
 
=== Verzorging ===
[[afbeelding:konijnen-wild.JPG|right|thumb|300px|Tamme konijnen in een buitenren]]
Konijnen zijn van huis uit groepsdieren, echter is het niet verstandig om meerdere dieren in een ren te houden. Konijnen kunnen rivaliserend gedrag gaan vertonen in kleinere ruimtes, wat uit kan lopen op hevige gevechten. Dit is niet per definitie zo, maar meestal wordt aangeraden om twee konijnen te houden. Als je aan twee dieren wilt beginnen is de beste combinatie een [[castratie|gecastreerd]] mannetje met een gesteriliseerd vrouwtje.
 
Redenen om een voedster (al is de ram gecastreerd) toch te laten steriliseren:
 
Tegen die tijd dat een voedster 4-5 jaar is heeft zij - mede afhankelijk van het ras - een kans van 50-80% om te sterven aan baarmoeder(hals)kanker. Het bakerpraatje dat dit niet zo zou zijn als zij een nest heeft gehad moet krachtig uit de wereld geholpen worden. Aantasting van de baarmoeder door kanker en ontstekingen is helaas zeer veel voorkomend. Dring er dan ook op aan dat bij sterilisatie OOK de baarmoeder (al is het maar deels) wordt verwijderd - want dit is niet altijd standaard het geval.
 
Konijnen kunnen zowel binnen als buiten leven in een hok. Konijnen kunnen wel tegen kou maar niet tegen tocht, nattigheid, felle zon en vrieskou. Je kunt dus beter je konijn in de winter in een schuur zetten waar het niet zo koud is. Je moet het konijn nooit vanuit een koude schuur zo bij de warme kachel zetten want de kans is groot dat hij het dan niet overleeft.
Konijnen kunnen ook makkelijk binnen leven. De dieren zijn erg schoon en verspreiden geen nare luchtjes, zolang je de kooi maar op tijd schoon maakt. Omdat konijnen veel lichaamsbeweging nodig hebben moet je ze regelmatig los laten lopen in een grote (buiten)ren of in de kamer, zolang de dieren niet bij giftige planten en bedrading kunnen komen. Bedrading kan worden weggewerkt in plinten en goten.
Konijnen zijn uitzonderlijk zindelijke dieren. Het is overbodig om ze in bad te doen. Je moet je konijn iedere week even borstelen. Dit is goed voor de [[bloedsomloop]] van het konijn en de oude haren worden verwijderd. De tanden van het konijn groeien altijd door en ze moeten dus af kunnen slijten. Het beste is veel [[hooi]] en takken waarop ze kunnen knagen. Te lange tanden hinderen het konijn bij het eten. De nagels van het konijn moet je elke twee à drie maanden knippen.
 
Het beste is om kleine stukjes van zoveel mogelijk verschillende [[groente]]n tegelijk te geven, in plaats van veel van één soort groente. De wilde konijnen in de natuur eten ook heel gevarieerd en eten overal een klein beetje van.
Voorbeelden van goede groenten om te geven zijn: [[andijvie]], [[veldsla]], [[broccoli]], [[venkel]], [[bleekselderij]], [[knolselderij]], [[koolrabi]], [[wortel (plant)|wortelen]] en wortelloof, het loof van [[radijs]]jes, blaadjes [[witlof]], [[paksoi]], [[waterkers]], aangevuld met een takje [[peterselie]] of [[selderie]].
Er zijn in de natuur nog veel meer kruiden en planten die goed zijn voor konijnen, als [[weegbree]], [[Duizendblad (Geslacht)|wilde achillea]], [[herderstasje]], [[boerenwormkruid]], [[absint]], de bloemen en het blad van de [[paardenbloem]], [[brandnetel]] etc. De jonge toppen van de brandnetel zijn zeer gezond, maar ze moeten wel eerst een dag liggen om de "brand" eruit te laten gaan.
 
Groenten die niet gegeven moeten worden: [[prei]], [[Ui (bolgewas)|ui]], [[bieslook]], [[bonen]], [[erwt]]en, [[maïs]], vaste [[kool (plant)|kool]], [[spruitjes]]. Teveel [[klaver]] geeft ook problemen, net zoals veel nat gras. Afgemaaid [[grassenfamilie|gras]] mag nooit gegeven worden, geplukt of geknipt lang gras wel.
Met koolsoorten en [[sla]] moet je voorzichtig zijn, omdat een konijn daar heel snel [[gasvorming]] van krijgt, wat ook weer dodelijk kan zijn. Het is beter om van de koolsoorten beetje [[bloemkool]] en 's winters [[Boerenkool (groente)|boerenkool]] te geven.
 
=== Huisvesting ===
De hokken die vaak in dierenwinkels en doe-het-zelf zaken worden verkocht zijn eigenlijk te klein om een konijn continu in te huisvesten. Konijnen hebben ruimte nodig om te rennen, te springen en te spelen, maar ook om voor elkaar weg te vluchten. Je kunt rustig uitgaan van minimaal 1 a 2 vierkante meter per konijn. Hokken die voor kippen gebruikt worden zijn met wat kleine aanpassingen vaak zeer geschikte konijnenhokken. De dierenwinkel hokken zijn overgens met toevoeging van een ren ook geschikt.
 
Konijnen hebben de behoefte om te spelen. Ze zullen speelgoed erg op prijs stellen. Geschikt speelgoed is o.a.: een kartonnen doos met een gat erin (leuk om in te kruipen/bovenop te springen), lege w.c. rolletjes (om mee te gooien), een tennisbal aan een touwtje ophangen (om tegenaan te botsten), rotanballetjes (om te knagen en om te gooien), een oud telefoonboek (om te scheuren), een grote bak met aarde (om in te graven/wroeten), wilgentakken (om op te knagen), een stuk oud tapijt (om te krabben). Het speelgoed zal gesloopt worden, dan weet je zeker dat het konijn het leuk vind. Haal papier en kartonen speelgoed weg als het konijn het daadwerkelijk opeet, dit kan verstoppingen veroorzaken.
 
==Wild konijn==
[[Afbeelding:Wild rabbit US 2.jpg|thumb|250px|right|Wild konijn]]
 
Het wild konijn heeft een [[kop-romplengte]] van 34 tot 50 centimeter en een [[lichaamsgewicht]] van 1,2 tot 2,5 kilogram. Het staartje is 4 tot 8 centimeter lang. Wilde konijnen hebben voornamelijk een grijsbruine kleur, wildkleur of [[agoeti (kleur)|agouti]] genaamd. De dieren hebben ook een roodbruine vlek in de nek. De oren hebben een bruin puntje, de bovenzijde van de staart is zwartbruin. De buikzijde is blauwig grijs van kleur, de onderzijde van de staart is wit. Deze valt zeer op als hij wordt opgewipt. Bij het wilde konijn zijn de oren minder lang dan de lengte van de kop.
 
===Leefwijze===
Het konijn is een dagdier, maar bij veel verstoring overdag is hij over het algemeen 's nachts en in de schemering actief. Het konijn leeft van een grote variatie aan plantaardig voedsel: grassen, kruiden, loten, knollen, bast en akkergewassen als [[graan]] en kool. Ook eten ze hun eigen uitwerpselen ([[coprofagie]]). Zonder de mogelijkheid om zijn eigen keutels te eten zal een konijn binnen drie weken sterven.
 
Het konijn leeft in grote groepen in een uitgebreid gangenstelsel. Het konijnenhol wordt meestal aangelegd in een heuvel of een andere helling, als een [[Duin (geografie)|duin]]. De ingang heeft een [[diameter]] van tien tot vijftig centimeter. In Noordoost-[[Schotland]] legt hij ook "[[leger]]s" aan, als een haas. Ze wagen zich zelden verder dan 400 meter van het hol af.
 
Bij lage dichtheden leeft het konijn in paarverband, bij hoge dichtheden in groepen van ongeveer twintig volwassen dieren en hun jongen. Binnen zo'n groep vormen zich subgroepjes, bestaande uit één tot vijf mannetjes en één tot zes vrouwtjes. Zo'n subgroepje heeft zijn eigen graasplek, die hij meestal verdedigt tegen andere dieren. Binnen een groep heerst een [[rangorde]], waarbij de dominante dieren de beste nesten betrekken, vlakbij het centrum van de kolonie. De jongen van dominante dieren staan later vaak ook hoog in de [[hiërarchie]].
 
[[Territorium (dieren)|Territoria]] worden gemarkeerd door [[geurklier]]en onder de kin, [[urine]] en hopen keutels. De dominante mannetjes binnen een groep hebben de grootste klieren en zijn verantwoordelijk voor het meeste markeren. Bij gevaar stampt het konijn met zijn achterpoten.
 
Het konijn kan zich het gehele jaar door voortplanten, maar de meeste jongen worden tussen februari en augustus geboren. Tussen september en oktober is het aantal konijnen het hoogst. Per jaar kan een vrouwtje drie tot zeven worpen krijgen, met een minimum [[interval (tijd)|interval]] van dertig dagen. Na een [[draagtijd]] van 28 tot 33 dagen worden drie tot twaalf (gemiddeld vijf) jongen geboren.
 
Jongen worden geboren in een aparte ondergrondse nestkamer, die ligt aan het uiteinde van een één à twee meter lange gang. Het nest waarin de jongen worden geboren bestaat uit gras en mos en is bedekt met vacht uit de buik van de moeder. Onderdanige vrouwtjes leggen meestal simpelere holen aan waar de jongen worden geboren. Ze zijn bij de geboorte kaal en blind, en wegen 30 tot 35 gram. Na tien dagen gaan de ogen open. Ze worden 28 dagen lang [[zogen|gezoogd]]. Het moerkonijn bezoekt de jongen slechts vijf minuten per dag om ze te zogen.
 
Het mannetje beschermt jonge konijnen tegen andere konijnen, die zich agressief kunnen gedragen tegenover vreemde jongen en deze zelfs doden. In gevangenschap komt het echter regelmatig voor dat het mannetje zelf de jongen doodt. Vrouwtjes zijn na 3,5 maand [[geslachtsrijp]], mannetjes na vier maanden. Jongen die vroeg in het jaar geboren worden, kunnen zich nog hetzelfde jaar voortplanten.
 
Het konijn wordt in het wild maximaal negen jaar oud. Tamme konijnen kunnen, mits goed verzorgd, wel 12 jaar oud worden.
 
=== Verspreiding ===
Oorspronkelijk komt het konijn enkel voor op het [[Iberisch Schiereiland]]. Spanje heeft zijn naam te danken aan het konijn. Toen de [[Phoeniciërs]] rond de [[11e eeuw v. Chr.]] het Iberisch Schiereiland bereikten, troffen ze daar veel konijnen aan. Omdat zij de dieren erg vonden lijken op de voor hun beter bekende [[klipdassen]], gaven ze de streek de naam 'i-saphan-im', het land der klipdassen. Deze naam is later door de [[Romeinse Rijk|Romeinen]] verbasterd tot 'Hispania'.
 
De Romeinen introduceerden het dier in het grootste deel van het [[Romeinse Rijk]]. Tegenwoordig wordt het in heel West-, Midden- en Zuid-[[Europa (continent)|Europa]] en [[Centraal-Azië]] aangetroffen op elk terrein waarin hij holen kan graven. Hij leeft van Zuid-[[Rusland]] en [[Oekraïne]] via [[Hongarije]], [[Tsjechië]], [[Duitsland]], [[Denemarken]] en de [[Alpen]] tot de [[Benelux]], [[Frankrijk]], de [[Britse eilanden]], [[Italië]] en het Iberisch Schiereiland. Ook in Zuid-[[Scandinavië]], [[Marokko]] en op enkele eilanden in de [[Middellandse Zee]], als de [[Balearen]], [[Corsica]], [[Sardinië]], [[Sicilië]], [[Malta (eiland)|Malta]] en [[Kreta]], komt het voor. Ook in [[Australië (land)|Australië]] komt het voor. Het wilde konijn leeft voornamelijk in graslanden, open weilanden, en [[Heide (vegetatie)|heide]]gronden, liefst met een droge, losse, zanderige bodem. Ook komt hij voor in open bossen, de rand van landbouwgebieden en zandduinen. Het konijn mijdt [[naaldbos]]sen.
 
Een [[virusziekte]], [[myxomatose]], was er in de [[1950-1959|jaren vijftig]] de oorzaak van dat het dier op vele plaatsen is verdwenen. Later is dat aantal weer toegenomen, doordat meer dieren resistent werden tegen het virus.
 
====De Benelux====
Het konijn kwam in Nederland en België veel voor in zandstreken, bossen en duinen, tot in [[1954]] door myxomatose de populatie daalde en op vele plaatsen het dier verdween.
Vanaf [[1994]] daalt de populatie in Nederland weer. In 2004 was er nog maar eenderde over van het aantal uit 1994. Ditmaal is waarschijnlijk een dodelijke variant van het [[RHD]] konijnenvirus de belangrijkste oorzaak. Ook de infrastructuur, de toenemende bebouwing van het [[biotoop]], myxomatose en de jacht spelen een grote rol bij de achteruitgang. Konijnen komen zelfs voor in grote steden zoals Amsterdam.
 
In België wordt het konijn bijna overal aangetroffen, uitgezonderd in [[Brussel (stad)|Brussel]] en een klein deel van (in het Noordoosten) van [[Vlaams-Brabant]]. Ook in sommige versnipperde stukjes van [[West-Vlaanderen]] is het konijn niet thuis.
Aangezien een groot deel van Vlaanderen een zanderige bodem heeft (waar het konijn graag in graaft) komt het konijn ook aan de kust voor en zijn er slechts enkele plaatsen waar het konijn niet aangetroffen wordt.
 
====Australië====
In Australië is het konijn in [[1859]] door de [[Engeland|Engelsen]] uitgezet voor de [[Jacht (activiteit)|jacht]]. Door het ontbreken van natuurlijke vijanden en de snelle voortplanting ontwikkelde zich al snel de Australische konijnenpopulatie tot een ware [[plaag]]. Tegenwoordig leven daar meer dan tweehonderd miljoen wilde konijnen. Dit heeft kwalijke gevolgen voor het land: hele stukken land worden kaalgegeten, waardoor [[inheems]]e diersoorten bedreigd worden omdat hun voedsel en schuilplaatsen verdwijnen. Ook ondervinden landbouwgebieden veel schade van het konijn. Toen bleek dat het konijn niet met jacht onder controle te houden was, werden natuurlijke vijanden als de [[vos]] uitgezet. De vos eet echter ook inheemse dieren. Later zijn specifieke dodelijke konijnenziekten als myxomatose naar het land gebracht om de plaag onder controle te krijgen. In sommige staten als [[Queensland]] is het verboden om konijnen te houden.
 
==Zie ook ==
* [[Haas (dier)|Haas]]
* [[Lagomorpha (taxonomie)|Indeling van de haasachtigen]]
* Het Chinese sterrenbeeld [[konijn (astrologie)|konijn]]
 
== Externe links ==
* [http://www.konijnen.nl Konijn als huisdier]
* [http://www.waarneming.nl/kaart.php?id=409 Kaart van Nederland met waarnemingen]
 
{{Commons|Oryctolagus cuniculus}}
 
[[Categorie:Dier uit het Palearctisch gebied]]
[[Categorie:Europese exoot in Australië]]
[[Categorie:Haasachtige]]
 
[[an:Coniello]]
[[ast:Coneyu]]
[[ca:Conill]]
[[cs:Králík divoký]]
[[da:Vildkanin]]
[[de:Wildkaninchen]]
[[en:European Rabbit]]
[[es:Oryctolagus cuniculus]]
[[fi:Kaniini]]
[[fr:Lapin de garenne]]
[[gl:Coello]]
[[he:ארנבון מצוי]]
[[hr:Patuljasti kunić]]
[[hu:Üregi nyúl]]
[[li:Europese knien]]
[[lt:Laukinis triušis]]
[[mt:Fenek Ewropew]]
[[pl:Królik europejski]]
[[ru:Европейский кролик]]
[[sv:Europeisk kanin]]
[[tr:Avrupa ada tavşanı]]