Errol Alibux: verschil tussen versies

In 1999 verklaarde William Thomas Wolfe, een getuige in de de drugszaak tegen Bouterse, dat hij voor handel in [[cocaïne]] niet alleen contact had met Bouterse, maar ook met minister Errol Alibux. Iets wat door Alibux werd ontkend. In december van trad [[Tjandrikapersad Gobardhan]] ([[Basispartij voor Vernieuwing en Democratie|BVD]]) af als minister van Financiën waarna Alibux die post erbij kreeg.

 

In juli 2000, kort na de algemene verkiezingen van 25 mei 2000, liet Alibux de Surinaamse staat een kantoorgebouw aan de Grote Combéweg in Paramaribo kopen voor vermeend 300.000 [[Amerikaanse dollar]] meer dan waarvoor het getaxeerd was. Hierna werd hij aangeklaagd wegens oplichting van de staat, valsheid in geschrifte en overtreding van de deviezenwet. De koopovereenkomst zou volgens de staatsjurist op 13 juli 2000 zijn ondertekend, terwijl de autorisatie op 13 juli en de goedkeuring voor de autorisatie op 18 juli zijn gesigneerd door Alibux. Dit betekent dat voordat de intentie bestond om de betaling aan te gaan, de autorisatie al was getekend.

Alibux werd in november 2003 tot een jaar celstraf onvoorwaardelijk gevonnist voor valsheid in geschrifte. Rechter Cynthia Valstein-Montnor, bijgestaan door collega’s Maurits de Miranda en R Rodriguez, achtte de overige ten laste gelegde feiten: oplichting van de Staat Suriname en overtreding van de Deviezenwet niet bewezen[http://www.dwtonline.com/website/nieuws.asp?menuid=37&id=12576].