Wolfsbarge: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Robbot (overleg | bijdragen)
k Robot-geholpen doorverwijzing: Aartsbisdom Utrecht
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
'''Wolfsbarge''' (soms: ''Wolfsbergen'') is een [[buurtschap]] in de gemeente [[Hoogezand-Sappemeer]] in de provincie [[Groningen (provincie)|Groningen]] in [[Nederland]]. Wolfsbarge is gelegen aan de weg [[N386]], ten zuiden van [[Kropswolde]] en ten oosten van het [[Zuidlaardermeer]]. De [[Semslinie]] is de zuidgrens van het gebied. Er staan slechts enkele woningen.
 
Ondanks dat er slechts enkele woningen staan,Wolfsbarge heeft Wolfsbarge een [[begraafplaats]] van 14 [[are]], grootwaarop meteen tientallenaantal gravenoorlogsgraven waaronder enkele uitvan het [[Gemenebest van Naties|Brits Gemenebest]].
 
In de [[Middeleeuwen]] werd hier [[veen (grondsoort)|veen]] afgegraven. Tot in de 20e eeuw was er voldoende restveen om tot [[Turf (brandstof)|turf]] te verwerken. Na de vervening werden de [[dalgrond]] vooral voor akkerbouw gebruikt.
 
== Geschiedenis ==
In [[1250]] verwierf dehet abdij[[klooster van [[Aduard]] grond nabij Wolfsbarge voor de aanleg van een kloosterkolonie (''Colonium Masterii''). In [[1262]] kocht de abdij percelen veen en weiland, gelegen aan de rivier de [[Hunze]], van [[Zuidlaren]].
 
In [[1262]] kocht de abdij percelen veen en weiland , gelegen aan de rivier de [[Hunze]], van [[Zuidlaren]].
InVanaf de [[Middeleeuwen]] werd hier het [[veen (grondsoort)|veen]] afgegraven. Tot in de [[20e eeuw]] was er voldoende restveen om tot [[Turf (brandstof)|turf]] te verwerken. Na de vervening werden de [[dalgrond]] vooral voor [[akkerbouw]] gebruikt.
 
Voor de turfstekers in het veen liet het [[klooster]] een [[kapel (gebouw)|kapel]] bouwen. In [[1268]] kwam de [[bisschop]] van [[Aartsbisdom Utrecht (Rooms-Katholieke Kerk)|Utrecht]] de kapel inwijden en noemde de kolonie Hotus Sancti Bernardi, de tuin van [[Sint BerhardusBernardus]]. In het jaar [[1282]] werd de kapel afgescheiden van de kerk van [[Noordlaren]], waarvoor de [[abdij]] van Aduard 2000 stenen als vergoeding aan de kerk van Noordlaren betaalde.(<ref>Register Feith, deel 1, 1282</ref>.) Wolfsbarge werd daarmee een van de [[kerspel|kerspellen]]en van het [[Gorecht]].
 
De kapel was gewijd aan de [[Maria (moeder Jezus)|Heilige Maagd]] Maria en werd daarom ook wel de Beatae Mariae Virginiskapel genoemd. De kapel is in de loop der tijden verloren gegaan. Vanuit de [[Rijksuniversiteit Groningen]] is in [[1937]] onderzoek gedaan naar de plaats waar de kapel zou hebben gestaan.
Voor de turfstekers in het veen liet het [[klooster]] een [[kapel (gebouw)|kapel]] bouwen. In [[1268]] kwam de [[bisschop]] van [[Aartsbisdom Utrecht (Rooms-Katholieke Kerk)|Utrecht]] de kapel inwijden en noemde de kolonie Hotus Sancti Bernardi, de tuin van [[Sint Berhardus]]. In het jaar [[1282]] werd de kapel afgescheiden van de kerk van [[Noordlaren]], waarvoor de [[abdij]] van Aduard 2000 stenen als vergoeding aan de kerk van Noordlaren betaalde.(Register Feith, deel 1, 1282.) Wolfsbarge werd daarmee een van de [[kerspel|kerspellen]] van het [[Gorecht]].
 
Het klooster van Aduard bezat te Wolfsbarge ook een kloosterboerderij, een zogenaamd [[voorwerk]], dat werd gepacht door een [[beklemming|meier]]. De huur die een meier aan het klooster diende te betalen werd uitgedrukt in schuiten turf. [[Turf (brandstof)|Turf]] werd naar de stad [[Groningen (stad)|Groningen]] vervoerd over de [[Hunze]].
De kapel was gewijd aan de [[Maria (moeder Jezus)|Heilige Maagd]] Maria, ook Beate Maria Virginis kapel genoemd.
 
Het klooster van Aduard bezat te Wolfsbarge ook een kloosterboerderij, een zogenaamd [[voorwerk]], dat werd gepacht door een [[beklemming|meier]]. De huur die een meier aan het klooster diende te betalen werd uitgedrukt in schuiten turf. [[Turf (brandstof)|Turf]] werd naar de stad Groningen vervoerd over de Hunze. De vaart op de Hunze werd beheerst door het Schuitenschuiversgilde. Buiten het Schuitenschuiversgilde om mochten alleen inwoners van [[Kropswolde]], Wolfsbarge en [[Westerbroek]] turf vervoeren, mits hun schepen minder capaciteit hadden dan die van het [[gilde (beroepsgroep)|gilde]]. Gildebroeders van het Schuitenschuiversgilde verwijderden ondiepten in de Hunze. TotVanaf [[1667]] bleef dit zo, daarna zoudennamen de aangrenzende [[marken]] het onderhoud van de Hunze onderhoudenover. DitDat gebeurde echter zo slecht dat de rivier als scheepvaartroute verviel, en tot aan het begin van de [[19e eeuw]] de Hunze bijna onbevaarbaar was.
De [[Rijksuniversiteit Groningen]] heeft in [[1937]], onderzoek gedaan naar de plaats waar de kapel zou hebben gestaan.
 
==Bronnen==
Het klooster van Aduard bezat te Wolfsbarge ook een kloosterboerderij, een zogenaamd [[voorwerk]], dat werd gepacht door een [[beklemming|meier]]. De huur die een meier aan het klooster diende te betalen werd uitgedrukt in schuiten turf. [[Turf (brandstof)|Turf]] werd naar de stad Groningen vervoerd over de Hunze. De vaart op de Hunze werd beheerst door het Schuitenschuiversgilde. Buiten het Schuitenschuiversgilde om mochten alleen inwoners van [[Kropswolde]], Wolfsbarge en [[Westerbroek]] turf vervoeren, mits hun schepen minder capaciteit hadden dan die van het [[gilde (beroepsgroep)|gilde]]. Gildebroeders van het Schuitenschuiversgilde verwijderden ondiepten in de Hunze. Tot [[1667]] bleef dit zo, daarna zouden de aangrenzende [[marken]] de Hunze onderhouden. Dit gebeurde zo slecht dat de rivier als scheepvaartroute verviel tot aan het begin van de 19e eeuw de Hunze bijna onbevaarbaar was.
<references />
Daarna ging het bergafwaarts met de ontginning van het veen.
 
[[Categorie:Hoogezand-Sappemeer]]