Parodiemis: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
BogaertB (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
BogaertB (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 11:
Parodietechnieken kunnen erin bestaan dat stemmen van het geparodieerde model worden toegevoegd of weggelaten, dat fragmenten van nieuw materiaal worden toegevoegd of dat aan het model alleen een fragment is ontleend bij de aanvang van elk misdeel. In zijn omvangrijke 22-delige ''El melopeo y maestro'' van [[1613]] geeft de Italiaanse [[muziektheorie|muziektheoreticus]] [[Pietro Cerone]] een aantal algemene richtlijnen bij het componeren van parodiemissen: elk van de misdelen moet bij de aanvang aan de bron ontlenen; de middelste sectie van het [[Kyrie]] moet van een bijkomend motief gebruikmaken; en sommige delen (bijvoorbeeld het tweede en derde deel van het [[Agnus Dei]]) hoorden helemaal los te staan van het model en vrij te worden gecomponeerd. Hij beval ook aan dat gebruik zou worden gemaakt van zoveel bijkomstige muzikale ideeën van het model als denkbaar is. <ref>Harvard Dictionary of Music, p. 609.</ref>
 
Enkele vroege voorbeelden van parodiemissen zijn de ''Missa 'Malheur me bat', '', de ''Missa 'Mater Patris', '' en de ''Missa 'Fortuna desperata','' van [[Josquin Desprez]]. Tegen het midden van de 16e eeuw was het aandeel van missen die in de parodietechniek waren gecomponeerd al zeer hoog.
{{bron|bronvermelding=
* Dit artikel is, onder het motto ''vind het warm water niet uit'', een getrouwe vertaling van het artikel op de Engelse Wikipedia, dat op zijn beurt gebruik maakt van de volgende bronnen: