Categorische imperatief: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k robot Erbij: pl:Imperatyw kategoryczny |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 1:
De '''categorische imperatief''' is een bekende gedachte uit de [[filosofie]] van [[Immanuel Kant]].
In zijn kennisleer onderscheidt [[Immanuel Kant|Kant]] de categorische imperatief van de [[hypothetische imperatief]]. De hypothetische imperatief is het praktische voorschrift dat in de praktijk werkzaam is; met andere woorden: in dit-en-dat geval moet men zus-en-zo handelen. Onder de categorische imperatief verstaat Kant de leidraad van het ''zedelijk'' bewustzijn, dat zich zowel van zijn eigen menselijke vrijheid bewust is als van de zedelijke vrijheid van alle andere mensen; daarnaast moet het volgen van deze leidraad
Centraal in Kants ethiek staat dus de ''zedelijkheid'' en centraal binnen de zedelijkheid staat de "goede wil". Zelf drukt hij het op de volgende manier uit: "Het is geheel en al onmogelijk om in de wereld en zelfs ook daarbuiten iets te bedenken dat zonder restrictie voor goed gehouden kan worden, behalve dan een goede wil" (Kant, openingszin ''Grundlegung zur Metaphysik der Sitten'', 1785). Over de categorische imperatief zegt hij dan ook: "(de categorische imperatief) ... betreft niet de materie van de handeling en hetgeen er uit moet volgen, maar de vorm en het principe waaruit zij zelf voorkomt en het wezenlijk goede ervan bestaat in de gezindheid, wat ook het resultaat moge zijn. Deze imperatief kan die van de ''zedelijkheid'' genoemd worden." (''Grundlegung'' p. 416)
|