Gebiedsontsluitingsweg: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
+categorieën
bronvermelding; kopjes
Regel 1:
Een '''gebiedsontsluitingsweg''' (GOW) is in de [[Wegen in Nederland|Nederlandse wegcategorisering]] een weg met gelijkvloerse kruisingen welke is bedoeld om landelijk of stedelijk gebied te ontsluiten. De wegvakken hebben hierbij een doorstroomfunctie, terwijl de gelijkvloerse kruispunten uitwisseling van verkeer mogelijk maken met lagere orde wegen. De term gebiedsontsluitingsweg is geïntroduceerd in het kader van de [[Duurzaam Veilig]] visie, welke een verdere structurele verbetering van de [[verkeersveiligheid]] beoogt, onder andere door wegen éénduidig te classificeren en in te richten als [[stroomweg]], gebiedsontsluitingsweg of [[erftoegangsweg]].
 
==Kenmerken van duurzaam veilig ingerichte gebiedsontsluitingswegen==
Gebiedsontsluitingwegen zorgen ervoor dat woonwijken, bedrijventerreinen, winkelcentra etc. [[bereikbaarheid|bereikbaar]] blijven. Zij moeten voor het verdelen en het verzamelen van verkeer zorgen. Het is volgens de Duurzaam Veilig filosofie echter ongewenst om uitritten van erven op gebiedsontsluitingswegen te laten uitkomen. Buiten de bebouwde kom mag er 80 km/h gereden worden, binnen de bebouwde kom 70 of 50 km/h. Het homogeniteitsprincipe leidt ertoe dat langzaam- en snelverkeer van elkaar moet worden gescheiden. Binnen de bebouwde kom kan dit door [[fietsstrook|fietsstroken]] of vrijliggende [[fietspad]]en aangelegd; buiten de bebouwde kom door parallele fietspaden of erftoegangswegen. Hierbij moet worden bedacht dat ook medegebruik van een gebiedsontsluitingsweg door langzaam landbouwverkeer ongewenst is. Bromfietsen vormen hier een aparte groep, binnen de bebouwde kom delen ze de weg met de auto's, buiten de bebouwde kom met de fietsers. Inhalen op gebiedsontsluitingswegen is ongewenst, met name buiten de bebouwde kom, hetgeen betekent dat het beste een dubbele asmarkering kan worden toegepast, eventueel gecombineerd met een moeilijk overrijdbare rijbaanscheiding.
Gebiedsontsluitingwegen zorgen ervoor dat woonwijken, bedrijventerreinen, winkelcentra etc. [[bereikbaarheid|bereikbaar]] blijven. Het is volgens de Duurzaam Veilig filosofie echter ongewenst om uitritten van erven op gebiedsontsluitingswegen te laten uitkomen.
 
GebiedsontsluitingwegenDe zorgen ervoor dat woonwijken, bedrijventerreinen, winkelcentra etc. [[bereikbaarheid|bereikbaar]] blijven. Zij moeten voor het verdelen en het verzamelen van verkeer zorgen. Het is volgens de Duurzaam Veilig filosofie echter ongewenst om uitritten van ervenmaximumsnelheid op gebiedsontsluitingswegeneen teGOW laten uitkomen. Buitenbuiten de bebouwde kom mag eris 80 km/h gereden worden, binnen de bebouwde kom 70 of 50 km/h. Het homogeniteitsprincipe leidt ertoe dat langzaam- en snelverkeer van elkaar moet worden gescheiden. Binnen de bebouwde kom kan dit door [[fietsstrook|fietsstroken]] of vrijliggende [[fietspad]]en aangelegd; buiten de bebouwde kom door parallele fietspaden of erftoegangswegen. Hierbij moet worden bedacht dat ook medegebruik van een gebiedsontsluitingsweg door langzaam landbouwverkeer ongewenst is. Bromfietsen vormen hier een aparte groep, binnen de bebouwde kom delen ze de weg met de auto's, buiten de bebouwde kom met de fietsers. Inhalen op gebiedsontsluitingswegen is ongewenst, met name buiten de bebouwde kom, hetgeen betekent dat het beste een dubbele asmarkering kan worden toegepast, eventueel gecombineerd met een moeilijk overrijdbare rijbaanscheiding.
 
De aanbevolen kruisingsvorm voor gebiedsontsluitingswegen onderling is een [[rotonde]] of kruispunt met [[verkeersregelinstallatie]] indien een hogere capaciteit vereist is. Kruispunten met andere wegen kunnen ook worden uitgevoerd als voorrangskruispunt of (binnen de bebouwde kom) als uitritconstructie.
 
==Bronnen==
*CROW (2001), Handboek Wegontwerp.
*SWOV (2005), Door met Duurzaam Veilig.
 
[[Categorie:Weg]]