Tempel van Apollo Sosianus: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Joris (overleg | bijdragen)
R. Veenman (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 18:
 
==Bouwgeschiedenis==
In [[431 v. Chr.]] werd een tempel voor [[Apollo (god)|Apollo]] Medicus (‘de Genezer’) opgericht op of bij de oudste cultusplaats voor Apollo in Rome, het zogenaamde ''Apollinar''. De bouw volgde na een gelofte die twee jaar eerder was gedaan door, toen de hulp van Apollo was ingeroepen om een vreselijke [[Pest (ziekte)|pestepidemie]] te stoppen. De tempel werd buiten het [[pomerium]] gebouwd, omdat Apollo een niet-Romeinse god was, die binnen de heilige grens niet vereerd mocht worden. De tempel werd ingewijd door Gnaeus Julius Mento, een voorouder van Julius Caesar.
 
De eerste tempel was vernield bij de [[Slag aan de Allia|Gallische invasie]] in [[387 v. Chr.]] en werd in [[353 v. Chr.]] gerestaureerd.
 
In 179 v. Chr. liet [[Marcus Aemilius Lepidus I|M. Aemilius Lepidus]] de tempel geheel herbouwen. Hij liet de tempel opnemen in een gezamenlijke constructie met een theater en een proskenion.
 
De succesvolle generaal [[Gaius Sosius]] mocht in 34 v. Chr. een [[triomftocht]] houden na overwinningen in het oosten. Uit dank gaf hij opdracht om de Tempel van Apollo Medicus te herbouwen. Dit was opmerkelijk omdat ongeveer tegelijkertijd [[Gaius Julius Caesar Octavianus|Octavianus]] de nieuwe grote [[Tempel van Apollo Palatinus|Tempel van Apollo op de Palatijn]] liet bouwen. Sosius was als aanhanger van [[Marcus Antonius]] een tegenstander van Octavianus en mogelijk probeerden zij elkaar zo te overtroeven. In [[32 v. Chr.]] brak de [[Romeinse Burgeroorlog|burgeroorlog]] uit tussen Octavianus en Antonius, waardoor Sosius gedwongen werd Rome te ontvluchten. Nadat Antonius verslagen was, werd Sosius vergeven en mocht hij terugkeren naar de hoofdstad, waar hij zijn tempel liet afbouwen. Vermoedelijk liet hij de tempel in Augustus' naam inwijden, maar deze stond sindsdien wel bekend als de Tempel van Apollo Sosianus.
 
Waarschijnlijk is de tempel in de late oudheid door een aardbeving of een vergelijkbare ramp getroffen en ingestort, waarna hij onder andere bebouwing is verdwenen.
Regel 37:
In de cella stonden kunstwerken die waarschijnlijk door Sosius zelf naar Rome waren gehaald: schilderijen van [[Aristides (kunstschilder)|Aristides van Thebe]], verscheidene standbeelden van Philiscus van Rhodos, een citerspelende Apollo van Timarchides, een standbeeld van Apollo van cederhout uit Seleucia en de beroemde Niobidengroep waarvan ook in de oudheid al niet meer bekend was of hij moest worden toegeschreven aan [[Praxiteles]] of [[Scopas van Paros|Scopas]].
 
OpAan de zuilenbuitenkant rustte op de zuilen een [[Architraaf (bouwkunst)|architraaf]] waarboven zich een rijk versierd fries bevond. Een deel hiervan is weer opgericht. Te zien zijn bucrania (ossenschedels) en [[kandelaber|kandelabers]] waartussen slingers hangen van lauriertakken (de laurier was aan Apollo gewijd).
 
==Frontonsculpturen==
In 1985 werd na langdurig onderzoek tijdens een tentoonstelling in de [[Musei Capitolini|Capitolijnse Musea]] een reconstructie gepresenteerd van de frontonsculpturen, die nu te zien is in het museum Centrale Montemartini. De beeldengroep stelt een Amazonomachie voor, een gevecht tussen Grieken en [[Amazone (mythologie)|Amazonen]]. Waarschijnlijk gaat het in dit geval om het 9e werk van [[Herakles]], waarbij hij de gordel van [[Hippolyte]], de koningin van de Amazonen, moest halen. Herakles ging daarom in gezelschap van [[Theseus]] naar Themiskyra in [[Scythen|Scythië]]. De reconstructie heeft negen figuren, hoewel de groep oorspronkelijk zeker nog twee figuren meer had. In het midden staat de godin [[Pallas Athene|Athene]]. Links naast haar [[Nikè (godin)|Nikè]], die Theseus bekranst. Theseus is links van Nikè in gevecht met een Amazone te paard. Daarnaast, in de linkerhoek, ligt een Griek op de grond. Aan de rechterkant van Athene bevindt zich Herakles die in gevecht is met een Amazone, mogelijk Hippolyte. Rechts van Hippolyte is een Amazone te paard in gevecht met een Griek die op zijn knieën zit.
 
De beelden waren oorspronkelijk beschilderd. Op het hoofd van Nikè zijn nog resten van deze beschildering te zien. Zo is te zien dat de pupillen in dehaar ogen waren geschilderd.
 
Op grond van stilistische kenmerken kan de beeldengroep in 450-425 v. Chr. worden gedateerd. De beelden zijn Grieks. Waarschijnlijk zijn ze afkomstig van de tempel van Apollo Daphnephoros (‘de Laurierdrager’) in [[Eretria]]. Daar werd een nieuwe tempel opgericht nadat de oorspronkelijke tempel was verwoest door de [[Perzen]] in 490 v. Chr.. De prominente plaats van de godin Athene in de beeldengroep wijst erop dat hij uit een stad komt die nauw verbonden was met de stad Athene – en Eretria was zo’n stad. De beeldhouwwerken zijn door de Romeinen, misschien door Gaius Sosius zelf, naar Rome gehaald.