Middenschool (Vlaanderen): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Robbot (overleg | bijdragen)
k Robot-geholpen doorverwijzing: ASO
Door de wol geverfd (overleg | bijdragen)
k link
Regel 1:
De '''middenschool''' is de algemene term voor het onderwijs dat volgt op de [[Basisonderwijs (Vlaanderen)|basisonderwijs]] in Vlaanderen. Hiermee wordt bedoeld de twee eerste jaren van het [[voortgezet onderwijs|voortgezet]] of [[secundair onderwijs|secundair]] onderwijs;
 
Bij de start van het [[vernieuwd secundair onderwijs]] in de jaren '70 was het de ambitie van de overheid de [[studiekeuze]] na het [[basisonderwijs|lager onderwijs]] uit te stellen door leerlingen samen te brengen in een gemeenschappelijke start van het [[secundair onderwijs]]. Zo wou men iedereen, verstandig of minder verstandig, uit hogere of lagere sociale klasse, uit sterke of minder sterke lagere scholen, eenzelfde startkans geven in het secundair onderwijs. In de Middenschool is er immers nog geen onderscheid tussen de onderwijsvormen [[Algemeen secundair onderwijs|ASO]], [[TSO]], [[KSO]] en [[BSO]]. Eén van de principes was dat de leerlingen moesten geobserveerd worden, om hun sterke kanten te ontdekken, waarop dan een latere studiekeuze kon worden geënt. De eerste graad van het secundair onderwijs (= de tweejarige middenschool) werd dan ook "observatiegraad" genoemd. De bedoeling was deze middenschool volledig onafhankelijk (qua directie, infrastructuur, ligging...) te laten functioneren.<br> De onderwijsgeschiedenis heeft echter uitgewezen dat dit nogal utopisch was. De eerste jaren van de secundaire school zaten meestal namelijk vast aan een [[bovenbouw (onderwijs)|bovenbouw]] of ASO, of TSO/BSO, zodat er ''de facto'' al vanaf het eerste jaar werd gesorteerd op [[ambitie]] van de ouders. En zelfs als er meerdere bovenbouwen op een '''middenschool''' aansluiten kiezen leerlingen toch al een "optie". De meeste scholen zetten de leerlingen samen per optie, ipv ze [[heterogeen]] te groeperen en alleen voor de optievakken afzonderlijk te zetten. Ook die onafhankelijkheid kwam niet uit de verf, want meestal waren er toch bruggen met één of meer bovenbouwscholen via gemeenschappelijke [[inrichtende macht]], of leerkrachten die in beide scholen lesgeven. Het aantal echt '''autonome''' middenscholen is nog steeds op één hand te tellen. Wel is het zo dat een middenschool een eigen directie kan hebben als er voldoende leerlingen in de secundaire school ingeschreven zijn.
[[categorie:onderwijsorganisatie]]