Tweezaadlobbigen: verschil tussen versies

11 bytes toegevoegd ,  1 jaar geleden
geen bewerkingssamenvatting
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 2:
'''Tweezaadlobbigen''' of '''dicotylen''' zijn [[planten]] die samen met de [[eenzaadlobbigen]] of monocotylen de [[Anthophyta|bloemplanten]] of [[bedektzadigen]] vormen. Veel van de tweezaadlobbigen hebben per zaad twee [[zaadlob]]ben of cotylen, waarin het reservevoedsel, nodig voor de [[kieming]] en eerste groei van de jonge plant, zit opgeslagen. Bij meer dan de helft van de monocotylen is er één zaadlob per zaad.
 
De wetenschappelijke naam voor deze groep is ''Dicotyledones'' (soms ook ''Dicotyledoneae''). BijIn het [[Cronquist-systeem]] heette deze groep ''[[Magnoliopsida]]'' (in de vertaling van de 22e druk van de ''[[Heukels' Flora van Nederland|Heukels]]'': ''Magnoliidae'').
 
In de [[APG-systemen]] worden de 'dicotylen' in de oude omgrenzing beschouwd als een [[parafyletische groep]]. Na verwijdering van verschillende groepen (zoals de [[Chloranthales]], [[Ceratophyllales]], [[Magnoliopsida]]<ref>De [[Magnoliiden|'magnoliids']] (ook als ''[[Magnoliopsida]]'') staan apart van de eenzaadlobbigen en de tweezaadlobbigen in de nieuwe omgrenzing.</ref>) vormt het overgrote deel van de tweezaadlobbigen in de oude omgrenzing wel een [[monofyletische groep]], die door de APG de ''eudicots'' wordt genoemd (''eu-'' = echt, ''dicots'' = dicotylen).