Projectie (natuurkunde): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
 
Regel 5:
Twee alledaagse voorbeelden van projectie zijn:
* Iemand staat in de zon. De stralen van de [[zon]] die door de persoon tegengehouden worden, komen niet op de grond terecht. Dit geeft een [[schaduw]]. Deze schaduw is de projectie van de omvang van de persoon op het projectievlak, in dit geval op de grond.
* Bij een [[videoprojectorVideoprojector|beamer]], meestal met [[Liquid crystal display|lcd]], wordt een driekleurig raster in de projector fel verlicht. Dit raster laat alleen lichtstralen door overeenkomstig de kleur en de lichte en donkere partijen op het raster zelf. Doordat de lichtstralen uit elkaar lopen wordt een vergrote kopie van het lcd-raster op enige afstand op het scherm geprojecteerd.
 
Als de stralen [[evenwijdig]] zijn, zoals bij zonlicht, want de zon staat zeer ver weg, en [[Loodrecht (meetkunde)|loodrecht]] op het onderwerp en het projectiedoek vallen, is de projectie even groot als het onderwerp. Als het projectievlak scheef staat wordt de projectie groter dan het onderwerp.