Colitis pseudomembranacea: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Vanco wordt niet oraal gegeven, alleen intraveneus gezien deze niet door het maag-darmkanaal wordt opgenomen.
Regel 24:
Bij gebruik van [[antibiotica]] wordt het evenwicht tussen de verschillende bacteriestammen (de [[darmflora]]) die zich normaliter in het darmkanaal bevinden verstoord, en kan ''[[Clostridium difficile]]'' de overhand krijgen met colitis pseudomembranacea tot gevolg. De symptomen zijn frequente (meer dan zeven keer per dag) lozingen van vaak naar paardenmest stinkende [[diarree]] met buikpijn al dan niet met [[koorts]]. In ernstige gevallen kan het vochtverlies zo ernstig worden dat een levensbedreigende [[Dehydratie (geneeskunde)|dehydratie]] ontstaat waarbij bloedvergiftiging ([[Bloedvergiftiging|sepsis]]), lage bloeddruk, [[toxisch megacolon]] en [[darmperforatie]] kunnen optreden.
 
Behandeling van colitis pseudomembranacea bestaat uit het staken van het gebruik van [[antibiotica]], tenzij de antibiotica zelf een levensbedreigende infectie moeten bestrijden. Zonder verdere complicaties geneest colitis pseudomembranacea onbehandeld meestal binnen 12 dagen. In ernstige gevallen is orale toediening van [[metronidazol]] meestal effectief tegen ''Clostridium difficile''. Als laatste redmiddel voor levensbedreigende [[ziekenhuisbacterie]]infecties wordt oraalintraveneus toe te dienen [[vancomycine]] in reserve gehouden. In tegenstelling tot penicillines wordt vancomycine niet door het maag-darmkanaal opgenomen. Om het bacteriologisch evenwicht actiever te herstellen worden wel [[lactobacillus]]-stammen toegediend (oraal). Ook andere bacteriestammen worden wel (rectaal) gebruikt om de darmflora te herstellen.
 
De kans op colitis pseudomembranacea neemt toe met het stijgen van de leeftijd. Risicogroepen zijn vooral ook postoperatieve en anderszins verzwakte patiënten. Colitis pseudomembranacea is vaak een ziekenhuisinfectie (ontstaan in het ziekenhuis); de aandoening leidt tot uitscheiding van sporenvormen van de bacterie. Deze sporen zijn resistent tegen uitdroging en kunnen aan de schoenzolen worden meegenomen van kamer naar kamer. Als gevolg daarvan kan de aandoening zich verspreiden. Daarom krijgen patiënten een eigen toilet en liefst een eigen kamer.