Pascasius Justus Turcq: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 4:
 
== Leven ==
Turcq kwam uit Eeklo in het [[graafschap Vlaanderen]]. Hij vertrok in 1542 naar [[Spanje]] en werd er secretaris van de [[pauselijk legaat]] {{ill|Giovanni Poggio|en|Giovanni Poggio}}. Vermoedelijk in 1551 ging hij filosofie en [[Geneeskunde|medicijnen]] studeren in Italië, aan de universiteiten van [[Rome (stad)|Rome]], [[Bologna (stad)|Bologna]], [[Padua (stad)|Padua]] en [[Pavia (stad)|Pavia]].<ref>Cottier 2020, p. 8</ref> Mogelijk was hij een leerling van [[Girolamo Cardano]]. In 1560 schreef hij in Padua het boek ''Alea, sive de curanda ludendi in pecuniam cupiditate'' ('Over het [[dobbelspel]], of de genezing van de verslaving om geld te spelen'). Het was het resultaat van een lezing die hij in BolgonaBologna had gegeven. Hij droeg het boek op aan [[Maximiliaan II van Bourgondië]], de Vlaamse admiraal die hij in Spanje had leren kennen. In Pavia doctoreerde hij en was hij bevriend met de broers [[Jan van Marnix|Jan]] en [[Filips van Marnix van Sint-Aldegonde]].
 
Daarna keerde Turcq terug naar de Nederlanden, al vreesde hij dat niemand hem er nog zou kennen. Hij vestigde zich in [[Bergen op Zoom]] om als [[lijfarts]] te dienen aan het [[Markiezenhof]] van [[Jan IV van Glymes van Bergen|Jan IV van Glymes]]. In 1562 was hij lid van de vooraanstaande Sint-Antoniusgilde en werd hij stadsarts. Hij woonde in [[Hotel de Draak|De Draeck]] op het marktplein. In 1578 maakte hij deel uit van de delegatie die de staatse landvoogd [[Keizer Matthias|Matthias van Oostenrijk]] onthaalde. Hij was overgegaan tot de protestantse partij, wat hem op verwijten van koningsgetrouwe stadsgenoten kwam te staan. Bij de aanslag van [[Jean Jaureguy]] op [[Willem van Oranje]] te [[Antwerpen (stad)|Antwerpen]] in 1582 konden de dokters het bloeden niet stelpen en werd Turcq erbij gehaald, die met succes tussenkwam. Daarna werd hij lijfarts van [[Frans van Anjou]], vorst en heer der Nederlanden.
 
== ''Alea, sive de curanda ludendi in pecuniam cupiditate'' ==