Mechanische spanning: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
EllieBellie25 (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
EllieBellie25 (overleg | bijdragen)
Regel 1:
[[bestand:Vijf mechanische krachten.svg|miniatuur|rechtop=2|alt=Schema van vijf vormen van mechanische spanning|Vijf vormen van mechanische spanning]]
Een '''mechanische spanning''', in het Engels: '''stress''', is de [[kracht (hoofdbetekenis)|kracht]] die wordt uitgeoefend per [[oppervlakte]]-eenheid van een voorwerp. Er zijn vijf vormen van spanning: '''drukspanning''', '''trekspanning''', '''moment''', '''schuifspanning''' en '''torsie'''.
 
Mechanische spanning [[Deformatie (materiaalkunde)|vervormt]] voorwerpen. De mate van vervorming is afhankelijk van de [[Elasticiteit (materiaalkunde)|elasticiteit]] en [[Plasticiteit (materiaalkunde)|plasticiteit]] van het materiaal. Als de spanning de [[Sterkteleer|sterkte]] van het voorwerp overschrijdt, dan bezwijkt het voorwerp.
 
== De vijf vormen van mechanische spanning ==
Regel 18:
Een hangbrug is een succesvol brugtype voor bruggen, omdat het gewicht opgevangen kan worden met trekspanning. Omdat bij trekspanning geen rekening gehouden hoeft te worden met knik kan het materiaal tot zijn maximum sterkte (met inachtneming van een veiligheidsfactor) belast worden.
 
=== MomentBuiging of buigmoment ===
{{Zie hoofdartikel|MomentBuiging (mechanica)|BuigingMoment (mechanica)}}
MomentBuiging of buigingeen moment ontstaat als een [[Profiel (object)|profiel]] of een [[Plaat (constructie)|plaat]] in de dwarsrichting belast wordt. Denk aan een balk over een sloot, waarop in het midden een persoon staat. De persoon in het midden oefent een neerwaartse kracht op de balk uit, en de beide oevers oefenen een opwaartse kracht op de balk uit. De balk heeft daardoor de neiging te buigen. De kracht die deze buiging veroorzaakt is het moment. Een moment kan ontbonden worden in druk- en trekkrachten. In de balk in dit voorbeeld staat de bovenzijde van de balk bloot aan drukspanning, en de onderzijde aan trekspanning. Het deel van de balk dat zich precies midden tussen de bovenzijde en de onderzijde van de balk bevindt is er geen druk- of trekspanning. De trek- en drukspanning aan de boven- respectievelijk onderzijde van de balk is niet overal even groot. Hij is het grootst op het punt waar hij belast wordt, en loopt af tot niets aan de uiteinden van de balk. Het gewicht van de balk zelf belast de balk ook, en veroorzaakt dus ook moment. Als de persoon op de balk te zwaar is voor de balk, dan zal de balk bezwijken op de plaats waar het moment het grootste is. Zolang het gewicht van de balk een bijrol speelt zal dat zijn op de plaats waar de persoon staat.
 
=== Schuifspanning ===
Regel 26:
Schuifspanning ontstaat ook als een profiel of een plaat in de dwarsrichting wordt belast. Denk aan een stapel boeken die je met één hand tilt, met je andere hand erbovenop. Als je de boeken sterk genoeg op elkaar klemt kun je de hele stapel een kwartslag draaien van de verticale stand naar een horizontale stand, zonder dat de boeken vallen. Door de druk is de schuifweerstand tussen de boeken zo groot dat de stapel niet bezwijkt onder schuifkrachten. Als je moe wordt en niet meer hard genoeg drukt 'bezwijkt' de stapel boeken.
 
=== TorsieWring of wringtorsie ===
{{Zie hoofdartikel|Wringspanning}}
Torsie of wring ontstaat als een profiel om zijn lengteas gedraaid wordt. Denk aan aandrijfas van een voertuig, of aan een boring naar olie of gas. De boorkop bevindt zich honderden meters of kilometers onder de grond en hij wordt aangedreven via een lange pijp. Deze pijp ondervindt torsie. Torsie vervormt de pijp, zodat de boorkop ettelijke omwentelingen achter kan lopen op zijn aandrijfmechanisme.
Torsie kan ontbonden worden in schuifkrachten, waarbij de schuifkracht toeneemt naarmate het verder is verwijderd van het zwaartepunt van het profiel. Bij een gelijke hoeveelheid materiaal per meter (ofwel een gelijk gewicht per meter) is een holle staaf daarom veel beter in staat om torsie op te nemen dan een massieve staaf.
 
== Mechanische spanning ==
== De formule om trek- en drukspanning te berekenen ==
[[Bestand:Axial stress noavgAxial_stress_noavg.svg|miniatuur|AxialeÉén-assige spanning.[[trekspanning]]]]
De mechanische spanningen op een oppervlak zijn onder te verdelen in spanningen die loodrecht op het oppervlak werken, de [[normaalspanning]]<nowiki/>en <math display="inline">\sigma</math>, en spanningen die parallel aan het oppervlak lopen, de [[schuifspanning]]<nowiki/>en <math>\tau</math>.
 
=== Normaalspanning ===
Als druk- of trekspanning loodrecht op het oppervlak van een voorwerp wordt uitgeoefend, dan is de spanning te berekenen als de kracht gedeeld door de oppervlakte waarop hij wordt uitgeoefend.
Spanning wordt uitgedrukt met de [[Sigma (letter)|Griekse letter sigma]]. Onderscheid kan worden gemaakt tussen één-assige [[Kracht|krachten]] <math>F</math> en mechanische spanningen <math>\sigma</math>:,
 
<math>\sigma = \frac F A</math>
Regel 40 ⟶ 43:
waarbij:
 
* <math>\sigma</math> de toegepaste spanningnormaalspanning (Pa) is;
* <math>F</math> de toegepaste kracht (N) is en
* <math>A</math> het oppervlakte is waarop de kracht aangrijpt (m²).
 
De [[Système International|SI]]-[[Eenheid (natuurkunde)|eenheid]] voor kracht is [[Newton (eenheid)|newton]], afgekort als N. ''<math>A</math> is'' het oppervlak van de doorsnede waar de kracht op werkt met als eenheid m². De SI-eenheid voor druk is dus N/m² ofwel [[Pascal (eenheid)|pascal]], afgekort Pa. In berekeningen van [[constructie]]s wordt vaak N/mm² gebruikt. 1 N/mm² is gelijk aan 1.000.000 Pa of 1 MPa.
[[Bestand:Shear_scherung.svg|miniatuur|Afschuiving in een blokje. De kracht <math>F_s</math> wordt veroorzaakt door de schuifspanning. De bovenkant van het blokje verschuift horizontaal over de afstand <math>a</math>. Na afloop is de hoogte van het blokje <math>h </math>. De schuif is gedefinieerd als <math> \gamma = \frac{a}{h} </math>; de kracht <math>F_s</math> wordt gegeven door <math>\tau = {F_s \over A}</math>, waarbij <math>A</math> het oppervlak van de bovenzijde van het blokje is.]]
 
=== Schuifspanning ===
Een eenvoudige definitie van een schuifspanning <math>\tau</math> is, 'De componenten van een spanning op een punt die [[Evenwijdig|parallel]] staan aan het [[Vlak (meetkunde)|vlak]] waarin zij liggen'. De [[schuifspanning]] wordt gegeven door:
 
: <math>\tau = {F_s \over A}</math>
 
waarbij:
 
: <math>\tau</math> de schuifspanning in [[Pascal (eenheid)|Pa]], [[MPa]] of N/mm<sup>2</sup> is,
: <math>F_s</math> de toegepaste [[kracht]] in [[Newton (eenheid)|N]] en
: <math>A</math> het oppervlak waarover de kracht werkt in m<sup>2</sup>.
 
Directe [[Afschuiving (sterkteleer)|afschuiving]] van een object door het uitoefenen van een [[Moment (mechanica)|moment]], zal behalve een schuifkracht ook een [[Rekspanning|trekspanning]] en [[Drukkracht|drukspanning]] geven.
 
== Meer-assige spanningen ==
[[Bestand:Effet action meca mouvement deformation.svg|miniatuur|350x350px|Bij trek-, druk- en schuifspanningen ondergaan de objecten een verschuiving of [[Translatie (natuurkunde)|translatie]], maar bij buiging en wring ondergaan de objecten een [[Rotatie (natuurkunde)|rotatie]].]]
 
=== Dimensies ===
De spannings[[Vector (wiskunde)|vector]]<nowiki/>en kunnen worden [[Oriëntatie (stand)|georiënteerd]] op een denkbeeldig [[Coördinatenstelsel|assenstelsel]]. Op die manier kan er onderscheidt worden gemaakt tussen één-assige spanningstoestanden en meer-assige spanningstoestanden. In de meeste situaties kan er gesproken worden over een van de volgende drie toestanden:
 
* 1D – één-assige spanningstoestand
* 2D – twee-assige spanningstoestand
* 3D – drie-assige spanningstoestand
 
=== Lasten ===
De krachten kunnen op verschillende manieren op een oppervlak inwerken. Deze soorten lasten zijn: puntlasten, lijnlasten en vlaklasten:
 
* [[Puntlast]]: een puntlast is een kracht of [[Moment (mechanica)|moment]] die op een welbepaald punt inwerkt op de constructie. In de praktijk worden daar alle lasten toe gerekend waarvan de oppervlakte waarop de last inwerkt klein is in verhouding tot de oppervlakte van het constructieonderdeel. Enkele voorbeelden: een kolom op een vloer, een balk op een muur, een geparkeerde auto in een parkeergarage.
* [[Lijnlast]]: een lijnlast is een kracht of moment die inwerkt over een zekere lengte van een constructieonderdeel. De grootte van de belasting kan gelijkmatig zijn verdeeld of variëren over de lengte waarop de lijnlast inwerkt. Een voorbeeld van een lijnlast is een [[Muur (bouwsel)|wand]] op een vloer.
* [[Vlaklast]]: een vlaklast is een kracht die inwerkt over een zeker oppervlak. Deze last kan gelijkmatig verdeeld zijn, zoals sneeuwbelasting op een [[dak]], of variëren over de lengte en/of breedte van de constructie, zoals de [[Hydrostatische druk|waterdruk]] op een [[stuwdam]] of de [[gronddruk]] tegen een [[keermuur]].
 
==Tensorgrootheid==
[[Afbeelding:Stress tensor.png|thumb|250px|right|In een continuüm (blauw) waarop bepaalde krachten werken kan de spanningstoestand op een bepaald punt benaderd worden met een kubusje.]]
Mechanische spanning werkt op een oppervlak. Als de spanning [[loodrecht (meetkunde)|loodrecht]] op het oppervlak van een voorwerp werkt, spreekt men van [[normaalspanning]]. Dit is in de natuur meestal niet het geval, de spanning staat meestal onder een (niet loodrechte) hoek met het oppervlak van het voorwerp waar de spanning op werkt. De spanning kan in dat geval verdeeld worden over drie componenten, in elke ruimtelijke dimensie een. De component loodrecht op het oppervlak is de normaalspanning, de componenten [[evenwijdig|parallel]] aan het oppervlak zijn de [[schuifspanning]]scomponenten (aangegeven met ''τ''<math>\tau</math>).
 
In de [[continuümmechanica]] is de spanningstoestand op een bepaald punt in een [[Continuüm (natuurkunde)|continuüm]] te benaderen door dit punt als een [[infinitesimaal]] klein kubusje te zien. Op alle zijden van het kubusje staat een bepaalde spanning, te verdelen in drie componenten. Als we aannemen dat de kubus in evenwicht verkeert, is de spanning op parallelle zijden gelijk, zodat drie zijden overblijven met elk drie componenten. Deze in totaal negen componenten kunnen in een drie bij drie [[tensor]] worden gezet:
Regel 64 ⟶ 98:
 
==Conventies voor grootheid==
De grootheid wordt vaak als ''σ'' aangeduid, maar ook ''τ''<math>\tau</math> komt voor. Voor de tensor geldt hetzelfde. Voor de notatie van de componenten van de tensor maakt men vaak geen onderscheid tussen diagonaalelementen en niet-diagonaalelementen; voor beide gebruikt men dan ofwel ''σ'' ofwel ''τ''<math>\tau</math>.
 
[[Categorie:Mechanica]]