Etniciteit: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→‎Antropologische visies: Verplaatst + kopje
Regel 8:
Eind twintigste eeuw is het statisch definiëren van etnische groepen of etniciteiten op basis van culturele eigenschappen in onbruik geraakt om plaats te maken voor een dynamisch definiëren van de relaties tussen etnische groepen (''inter-group relations'') en de etnische grenzen die tussen verschillende etnische groepen ervaren en gehanteerd worden (''ethnic boundaries'', die het verschil aangeven tussen wij en zij). Verschillen tussen etnische groepen zijn namelijk soms moeilijk te herleiden tot culturele kenmerken, omdat etnische groepen altijd onder invloed van elkaar staan. Etnische zelf-definities komen altijd tot stand door het maken van onderscheid ten opzichte van andere groepen en het beklemtonen van interne onderlinge overeenkomst. Etniciteit geeft daarom ook, vaak impliciet, aan wat men niet wil zijn. Alleen zeer geïsoleerde en inmiddels nauwelijks meer voorkomende etniciteiten definiëren zichzelf als vanzelfsprekend, zonder zich daarbij af te zetten tegenover een buitenwereld van andere etniciteten of nationaliteiten.
== Etniciteit herkenbaar in rastaal, taalreligie en religieras ==
Antropoloog Fredrik Barth gaf in zijn invloedrijke werk ''Ethnic Groups and Boundaries, The Social Organization of Culture Difference'' een benadering van etniciteit waarin etnische groepen zelf categorieën van [[Toewijzing|ascriptie]] en identificatie zijn en dus het kenmerk hebben interactie tussen mensen te organiseren. Alle andere kenmerken van etnische groepen moeten aan dit eerste kenmerk gerelateerd worden. Hoofdzaak bij een onderzoek naar etnische groepen moet niet de samenstelling van de groepen zijn en hun geschiedenis, maar de etnische grenzen en het handhaven van die grenzen. Volgens Barth is het een misvatting te stellen dat de cultuurdragende eigenschap van een etnische groep hun voornaamste kenmerk is.
Antropoloog Thomas Eriksen legde uit waarom ascriptie en identificatie zo belangrijk zijn:
:''Deze benadering van etniciteit bepleit een focus op dat wat 'sociaal effectief' is in interetnische relaties. Barth bekijkt de etnische groep voornamelijk in termen van sociale organisatie. Daaruit volgt dat etnische groepen gedefinieerd moeten worden van binnenuit, vanuit het perspectief van haar leden.'' [...] ''Barth definieert etniciteit als categoriale ascripties die individuen classificeert op basis van hun 'basisidentiteit'. Omdat lidmaatschap van een etnische groep door de leden zélf moet worden erkend om sociaal effectief te zijn, is dit criterium cruciaal voor Barth.''
:(''This approach to ethnicity advocates a focus on that which is ‘Socially Effective’ in inter-ethnic relations, and Barth regards the ethnic group chiefly in terms of social organisation. It follows that ethnic groups must be defined from within, from the perspective of their members.'' [...] ''Barth defines ethnicity as categorical ascriptions which classify individuals in terms of their 'basic, most general identity'. Since ethnic membership must be acknowledged by the agents themselves in order to be socially effective, this is the crucial criterion for Barth.'')
Beide wetenschappers zijn typisch voor de anglo-amerikaanse benaderingswijze, die zich sinds het einde van de negentiende eeuw richtte op pre-moderne volken, met name die in de gekolonialiseerde [[Derde Wereld]]. Deze, ook wel antropologie genoemde, wetenschap is echter niet goed toepasbaar op de etniciteit in Europa. Om de historische betekenis van etniciteit in de Europese verhoudingen te kunnen begrijpen, moet een uitgangspunt gezocht worden in de filosofische benadering van [[Johann Gottfried Herder]]. In recente tijd is het begrip etnisch losgemaakt uit de historische context door sommige kringen die het tot een doelwit van maakten in hun streven naar taalzuivering. Maar dan wel door het in zijn betekenis te verengen tot culturen en identiteiten uit, wat vroeger werd aangeduid als, de [[Derde Wereld]]. En door die betekenis vervolgens met een negatieve waardering te verbinden. Echter, wanneer het gebruik van etniciteit ook in historische en algemene zin als niet meer gepast wordt gediskwalificeerd, zal voor de in dit lemma beschreven verschijnselen een feitelijke begripsaanduiding wegvallen.
 
== Etniciteit herkenbaar in ras, taal en religie ==
Als regel heeft iedere etniciteit een eigen taal als gemeenschappelijk medium en identiteitskenmerk ontwikkeld, hoewel een al bestaande gemeenschappelijke taal ook juist als uitgangspunt voor de vorming van etnische identiteit kan hebben gediend. Soms onderscheidt een etniciteit zich primair door religie en is deze de bron dan wel de uitkomst van etnische identiteitsvorming. In de westerse moderne tijd zijn de Ieren een voorbeeld die tegelijk met het verlaten van hun eigen [[Ierse taal]] en hun keuze voor het Engels, hun [[rooms-katholiek]]e religie voor hun identiteit bepalend lieten worden. Voor Joden was het Hebreeuws een theologisch en symbolisch medium maar geen communicatiemedium in het dagelijks leven van de gemeenschap, die of Jiddisch of Ladino sprak en in de moderne tijd in toenemende mate de nationale staatstaal. Het komt ook voor dat bepaalde sociale en beroepsgroepen zich als etniciteit hebben ontwikkeld, of andersom dat bepaalde etniciteiten vanuit specifieke beroepsgroepen of sociale lagen ontstonden. Zo kan ook een [[menselijk ras|ras]] bepalend zijn geworden voor etniciteit, maar dan als afgeleide, namelijk door selectie binnen de groep, en zelden als oorzaak van het ontstaan van de groep. Ras kan zowel in metafysische zin, zoals in het geval van de [[Joden]], als in objectief-fysische zin, zoals in het geval van [[negroïde]]n en gekleurden in de westerse wereld, bepalend worden. Ten slotte kunnen deze kenmerken, en dan elkaar versterkend, tegelijk voorkomen. De componenten van racisme en etniciteit verhouden zich in een relatie van dynamische spanning. De begrippen etniciteit en nationaliteit liggen in elkaars verlengde en veel negentiende-eeuwse etniciteiten hebben zich politiek geëmancipeerd tot natie, dat wil zeggen nationaliteiten met een soevereine staat als politiek en cultureel tehuis.
 
Regel 42 ⟶ 34:
=== Vlaanderen ===
De [[Vlamingen]] behoren tot de Nederlandse taal-etniciteit in België, terwijl zij formeel deel uitmaken van de Belgische natie. Nederlands is in dit geval een culturele identiteit en niet identiek met de Nederlandse staatsburgerlijke nationaliteit en past zo beter in het [[Groot-Nederland]]se concept. Dat de cultuur- en standaardtaal van de Vlamingen Nederlands is, maakt hen dus nog niet tot Nederlanders, maar tot een Vlaamse etniciteit, gekenmerkt door de Nederlandse standaardtaal die gebruikt wordt naast de Vlaamse streektalen als spreektaal. Na de stichting van het Koninkrijk België waren deze Vlaamse identiteit en ook de Nederlandse taal ondergeschikt gemaakt aan de Belgische nationaliteit die zich primair in het Frans uitdrukte. Die Belgische nationale identiteit is sinds enkele decennia minder zichtbaar en de Vlaamse etniciteit heeft zich juist in nationale richting tot pseudo-nationaliteit geëmancipeerd. En op grond van verkiezingsuitslagen mag verondersteld worden dat een aanzienlijk aantal Vlamingen zich nog nationale Belg voelt, waarmee zij dat natiebegrip dan ontkrachten. Het grootste deel neemt echter een middenpositie in, naast een deel dat primair zijn Belgische nationale identiteit wil blijven benadrukken. Vroeger waren het vooral de ''[[franskiljons]]'', verfranste Vlamingen uit hogere milieus, die de Belgische nationale identiteit in Vlaanderen beleefden, maar in recente tijd zijn het politiek links en kosmopolitisch georiënteerde Vlamingen die hun Belgische nationale identiteit bevestigen als een staatsburgerlijk protest tegen wat zij ervaren als een etnisch-nationalistische invulling van de meerlagige Vlaamse identiteit.
 
== Antropologische visies ==
Antropoloog Fredrik Barth gaf in zijn invloedrijke werk ''Ethnic Groups and Boundaries, The Social Organization of Culture Difference'' een benadering van etniciteit waarin etnische groepen zelf categorieën van [[Toewijzing|ascriptie]] en identificatie zijn en dus het kenmerk hebben interactie tussen mensen te organiseren. Alle andere kenmerken van etnische groepen moeten aan dit eerste kenmerk gerelateerd worden. Hoofdzaak bij een onderzoek naar etnische groepen moet niet de samenstelling van de groepen zijn en hun geschiedenis, maar de etnische grenzen en het handhaven van die grenzen. Volgens Barth is het een misvatting te stellen dat de cultuurdragende eigenschap van een etnische groep hun voornaamste kenmerk is.
Antropoloog Thomas Eriksen legde uit waarom ascriptie en identificatie zo belangrijk zijn:
:''Deze benadering van etniciteit bepleit een focus op dat wat 'sociaal effectief' is in interetnische relaties. Barth bekijkt de etnische groep voornamelijk in termen van sociale organisatie. Daaruit volgt dat etnische groepen gedefinieerd moeten worden van binnenuit, vanuit het perspectief van haar leden.'' [...] ''Barth definieert etniciteit als categoriale ascripties die individuen classificeert op basis van hun 'basisidentiteit'. Omdat lidmaatschap van een etnische groep door de leden zélf moet worden erkend om sociaal effectief te zijn, is dit criterium cruciaal voor Barth.''
:(''This approach to ethnicity advocates a focus on that which is ‘Socially Effective’ in inter-ethnic relations, and Barth regards the ethnic group chiefly in terms of social organisation. It follows that ethnic groups must be defined from within, from the perspective of their members.'' [...] ''Barth defines ethnicity as categorical ascriptions which classify individuals in terms of their 'basic, most general identity'. Since ethnic membership must be acknowledged by the agents themselves in order to be socially effective, this is the crucial criterion for Barth.'')
Beide wetenschappers zijn typisch voor de anglo-amerikaanse benaderingswijze, die zich sinds het einde van de negentiende eeuw richtte op pre-moderne volken, met name die in de gekolonialiseerde [[Derde Wereld]]. Deze, ook wel antropologie genoemde, wetenschap is echter niet goed toepasbaar op de etniciteit in Europa. Om de historische betekenis van etniciteit in de Europese verhoudingen te kunnen begrijpen, moet een uitgangspunt gezocht worden in de filosofische benadering van [[Johann Gottfried Herder]]. In recente tijd is het begrip etnisch losgemaakt uit de historische context door sommige kringen die het tot een doelwit van maakten in hun streven naar taalzuivering. Maar dan wel door het in zijn betekenis te verengen tot culturen en identiteiten uit, wat vroeger werd aangeduid als, de [[Derde Wereld]]. En door die betekenis vervolgens met een negatieve waardering te verbinden. Echter, wanneer het gebruik van etniciteit ook in historische en algemene zin als niet meer gepast wordt gediskwalificeerd, zal voor de in dit lemma beschreven verschijnselen een feitelijke begripsaanduiding wegvallen.
 
== Zie ook ==