Joodprofylaxe: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k link
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 3:
Bij een kernramp kan er radioactief jood vrijkomen. Via de luchtwegen, de huid of het eten van besmet voedsel komt het in het bloed terecht. De schildklier slaat het radioactief jood op. Door de onophoudelijke bestraling van dit orgaan neemt de kans op kanker en andere aandoeningen van de schildklier toe. Vooral baby's, en jonge kinderen lopen een verhoogd risico. Een te grote hoeveelheid radioactief jood is schadelijk. De schildklier kan dan te snel gaan werken, en dat veroorzaakt [[hartritmestoornis|verstoorde hartritmes]] en gewichtsverlies.
 
Door niet-radioactief jood in te nemen zorg je ervoor dat er geen radioactief jood in het lichaam wordt opgeslagen. Als er in de schildklier genoeg niet-radioactief jood zit, is er geen plaats meer voor radioactief jood. De radioactieve jood deeltjes worden dan gewoon via hetde plassenuitscheiding en(of poepenfaces) uit het lichaam verwijderd.
De joodtabletten beschermen je tegen besmetting van de schildklier door radioactief jood. Ze bieden alleen bescherming daarvoor, en niet voor andere radioactieve stoffen die door het lichaam opgenomen kunnen worden. Het heeft alleen bij een kernongeval zin om joodtabletten te nemen. Joodtabletten zijn [[geneesmiddel]]en, wacht dus tot de overheid het aanbeveelt om ze te nemen.