Pravda: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
zie dp
Label: Link naar doorverwijspagina
verbeteren typo's en tekst corrigeren
Regel 26:
 
== Sovjetperiode ==
De ''Pravda'' werd opgericht door [[Vladimir Lenin|Lenin]], met als doelstelling de vereniging van de arbeiders tegen de monarchie in Rusland. Het eerste nummer verscheen op [[5 mei]] [[1912]] en het blad bereikte al snel een oplage van meer dan 130.000 exemplaren. Onder Lenin, tijdens het Stalin-tijdperk en ook daarna was de krant een propagandainstrumentpropaganda-instrument van de Communistische Partij van de Sovjet-Unie.
 
De krant werd zwaar gecensureerd en de hoofdredactie stond in nauw contact met de Sovjet-leidersSovjetleiders in het [[Politbureau]] en [[Presidium van de Opperste Sovjet]]. De krant bracht de partijleider dagelijks op de voorpagina, ook wanneer er geen nieuwswaardige feiten waren en bij de Sovjet-leidersSovjetleiders werd in een artikel steeds opnieuw de complete aanduiding van hun functie genoemd. Dat maakte de ''Pravda'' tot een slecht leesbare krant. De journalisten moesten steeds opbeurend nieuws brengen over de Sovjet-Unie, haar bondgenoten en met name over de economie. Dat de lezing van de ''Pravda'' niet strookte met de werkelijkheid zorgde ervoor dat men deze krant, en de andere Sovjet-kranten, niet langer vertrouwde. Voor werkelijk nieuws waren de Sovjets, ook de leidinggevenden, aangewezen op de [[samizdat]], de gestencilde ondergrondse pers, en buitenlandse radiozenders zoals [[Radio Free Europe/Radio Liberty]], de [[BBC World Service]] en de [[Voice of America]].
 
De ''Pravda'' was onmisbaar voor wie wilde weten hoe de vlag er in het Kremlin bijhing. Wanneer een prominent Sovjet-politicusSovjetpoliticus niet of weinig werd genoemd betekende dat in de ogen van de "Kremlin-watchers" dat hij in politieke problemen was gekomen. Ook zijn plek in een opsomming van personen en op een foto was een indicatie van zijn belang. [[Chroesjtsjov]] gebruikte een bondgenoot in de hoofdredactie van de ''Pravda'' om zijn rivaal [[Malenkov]] monddood te maken. Soms werd de ''Pravda'' gebruikt om een discussie te starten of juist te beëindigen. Dat was conform de beginselen van het "[[Democratisch centralisme]]" zoals dat door Lenin was geformuleerd. De Communistische Partij discussieerde onder toezicht van de partijleiding en wanneer er consensus was, of een vleugel zijn mening had doorgezet, werd het standpunt van boven naar beneden door de partijorganen doorgegeven.
 
Bij de discussies was de ''Pravda'' de vertolker van het standpunt van de partijorganisatie, de [[nomenklatoera]]. Andere kranten en bladen waren de spreekbuis van de (niet erg invloedrijke) vakbonden, de Opperste Sovjet, de ministeries en de bureaucratie (zij vonden in de [[Izvestia]] hun spreekbuis), de strijdkrachten of de KGB. De kranten waren door cliëntelisme en patronage aan de machtige mannen in het Kremlin gebonden.
 
Wanneer de ''Pravda'' (dat wil zeggen de hoofdredactie en een groep communisten onder bescherming van een of meer leden van de partijtop) een probleem op de politieke agenda wilde zetten werd soms een opinieartikel over dat onderwerp gepubliceerd. Soms koos men voor een al dan niet gefingeerde of in scène gezette ingezonden brief van een "verontwaardigde Sovjet-burgerSovjetburger" die een misstand aan de kaak stelde. De ''Pravda'' was meer dan eens de vertolker van [[antisemitisme|antisemitische]] vooroordelen, waarbij Joodse intellectuelen impliciet werden veroordeeld onder de bedrieglijke term "kosmopolitisme". Ook terreurcampagnes, bijvoorbeeld tegen de vaak Joodse Kremlinartsen, werden door de ''Pravda'' ingeluid.
 
De ''Pravda'' had [[Censuur (informatie)|censors]] die de teksten vooraf goed- of afkeurden. Het aantal verboden onderwerpen was groot: misoogsten, misdaad, alcoholmisbruik, statistieken over levensverwachting en geboortecijfers, godsdienst, de emigratiewensen van Russische Joden, economische problemen, de misdaden van politici, de [[Februarirevolutie (1917)|Februarirevolutie in 1917]], de werkelijke gang van zaken tijdens de [[Oktoberrevolutie]], schaarste aan woningruimte en slechte bevoorrading van de winkels, [[dissident]]en, bedrijfsongevallen, incidenten in de kernindustrie, sociale spanningen, de levensstandaard in West-Europa en Amerika, vliegtuigongelukken (tenzij er buitenlanders aan boord waren) en de censuur zélf stonden op de lijst van min of meer verboden onderwerpen. Alleen wanneer een van de machthebbers in de Communistische Partij een probleem wilde aankaarten was er ruimte voor enige vrijheid.
Regel 40:
De burgers van de Sovjet-Unie hadden geen toegang tot buitenlandse kranten of weekbladen. De ''Pravda'' gaf een zeer negatief beeld van de levens- en werkomstandigheden buiten de Sovjet-Unie en overdreef de successen van de Sovjet-Unie. Dat maakte de propaganda en agitatie ("agitprop") tot een relatief succes.
 
De Sovjet-persSovjetpers was opvallend humorloos en ook de ''Pravda'' was een dorre en saaie krant met weinig foto's en zondergeen advertenties. Voor humor was er het satirische tijdschrift ''[[Krokodil (tijdschrift)|Krokodil]]'' dat iets meer vrijheid genoot dan de kranten.
 
Toen [[Michail Gorbatsjov|Gorbatsjov]] eind jaren tachtig meer openheid voorstond, verloor de krant populariteit en liep het aantal lezers terug. In de nieuwe vrijheden die [[glasnost]] en [[perestrojka]] brachten, was het blad terughoudend. Dit veranderde toen hoofdredacteur [[Viktor Afanasjev]] in [[1989]] werd vervangen door de hervormingsgezinde [[Ivan Frolov]]. Bij de val van de Sovjet-Unie was de oplage ongeveer zes miljoen.