Rijksvorst: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Robbot (overleg | bijdragen)
k Robot-geholpen doorverwijzing: Wallis
Robotpjetter (overleg | bijdragen)
k Robot-geholpen doorverwijzing: Genève
Regel 6:
Voor de 12e eeuw werd het woord vorst (''princeps, de voorste, the first'') gebruikt voor elke hooggeplaatste geestelijke of wereldlijke machthebber. Omstreeks 1180-1190 blijkt dat in het Rijk de titel gepaard gaat met welbepaalde voorrechten, die normaal enkel de koning toekwamen. Er waren rond die tijd een 90-tal geestelijke en slechts 22 wereldlijke erkende rijksvorsten. De geestelijken waren vooral [[prins-bisschop]]pen en [[abdijvorstendom|abdijvorsten]]. De niet-geestelijke waren de [[Lijst van heersers van Bohemen|koning van Bohemen]], alle [[hertog]]en van het Rijk, de markgraven van [[Lijst van heersers van Brandenburg|Brandenburg]], [[Lijst van markgraven van Meißen|Meißen]] en [[Graafschap Namen|Namen]], de [[Lijst van heersers van de Rijnpalts|Paltsgraaf aan de Rijn]], de landgraaf van [[Lijst van heersers van Thüringen|Thüringen]] en de graaf van [[Lijst van heersers van Anhalt|Anhalt]]. Aanvankelijk behoorde bij hun voorrechten ook de koningskeuze, maar in de 13e eeuw al kwam dat toe aan een nog selectere groep, de [[keurvorst]]en.
 
Bij de ''rijksmatrikel'' (basiswet) van 1521 telde men bij de geestelijke rijksvorsten de vier [[aartsbisschop]]pen van [[Maagdenburg]], [[Salzburg]], [[Besançon]] en [[Bremen (stad)|Bremen]], naast 46 andere bisschoppen. Dit aantal verminderde tegen 1792 geleidelijk naar 33, onder meer omdat onder andere de aartsbisschoppen van Maagdenburg en Bremen zich tot het [[protestantisme]] bekend hadden en hun titel ''geseculariseerd'' werd. Met de bisschopstitel van [[bisdom Utrecht|Utrecht]] was dat al eerder gebeurd. Daarbij kwam ook nog de [[mediatisering]] en het feit dat de bisdommen van [[Wallis (kanton)|Wallis]], [[Genève (stad)|Genève]] en [[Lausanne (stad)|Lausanne]] Zwitsers werden. [[Kamerijk en het Kamerijkse|Kamerijk]] en later de [[Trois-Évêchés|Drie Bisdommen]] van Verdun, Metz en Toul kwamen onder de Franse koning.
Het aantal wereldlijke rijksvorsten daarentegen vermeerderde geleidelijk naar 61 tegen het einde van de 18e eeuw.