65.026
bewerkingen
Labels: Bewerking via mobiel Bewerking via mobiele website |
(enigzins -> enigszins) |
||
Wat de oorspronkelijke samenstelling van de Acht Zaligheden moet zijn geweest is niet meer met zekerheid te achterhalen. Al sinds het ontstaan van de spotnaam bestaat er onduidelijkheid als het gaat over welk dorp nu daadwerkelijk gerekend kan worden als achtste zaligheid. Deze onduidelijkheid heerste ook onder enkele Nederlandse soldaten die tijdens de Belgische opstand ingekwartierd waren in de streek, aangezien door sommige van hen al eerder de tussenliggende dorpen [[Hapert]] en [[Hoogeloon]] genoemd werden als achtste lid en opmerkelijk genoeg viel zelfs de naam van de gemeente [[Hooge en Lage Mierde]], waar Hulsel tot 1996 onderdeel van uitmaakte, als zevende zaligheid.<ref name="leidse">[https://books.google.nl/books?id=OgNWAAAAcAAJ&printsec=frontcover&dq=inauthor:%22Bartholomeus+Willem+Wttewaall+van+Wickenburgh%22&hl=nl&sa=X&ved=2ahUKEwiG75e_rJnvAhVNyqQKHf24C_wQ6AEwAHoECAAQAw#v=onepage&q&f=false Het Leidsche jagercorps: eenvoudig, maar getrouw verhaal van den veldtocht van het corps vrijwillige jagers der leidsche hoogeschool in 1830 en 1831. (met bijlagen) - B.W. Wttewaall van Wickenburgh & P.W. Grevelink (1881) (p. 57)] books.google 4 maart 2021</ref><ref name="drents">[https://books.google.nl/books?id=jh4-AM1TqSMC&printsec=frontcover&dq=inauthor:%22Jan+Veen+%23Az.%23+(AZ.)%22&hl=nl&sa=X&ved=2ahUKEwjpnIa7rZnvAhULD-wKHdvnAlkQ6AEwAHoECAAQAw#v=onepage&q&f=false Veertig jaar geleden: herinneringen uit het Drentsche-schuttersleven (1830-1834) - J. Van der Veen, AZ (1870) (p. 103-104)] books.google 4 maart 2021</ref> Ondanks de onduidelijkheid wordt over het algemeen het eveneens tussenliggende dorp Bladel gezien als de oorspronkelijke achtste plaats, aangezien deze gedurende de [[geschiedschrijving]] van de 19e eeuw in bijna alle gevallen gerekend werd tot dit selecte gezelschap, daarnaast vermeld werd in de oudste vermelding van de Acht Zaligheden (1841) en nota bene in meerdere publicaties bestempeld werd als de ''hoofdplaats der acht zaligheden''.
De eerste keer dat Bladel genoemd werd als hoofdplaats, weliswaar naast Eersel, was in een publicatie in 1845 door dr. [[Cornelis Rudolphus Hermans|C.R. Hermans]].<ref name="Hermans"/> Hermans geeft in zijn publicatie van 1841 nog aan dat Bladel en Eersel de enige dorpen van de Acht Zaligheden zijn die een verdere toelichting verdienen, aangezien deze in het verleden een rol van betekenis hebben gespeeld en
Het is niet geheel duidelijk waarom Bladel van oorsprong gerekend werd tot de Acht Zaligheden, aangezien deze niet op het [[achtervoegsel]] ''-sel'' eindigt, ook niet in mondelinge varianten. Echter kwam mr. Van Zinnicq Bergmann met de theorie dat de namen van de zeven omliggende ''sel''dorpen mogelijk waren afgeleid van de ooit centraal gelegen [[Pladella Villa]], waarvan lang stellig gedacht werd dat deze in Bladel gestaan zou hebben.<ref name=sala/> Het lijkt daarentegen door de Nederlandse soldaten vooral te zijn ingegeven door een grote fixatie op de plaatsnaam en dan met name op het achtervoegsel ''[[-loo|-el]]'', maar ook op de centrale ligging van het dorp, aangezien verschillende eenheden van destijds de voorkeur al gaven aan tussenliggende dorpen wegens het op het eerste gezicht gebrek aan een achtste ''sel''-dorp, met als doel om aan de toespeling naar de Acht Zaligheden uit de [[Bijbel (christendom)|bijbel]] te kunnen voldoen. Ook door de Kempenaren zelf werd Bladel in eerste instantie gezien als volwaardig lid. Kempische deskundigen zoals de gebroeders Snieders uit Bladel en de uit Duizel afkomstige P.N. Panken, die bewust de opstand hebben meegemaakt, gingen dan ook mee in deze oorspronkelijke samenstelling, terwijl deze Kempenaren op de hoogte moeten zijn geweest van de veelvuldig gebruikte benaming Wintersel.
|