Vocatief: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 5:
In het Latijn is de vocatief qua vorm meestal gelijk aan de [[nominatief]]. Onderscheid is er alleen bij woorden uit de o-[[declinatie (taalkunde)|declinatie]] met de nominatiefuitgang ''-us''. Deze verandert in ''-e'' (''Marcus'' wordt dus bijvoorbeeld ''Marcē''). Als het woord eindigt op ''-ius'' wordt ''-us'' gewoon weggelaten (''filius'' wordt dus bijvoorbeeld ''fili''). De vocatief wordt in het Latijn vaak voorafgegaan door het [[lidwoord]] ''o'' (bijvoorbeeld in “[[O tempora, o mores!]]”). In het [[Oudgrieks]] en het [[Koinè|Koinè-Grieks]] was het vocatieve lidwoord meestal ὦ / Ὦ. Zo zei [[Jezus (traditioneel-christelijk)|Jezus]] [[Evangelie volgens Marcus|volgens Marcus 9:19]]: Ὦ γενεὰ ἄπιστος, ἕως πότε πρὸς ὑμᾶς ἔσομαι;<ref>{{Cite web |url=https://biblehub.com/text/mark/9-19.htm |title=Mark 9:19 Greek Text Analysis |work=Biblehub |accessdate=26 januari 2022}}</ref> Dit werd door de [[NBG 1951]] vertaald als: 'O, ongelovig geslacht, hoelang zal Ik nog bij u zijn?' De [[NBV21]] gaf een wat vrijere vertaling zonder vocatief lidwoord: 'Wat zijn jullie toch een ongelovig volk, hoe lang moet Ik nog bij jullie blijven?'.<ref>{{Cite web |url=https://debijbel.nl/bijbel/NBG51,NBV21/MRK.9/Marcus-9 |title=Vergelijking vertalingen Marcus 9 |work=debijbel.nl |publisher=Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap |date=2021 |accessdate=26 januari 2022}}</ref>
 
In andere talen wordt dat in plechtige uitspraken ook wel gehoord, onder andere in het Frans (als ''ô''), Engels en Nederlands. Het vocatief lidwoord is nog terug te vinden in Nederlandstalige liederen zoals ''[[O dennenboom]]'', ''[[O, o, Den Haag]]'' en ''[[Aan U, o Koning der eeuwen]]''. Ook in het ''[[Wilhelmus]]'' komt het vocatief lidwoord twee keer voor: 'Sijt ghy, o Godt mijn Heer,' (zesde couplet) en 'O Edel Neerlandt soet,' (tiende couplet). De spelling ''oh'' is in deze betekenis niet juist.
 
In het Nederlands wordt in een enkel geval en in bepaalde kringen de Latijnse vocatief gehanteerd: bijvoorbeeld als aanhef in een brief: "Waarde Amice" (enkelvoud) of "Amici" (meervoud), afgeleid van "amicus", ''vriend''. Het woord "dominee" is afgeleid van de vocatief ''dominē'' van het woord ''dominus'' ("heer"). In [[1625]] stelde [[Christiaen van Heule]] in zijn werk ''[[De Nederduytsche Grammatica ofte Spraec-konst]]'' dat het Nederlands naast de [[nominatief]], [[genitief]], [[datief]] en [[accusatief]] naar analogie met het [[Latijn]] ook een Vocatief (of ''Rouper'') kende. Dit is later echter weer ingetrokken door andere grammatici.