Hans Carossa: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Edoderoobot (overleg | bijdragen)
k #add_Authority_control
Carossa stond op de ‘Sonderliste der Unersetzlichen Künstler’.
Regel 11:
In 1929 gaf Carossa zijn praktijk op en richtte zich geheel op het schrijverschap. Na de machtsovername van de [[Nazi|nazi's]] in 1933 bleef Carossa, anders dan de meeste andere schrijvers, in Duitsland. Hij ging net als [[Erich Kästner (schrijver)|Erich Kästner]] in de ''"innere Emigration"''. Omdat de nationaalsocialisten de [[Preusische Akademie für Sprache und Dichtung]] hadden overgenomen en omgedoopt tot Deutsche Akademie für Dichtung, wees Carossa zijn benoeming hierin af. Maar in het Derde Rijk werd hij toch een gerenommeerd schrijver.
 
In 1941 stierf zijn vrouw Valerie en in oktober accepteerde hij zijn benoeming tot president van de nationaalsocialistische ''Vereniging van Europese Schrijvers'' [[Europäische Schriftsteller-Vereinigung]] in [[Weimar (Thüringen)|Weimar]]. Zijn rol in het [[Derde Rijk]] is hevig bekritiseerd vanwege zijn politieke activiteiten. Onder meer gaf hij in 1934 een lezing voor de [[Hitlerjugend]] en hij bezocht de [[Reichsparteitag]] van de [[NSDAP]]. In 1944 stelden [[Adolf Hitler]] en [[Joseph Goebbels]] een ‘[[Gottbegnadeten-Liste]]’ samen, met daarop de belangrijkste kunstenaars van het [[Nazi-Duitsland|Derde Rijk]]. Hans Carossa werd op een bijbehorende afzonderlijke lijst (‘Sonderliste der Unersetzlichen Künstler’) opgevoerd als een van de zes grootste Duitse schrijvers.
In een rede voor het [[Goethe-Gesellschaft]] in Weimar in 1938 verklaarde hij zich nog voorstander van een "rijk van de geest en het hart" en niet van een Führerstaat en de verovering van andere landen. Na de oorlog probeerde hij zich te rechtvaardigen met een autobiografisch geschrift ''Ungleiche Welten''. Carossa trouwde in 1943 met Hedwig Kerber, die hij in 1927 had leren kennen en met wie hij al een 13-jarige dochter had. In 1948 werd hij ereburger van de stad [[Landshut (stad)|Landshut]] en van Passau. In 1956 stierf zijn tweede vrouw Hedwig; in september overleed Carossa zelf in Rittsteig. Zijn graf bevindt zich op het kerkhof van het Passauer stadsdeel Heining.
 
== Werk ==