Alkmaar: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
gemeentelijke samenwerking verplaatst naar Alkmaar (gemeente)
Ari072 (overleg | bijdragen)
k De oude naam van vroeger die in Zeeland oorlog voerde met dirk van Holland.
Labels: Ongedaan gemaakt Visuele tekstverwerker
Regel 40:
Alkmaar is ontstaan op een [[strandwal]], waarover een lange landweg naar het zuiden van [[Holland]] liep. Het was van origine een agrarische nederzetting, die gecentreerd was rond de in de 10e eeuw gestichte [[Grote of Sint-Laurenskerk (Alkmaar)|Sint-Laurenskerk]] in het westelijke deel van de latere binnenstad. Op de strandwal lagen de akkers. Iets ten oosten daarvan lagen de lagergelegen veen- en kleigronden van de [[Meent|Mient]]. De [[Schedeldoekshaven (Alkmaar)|Scheteldoekshaven]] bij Alkmaar bood een mogelijkheid tot handel via de [[Laat (Alkmaar)|Laat]] en het oostelijker gelegen [[Voormeer]] naar de [[Rekere]] in het noorden en het [[Schermer (droogmakerij)|Schermermeer]] in het zuiden en oosten. Via het Voormeer was de plaats ook verbonden met het [[Almere (meer)|Almere]] (de latere [[Zuiderzee]]). De agrarische bebouwing is deels nog terug te zien in het feit dat in dit deel van de stad nog steeds veel lage arbeiderswoningen staan van een laag met een kap, zoals langs de Geest en de Doelenstraat.<ref name=":0">{{Citeer nieuws|achternaam=Heslinga, M.W. et al.|voornaam=|werk=Nederland in kaarten. Verandering van stad en land in vier eeuwen cartografie|datum=1985|titel=De plattegrond van de Hollandse stad. Alkmaar aan het einde der middeleeuwen|bezochtdatum=|pagina's=32-33|taal=|url=}}</ref>
 
Toen graaf [[Dirk VII van Holland]] met Morris Piet VI in Zeeland oorlog voerde, viel zijn broer [[Willem I van Holland|Willem van Friesland]] in november 1195 [[West-Friesland (regio)|West-Friesland]] binnen. Gravin [[Aleid van Kleef]] trok daarop ten strijde tegen haar zwager en versloeg hem bij Alkmaar.<ref>{{Citeer boek |last=de Graaf |first=Ronald P. |date=2004 |title=Oorlog om Holland, 1000-1375 |url=https://books.google.com/books?id=YJufxksLAgAC&pg=PA313 |location=Hilversum |publisher=Uitgeverij Verloren |page=313 |isbn=9789065508072 |accessdate=8 januari 2017}}</ref> Op 11 juni 1254 werden aan Alkmaar [[stadsrechten]] verleend door [[Willem II van Holland]]. De stad deed toen voornamelijk dienst als grensvesting en uitvalsbasis in de strijd tegen de [[West-Friese Oorlogen|West-Friezen]]. Daartoe liet de graaf van Holland ten noordwesten van de stad de [[Torenburg]] bouwen aan het einde van de Koningsweg.
 
Met het verslaan van de West-Friezen werd de weg geopend voor de aanleg van dijken en wegen ten noorden van de stad en begon een rustigere periode voor de handel. In de loop van de 13e eeuw kon Alkmaar hierdoor en door haar ligging bij het Voormeer uitgroeien tot een internationale handelsstad. In de 14e eeuw vonden er verschillende [[Jaarmarkt|jaarmarkten]] plaats, waar ook internationale [[Handelaar|kooplieden]] kwamen. Na de [[Stadsbrand van Alkmaar|grote stadsbrand van 1328]] werd de stad door middel van [[aanplemping]] buiten de oostelijke dijk verder uitgebreid. Hier ontstond nieuwe bebouwing in de Mient, [[Luttik Oudorp]] en [[Voordam]], waar de schepen aanlegden met hun handelswaren. De handel concentreerde zich vervolgens rond de Mient en het [[Fnidsen]] ("Venetië"). Ook de markt werd verplaatst van de kerk naar het Fnidsen en de kade van Luttik Oudorp. Door handel, visserij en scheepvaart verschoof het economisch zwaartepunt van de stad in de 15e eeuw naar het oosten. In het steeds minder aantrekkelijkere en daardoor minder dure oude westelijke deel van de stad vestigden zich vanaf de 14e eeuw veel kloosters, waarvan het vroegere bestaan tegenwoordig nog teruggevonden kan worden in namen als Begijnenstraat, Clarissenbuurt, Paternosterstraat en de Sint Katherijnenstraat. In de 15e en 16e eeuw werd de stad verder uitgebreid met aanplempingen en kreeg zo een wat gelijkmatigere vorm. Als gevolg van de [[Opstand van het Kaas- en Broodvolk]] in 1492 werd de stad gedwongen om tijdelijk de stadspoorten en de wallen te slechten. Later werd een nieuwe omwalling aangelegd met 12 torens en 4 poorten, die onder andere te zien is op de kaart van [[Jacob van Deventer (cartograaf)|Jacob van Deventer]] van rond 1560. Aan oostzijde langs het Voormeer waren geen versterkingen. In de 16e eeuw werden steeds meer gebieden rond de stad bedijkt en [[Droogmakerij|drooggemalen]]. Hierdoor verloor de stad enerzijds haar verbinding met de zee en de daarmee gepaard gaande handel. Anderzijds kreeg ze door de droogmakerijen een veel groter [[Periferie (aardrijkskunde)|achterland]] en zo een grotere [[verzorgingsgebied]]. Door specialisatie in kaas en bier wist de stad haar positie als handelsstad deels te behouden.<ref name=":0" />