Franse mediterrane veldtocht van 1798: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Add 4 books for Wikipedia:Verifieerbaarheid (20210222)) #IABot (v2.0.8) (GreenC bot
k herred.; hoewel "vaarde" wel geregeld voorkomt, wordt elders in deze tekst juist weer "voer" gebruikt. Het leest dan prettiger om dezelfde vorm maar overal aan te houden, waarbij "voer" de voorkeur heeft
Regel 59:
Omdat hij Napoleon niet kon vinden, keerde Nelson terug op volle zee en bereikte [[Sicilië]] op 19 juli. Ondertussen bereikte Napoleon Alexandrië, bestormde de stad en [[Expeditie van Napoleon naar Egypte|trok het land in]]. De Franse schepen bleven achter onder bevel van viceadmiraal [[François Paul de Brueys d'Aigalliers]] en bleven voor anker in de [[Baai van Aboukir]]. Dit nieuws kwam (via geheime rapporten afkomstig uit het Griekse [[Koroni]]) ter ore bij Nelson, die opnieuw oostwaarts koers zette en op 1 augustus de Baai van Aboukir bereikte.
 
Nelson beval een onmiddellijke aanval op de Franse schepen,. enEr begon een zeeslag begon, die men later de [[Slag bij de Nijl]] zou gaan noemen. Viceadmiraal [[François Paul de Brueys d'Aigalliers]] was niet voorbereid op deze verrassingsaanval. Zijn schepen konden dan ook niet meer ontsnappen aan een Britse omsingeling. De Franse schepen, waaronder het pronkstuk de [[Orient (Frans schip, 1791)|''Orient'']], werden ingenomen door de Britten. Tegen 9 uur 's avonds vatte de ''Orient'' echter vuur en ontplofte, waarbij het grootste deel van de bemanning omkwam. Ook viceadmiraal [[François Paul de Brueys d'Aigalliers]], de Franse aanvoerder, liet het leven. Gedurende twee dagen waren er nog sporadische gevechten, totdat alle Franse schepen tot zinken waren gebracht. Het verlies van de zeeslag bracht Napoleon een zware slag toe: hij verloor elf [[Linieschip|linieschepen]] en twee [[fregat]]ten. Ook het machtsevenwicht in het [[Middellandse Zeegebied]] wijzigde in zijn nadeel.
 
Deze Franse nederlaag zette andere landen aan om deel te nemen aan de [[Tweede Coalitieoorlog]] tegen Frankrijk. [[Koninkrijk Portugal|Portugal]], het [[Koninkrijk Napels]], het [[Russische Keizerrijk]] en het [[Ottomaanse Rijk]] brachten troepen op de been in de Middellandse Zee. De Russen en de Turken namen deel aan de blokkade van Egypte en aan operaties in de [[Adriatische Zee]], terwijl de Portugezen deelnamen aan het [[Beleg van Malta (1798-1800)|Beleg van Malta]]. De aanval werd door Nelson aangestuurd vanuit zijn hoofdkwartier in [[Napels (stad)|Napels]]. Nelson, die overigens gewond was geraakt tijdens de Slag bij de Nijl<ref group=noot>Net als zijn Franse opponent [[François Paul de Brueys d'Aigalliers]] zou ook [[Horatio Nelson]] sterven tijdens de gevechten, namelijk tijdens de [[Slag bij Trafalgar]], nabij Spanje, in 1805.</ref>, wist hij koning [[Ferdinand I der Beide Siciliën]] te overhalen om in de oorlog tegen Frankrijk te stappen. Ferdinand zou aanvankelijk aanzienlijke delen van zijn grondgebied verliezen, waarna de Fransen er de [[Parthenopeïsche Republiek]] stichtten. Reeds in 1802 kon hij deze gebieden heroveren en de [[monarchie]] herstellen. In de westelijke Middellandse Zee viel viceadmiraal [[John Jervis]], die vertrokken was uit [[Cádiz (stad)|Cádiz]], het eiland [[Menorca]] aan, dat snel kon worden ingenomen en ging dienen als uitvalsbasis voor de Britse [[Royal Navy]].
Regel 117:
Op 12 juni maakte Napoleon uiteindelijk de bestemming van de militaire expeditie bekend aan zijn vloot, namelijk [[Alexandrië]], in Egypte. Eerst zou de vloot wel nog langs het Griekse eiland [[Kreta]] varen. Napoleon vertrok uit Malta, maar liet [[Claude-Henri Belgrand de Vaubois]] en 4.000 manschappen achter op het eiland, om zo de controle over het centrale Middellandse Zeegebied te behouden.<ref name="RLA13">Adkins, p. 13</ref> Opdat de Franse bestemming of eventuele vermoedens daaromtrent niet verder verspreid zouden worden, gaf [[François Paul de Brueys d'Aigalliers]] het bevel dat ieder koopvaardijschip dat men onderweg naar Alexandrië zou kruisen, overmeesterd zou worden.<ref name="SM256">Maffeo, p. 256</ref>
 
Eind juni vingen de Britten echter toch de eerste berichten op over de bestemming van de Franse vloot, toen het fregat [[HMS Seahorse (1794)|HMS ''Seahorse'']] van kapitein [[Edward Foote]] tijdens het [[Incident van 27 juni 1798]] het Franse fregat [[French frigate Sensible (1788)|''Sensible'']] aanviel en overmeesterde. Dit Franse schip was na de inname van Malta teruggekeerd naar Toulon met buit en gewonde soldaten uit Malta, waaronder ook generaal d'Hilliers.<ref name="WJ208">James, p. 208</ref> De Franse opvarenden werden gevangengenomen en van hen wisten de Britten het einddoel van Napoleon te achterhalen. De HMS ''Seahorse'', later bijgestaan door de HMS ''Terpsichore'', vaardevoer onmiddellijk opnieuw uit in de hoop Nelson te vinden en hem het nieuws mede te delen.<ref name="WJ160">James, p. 160</ref>
 
== Egypte ==
=== Aankomst in Alexandrië ===
De trip van Sicilië naar Alexandrië van de Britten verliep zonder incidenten en duurde zes dagen. Nelson kreeg gedurende deze zes dagen amper nieuwe informatie binnen door een gebrek aan fregatten, die dan eventueel voorop hadden kunnen varen om informatie te verzamelen. Hij kon enkel spreken met de bemanningen van twee koopvaardijschepen, die echter geen verdere informatie konden bieden over de Franse vloot.<ref name="WJ154">James, p. 154</ref> Dit gebrek aan fregatten werd pijnlijk duidelijk toen men aan de horizon enkele schepen zag,<ref name="NM254">Mostert, p. 254</ref> maar Nelson weigerde in te gaan op de vraag van kapitein [[Thomas Thompson]] van de [[HMS Leander (1780)|HMS ''Leander'']] om deze passanten te onderzoeken. Nelson geloofde namelijk dat de Fransen vijf dagen voorsprong hadden en wilde dan ook geen tijd verliezen om naar Alexandrië te varen.<ref name="JK56">Keegan, p. 56</ref> Was Nelson evenwel toch ingegaan op het voorstel van Thompson, dan had hij ontdekt dat de passerende schepen in de verte Franse verkenningsschepen waren, die deel uitmaakten van de vloot van Napoleon, die in werkelijkheid veel dichter in de buurt was dan Nelson dacht.<ref name="RLA14">Adkins, p. 14</ref> De Franse schepen hadden de vloot van Nelson echter ook opgemerkt en berichtte hierover aan Napoleon, die hierop zijn koers noordelijker verlegde om een confrontatie te vermijden.<ref name="EB182">Bradford, p. 182</ref> Als gevolg hiervan stak de Britse vloot de Franse vloot voorbij in het donker, terwijl er ook nog eens een stevige mist hing boven het gebied. Ook al kon men vanop de ''Orient'' de Britse kanonnen horen, nog konden de Britse uitkijkposten de Fransen niet opmerken. Volledig in het ongewisse over de werkelijke Franse positie, zeilde Nelson verder richting Alexandrië.<ref name="SM258">Maffeo, p. 258</ref> Als gevolg van de koerswijziging door Napoleon waren de beide vloten niet meer in elkaars gezichtsveld toen het de volgende dag weer licht werd.<ref name="EB185">Bradford, p. 185</ref> De HMS ''Mutine'', die vooruit gestuurd was, arriveerde op 29 juni als eerste in Alexandrië en merkte op dat de Fransen niet aanwezig waren in de haven.<ref name="OW58">Warner, p. 58</ref> Toen vervolgens ook de Britse hoofdvloot arriveerde, probeerde Nelson in contact te komen met hun consul [[George Baldwin]],. watDit mislukte echter niet lukte, omdat hij kort voor de aankomst ontslagen was door de Britse regering en de stad reeds had verlaten.<ref name="ODNB">{{Citeer journal |last= Mew|first=James |month= |title=Baldwin, George |journal=Oxford Dictionary of National Biography|id= |url=http://www.oxforddnb.com/view/article/1165|accessdate=|quote=}}</ref> Als gevolg hiervan kon Nelson geen beroep doen op de Britse diplomatie ter plekke.<ref name="EB188">Bradford, p. 188</ref> [[Thomas Hardy (marineofficier)|Thomas Hardy]] waarschuwde de Ottomaanse gouverneur Sayyid Muhammad Kurayyim dat de Fransen naderden. Kurayyim antwoordde dat hij de Franse vloot nog niet had opgemerkt en dat de neutraliteit van het [[Ottomaanse Rijk]] zou verbieden dat de Fransen noch de Britten de haven mochten gebruiken of mochten landen aan hun kusten.<ref name="WJ154" /> Hij stond afwijzend tegenover de Britse waarschuwing: "''het is onmogelijk dat de Fransen naar hier zouden komen. Ze doen hier geen zaken en zijn niet in oorlog met ons.''"<ref name="SM257">Maffeo, p. 257</ref> Zonder consul Baldwin bleek al snel dat andere diplomatieke deuren gesloten bleven. Bovendien was er nog steeds geen teken dat de Fransen naderden. Nelson besloot daarom om opnieuw te vertrekken op 29 juni, richting het noordoosten, om zo de Middellandse Zee nog eens door te varen, met bestemming [[Korfoe (eiland)|Korfoe]]. Hij vaardevoer deze keer noordelijker, dit alles in de hoop Napoleon alsnog aan te treffen op zee.<ref name="RLA15">Adkins, p. 15</ref>
 
=== Franse invasie in Egypte ===
Regel 158:
 
=== Alexandrië ===
Nu de Franse maritieme aanwezigheid in de Middellandse Zee fors was teruggedrongen, konden de landen van de [[Tweede Coalitieoorlog|Tweede Coalitie]] hun dominantie in de regio uitbreiden. Vanuit [[Alexandrië]] konden de Britten onder kapitein Hood met succes iedere communicatie verhinderen tussen Frankrijk en de Franse troepen in Egypte, onder leiding van [[Napoleon Bonaparte]], die daar nog steeds hun veldtocht voortzette, die op zich los stond van de gebeurtenissen tijdens de [[Slag bij de Nijl]].<ref name="WJ191">James, p. 191</ref> Op 22 augustus, drie dagen na het vertrek van [[Horatio Nelson]], onderschepte de in Alexandrië achtergebleven HMS ''Alcmene'' het Franse schip de ''Légère'' in de Alexandrische haven en dwong de kapitein van het schip tot overgave.<ref name="WLC376">Clowes, p. 376</ref> Drie dagen later stuurde kapitein Foley van de HMS ''Goliath'' een schip naar Aboukir, waar men het Franse schip ''Torride'' wist te overmeesteren. Dit schip vocht overigens mee tijdens de [[Slag aan de Nijl]], maar wist blijkbaar te ontkomen tijdens de gevechten.<ref name="WJ192">James, p. 192</ref> Op 2 september bereikte de Franse ''Anémone'' Egypte, met aan boord 60 Franse soldaten uit Malta.<ref name="WLC376" /> De HMS ''Swiftsure'' en de HMS ''Emerald'' konden dit Franse schip haarvan koers doen wijzigen, weg van de haven van Alexandrië, naar het nabijgelegen Marabou. Aldaar werden de Fransen onder vuur genomen door lokale [[Partizaan|partizanen]], dedie de meeste Fransen doodden.<ref name="WJ193">James, p. 193</ref> Luitenant [[Francis William Fane]] kon amper vijf Franse soldaten redden.<ref name="WLC376" />
 
In oktober werd de bescheiden Britse vloot in de haven van Alexandrië vergroot door de komst van vier Portugese linieschepen en van de HMS ''Lion'' van kapitein [[Manley Dixon]]. De Portugezen zetten echter enkele dagen later reeds koers naar [[Malta (eiland)|Malta]].<ref name="WJ193" /> Op 19 oktober volgde dan weer versterking van twee Ottomaanse [[korvet]]ten, twee Russische fregatten en 16 kleinere Ottomaanse schepen, de werden opgetrommeld door Hood tijdens een bezoek aan het eiland [[Rodos (eiland)|Rodos]] met de HMS ''Swiftsure'' de vorige week.<ref name="WJ194">James, p. 194</ref> De kleinere schepen werden op 25 oktober ingezet op op de Fransen te vuren nabij het Maadiemeer. De resultaten van deze actie waren echter pover. Na enkele dagen staakte men de gevechten en voor de rest van het jaar 1798 zouden er geen militaire acties meer plaatsvinden voor de kusten van Egypte. De Ottomaanse en Russische schepen keerden terug in december, terwijl de HMS ''Lion'' Alexandrië verliet om de [[blokkade van Malta]] te ondersteunen.<ref name="WLC377">Clowes, p. 377</ref>
Regel 171:
[[Bestand:FerdinandITwoSicilies.jpg|miniatuur|Ferdinand I, koning der Beide Siciliën.]]
{{Zie hoofdartikel|Franse bezetting van Malta|Beleg van Malta (1798-1800)}}
Meer naar het westen toe werd [[Malta (eiland)|Malta]], dat [[Franse bezetting van Malta|door nog steeds de Fransen werd bezet]], onderworpen aan een blokkade. Het terugkerende gedeelte van de Britse vloot onder leiding van Saumarez beriekte Malta in september. Daar troffen ze de Portugese schepen aan onder leiding van Tomás Xavier Teles de Castro da Gama, de [[markies van Niza]], alsook het Britse schip HMS ''Lion'', onder bevel van [[Manley Dixon]].<ref name="WJ188">James, p. 188</ref> Terwijl de vloot er wachtte op meer gunstige winden, werden er een delegatie inlandse Maltazers aan boord van Saumarez' schip ''Orion'' gebracht op 25 september. Zij wisten te vertellen dat de Maltese bevolking in opstand was gekomen tegen hun Franse bezetter en dat de Franse troepen waren teruggedrongen tot in het fort van hoofdstad [[Valetta]].<ref name="RG67">Gardiner, p. 67</ref> Saumarez probeerde te onderhandelen over een Franse overgave met [[Claude-Henri Belgrand de Vaubois]], de generaal die Napoleon met 4.000 manschappen in juni had achtergelaten op Malta, maar dit leidde tot niets. Omdat hij de verderzetting van zijn reis naar [[Gibraltar]] niet langer kon uitstellen, stopte Saumarez de Maltezen 1.200 musketten toe en beloofde hij henhun om versterking te sturen zodra hij kon.<ref name="WLC374">Clowes, p. 374</ref> Tegen 12 oktober werd Valetta bestookt door 10.000 Maltese burgers tijdens de zogenaamde [[Beleg van Malta (1798-1800)|Beleg van Malta]], dat zou duren tot 1800. Vaubois had nog een 3.000 manschappen over, maar de aankomst van de in Egypte gevluchte Villeneuve met zijn lijnschip ''Guillaume Tell'' en twee fregatten vormden wel een versterking.<ref name="WJ189">James, p. 189</ref>
 
Op de dag dat de Fransen zich in Malta terugtrokken op Valetta, stuurde Nelson de HMS ''Alexander'', de HMS ''Culloden'', en de HMS''Colossus'' in Napels naar Malta, om daar een blokkade op te werpen. Een en ander gebuerdegebeurde onder leiding van kapitein [[Alexander Ball]]. De Napolitanen weigerden evenwel om troepen naar Malta te sturen. De Portugezen, onder de markies van Niza, werden wel bereid gevonden om de blokkade te ondersteunen. Nelson, die ondertussen Lord Nelson was geworden, arriveerde zelf ter hoogte van Malta met de HMS ''Vanguard'' op 24 oktober.<ref name="RG67" /> Vier dagen later gat Nelson de toestemming om te onderhandelen over de overgave van het nabijgelegen eiland [[Gozo]]. The Fransen hadden de militaire posities op dit kleine eiland reeds verlaten. De Britten konden op het eiland 24 Franse kanonnen recupereren, alsook 3.200 zakken graan, die hoogdringend werden uitgedeeld onder de bevolking van Malta. Nadien vonden ook in Malta geen verdere krijgsverrichtingen meer plaats gedurende 1798.<ref name="WJ189" />
 
Vervolgens zette Nelson koers naar het [[Koninkrijk Napels]], waar hij uitbundig werd ontvangen door koning [[Ferdinand I der Beide Siciliën]] en koningin [[Maria Carolina van Oostenrijk (1752-1814)|Maria Carolina]].<ref name="RG47">Gardiner, p. 47</ref> Gedurende de volgende weken werd Nelson als een geëerde gast ontvangen, terwijl sommigen hem op dat moment verweten om niet meer om te zien naar zijn maritieme verantwoordelijkheden.<ref name="RG47" /> het is tijdens dit verblijf in Napels dat er een liefdesrelatie zou ontpoppen tussen Nelson en [[Emma Hamilton]], de vrouw van de lokale Britse consul. Tevens kon hij koningin Maria Carolina, die zeer anti-Frans was, aanzetten tot het overhalen van haar echtgenoot, de koning, om in de oorlog tegen Frankrijk te stappen. Ferdinand ging hierop in en beval een inval in Rome, om er de Fransen uit de stad te weren.<ref name="EB223">Bradford, p. 223</ref> Dit lukte en koning Ferdinand marcheerde op 29 november door de staten van Rome, al bleek de glorie van korte duur. De Fransen plaatsen een tegenaanval en veroverden het deel van Ferdinands koninkrijk op het Italiaanse vasteland. Koning Ferdinand zag zich genoodzaakt te vluchten. Aan boord van Nelsons HMS ''Vanguard'' vluchtte het Napolitaanse vorstenpaar met hun hofhouding naar [[Palermo (stad)|Palermo]], op [[Sicilië]].<ref group=noot>Op 20 juni 1802 werd Napels heroverd op de Fransen en werd en Ferdinand I op de troon hersteld. Hij keerde na het Verdrag van Amiens in 1802 definitief terug naar het [[Koninkrijk Napels]].</ref> De Fransen hadden ondertussen de monarchie afgeschaft en het [[Koninkrijk Napels]] vervangen door de [[Parthenopeïsche Republiek]].<ref name="WLC375" />
Regel 180:
{{Zie hoofdartikel|Incident van 15 juli 1798}}
[[Bestand:Lion and Dorotea.jpg|300px|miniatuur|''Capture of the Dorothea, 15 July 1798''. Geschilderd door [[Thomas Whitcombe]], 1816.]]
Terwijl Nelson vertoefde in de centrale en oostelijke Middellandse Zee, stelde de Britse basisvloot in Portugal, onder leiding van [[John Jervis]], vast dat de Spaanse vloot niet bij machte was om een aanval op te zetten. Op 24 mei kreeg de basisvloot, die al die tijd op de [[Taag]] voor anker lag, versterking van admiraal [[Roger Curtis]], die het bevel had gekregen om blokkades op te werpen voor de Zuid-Spaanse havens, in het bijzonder die van [[Cádiz (stad)|Cádiz]], waar de Spaanse vloot voor anker lag.<ref name="WJ195">James, p. 195</ref> Wat volgde was overleg tussen Jervis en admiraal don [[Joseph Massaredo]], de Spaanse opperbevelhebber.<ref name="WJ195" /> Gedurende het voorbije jaar was de Spaanse vloot amper uitgevaren, een uitzondering in april niet te na gesproken.<ref name="WLC377" /> De enige noemenswaardige verrichting die de SpaaneSpaanse vloot had volbracht was het kruisen van de Britse HMS ''Lion'', onder bevel van [[Manley Dixon]], nabij [[Cartagena (Spanje)|Cartagena]].<ref name="LG1">''London Gazette'', 15 september 1798, p. 879.</ref> In het daarop volgende [[Incident van 15 juli 1798]], kwam het tot een confrontatie, die echter nefast afleipafliep voor de Spanjaarden. Terwijl de belangrijkste Spaanse schepen zich terugtrokken naar Catagena werd hun schip ''Santa Dorotea'' verslagen en overmeesterd door de Britten.<ref name="RG54">Gardiner, p. 54</ref>
 
Op het moment dat de Franse meditteranemediterrane vloot was vernietigd in de [[Baai van Aboukir]], was [[John Jervis]] vastberaden om een Britse hegemonie te installeren op de [[Middellandse Zee]]. Hiervoor had zijn vloot natuurlijk een uitvalsbasis nodig, een haven waar het voldoende diep was om met grote schepen aan te meren en die tegelijkertijd niet vanop land kon worden aangevallen.<ref name="RG45" /> De haven die het best binnen deze voorkeuren paste was de haven van [[Maó]] op het Balearische eiland [[Menorca]], waar recent een groot nieuw dok was aangelegd en waar grote pakhuizen en een martitiemmaritiem hospitaal waren gebouwd. Deze infrastructuur werd volledig door de Britten gebouwd, tijdens de periodes van Britse bezetting van 1708 tot 1756 en van 1763 tot 1781.<ref name="RG45">Gardiner, p. 45</ref> Jervis stuurde daarom een invasie-eenheid naar het eiland onder bevel van commandeur [[John Thomas Duckworth]] met een klein leger van kolonel [[Charles Stuart]].<ref name="WJ196">James, p. 196</ref> het expeditieleger landde op Menorca op 7 november. De troepen landden ter hoogte van Addaya. Al snel konden de Britten doorstoten op het eiland om zo Port Mahon te bereiken. Dorp na dorp gaf zich over, waaronder ook [[Fournella]], die uitzicht gaf op de belangrijkste ankerplaats rond het eiland.<ref name="RG45" /> Op 16 november gaf [[Ciudadella]] zich over en viel de controle over Menorca volledig in Britse handen.<ref name="WLC378">Clowes, p. 378</ref>
 
{{Navigatie Franse meditterane campagne van 1798}}