Karel van Blois: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 18:
In 1337 huwde hij met [[Johanna van Bretagne]], sinds het overlijden van haar vader [[Gwijde van Bretagne|Gwijde]] in 1331 gravin van Penthièvre. Na het huwelijk bestuurde Karel het graafschap Penthièvre in het recht van zijn echtgenote. Omdat de oom van Johanna, hertog [[Jan III van Bretagne]], geen directe nakomelingen had, waren Johanna en Karel eveneens de hoofderfgenamen van het hertogdom Bretagne. Na het overlijden van Jan III erfde het echtpaar naast het hertogdom Bretagne eveneens het burggraafschap [[Limoges]].
 
[[Jan van Montfort]], een halfbroer van de overleden Jan III, liet echter ook zijn aanspraken op het hertogdom Bretagne gelden. Dit leidde tot de [[Bretonse Successieoorlog]], die meer dan twintig jaar zou duren. Terwijl Karel en Johanna de steun hadden van de Franse kroon, werd Jan van Montfort gesteund door het [[koninkrijk Engeland]]. Hoewel Karel zeer vroom was, aarzelde hij na de belegering van [[Quimper]] niet om de massamoord van 2.0002000 inwoners te bevelen. Uiteindelijk kon Karel zijn heerschappij enkel over het oosten van Bretagne vestigen, terwijl het westen in handen was van de Engelsen en de aanhangers van Jan van Montfort en diens zoon [[Jan IV van Bretagne|Jan IV]].
 
In 1347 werd Karel bij de Slag bij [[La Roche-Derrien]] gevangengenomen door de Engelsen, waarna hij negen jaar lang werd opgesloten in de [[Tower of London (gebouw)|Tower of London]]. In 1356 kwam hij na het betalen van een half miljoen [[écu]]s losgeld terug vrij, waarna hij zijn strijd tegen de Montforts verderzette. In 1364 sneuvelde hij bij de Slag bij Auray, wat het einde betekende van de Bretonse Successieoorlog en voor de overwinning van de Montforts zorgde.
 
Karel was een strenggelovig man wiens vroomheid tot zelfkastijding leidde. Naar verluidt legde hij kiezelstenen in zijn schoenen, droeg hij geknoopte touwen op zijn huid en biechtte hij elke avond om te vermijden dat hij in zonde zou gaan slapen. Hij was een ervaren legercommandant die zijn soldaten met religieuze ijver aanvoerde. Wegens zijn vroomheid wilde de Katholieke Kerk hem heilig verklaren, maar zijn rivaal Jan IV zorgde ervoor dat [[paus Gregorius IX]] dit tegenhield. Uiteindelijk werd hij in 1904 alsnog [[zaligverklaring|zaligverklaard]]. Hij wordt vereerd op 30 september.