Joos van Cleve: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
hertrouwd --> hertrouwt
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 30:
In 1520 wordt hij nogmaals benoemd tot deken van het gilde, ditmaal samen met [[Jan Wellens de Cock]], een andere schilder.<ref group=r>Ph. Rombouts en Th. van Lerius, p. 94.</ref> In hetzelfde jaar werd Van Cleve ook lid van het gilde van ''Onze-Lieve-Vrouwelof'' bij de [[Onze-Lieve-Vrouwekathedraal (Antwerpen)|Onze-Lieve-Vrouwekerk]].<ref group=a>Van den Branden 1883; Rekening der Gilde van O.L.Vrouwelof, in O.L.Vrouwekerk, 1520. p. 128.</ref> In 1523 kwam Jacob (Coppen) Tomassone<ref group=r>Ph. Rombouts en Th. van Lerius, p. 103.</ref> bij hem in de leer en in 1525 wordt hij voor de derde keer aangesteld tot deken van het gilde samen met Willem van Meulenere.<ref group=r>Ph. Rombouts en Th. van Lerius, p. 105.</ref> Joos nam opnieuw twee leerlingen aan in 1535, Frans Dussy en Willeken de Stomme<ref group=r>Ph. Rombouts en Th. van Lerius, p. 125-126.</ref> en in 1536 komt daar Joost Dierickssone<ref group=r>Ph. Rombouts en Th. van Lerius, p. 129.</ref> bij.
 
Het Sint-Lucasgilde richtte in 1538 een ''[[armenbus'']] op,<ref group=a>F. J. Van den Branden, 1883, pp. 134-135</ref> een stichtingkas die een uitkering moetmoest verzorgen voor verarmde of zieke gildebroeders. Ook van deze organisatie, waarvan hij medestichter was, wordt Van Cleve in 1538 en 1540 tot deken benoemd.<ref name="ll28 group=l" />
 
Joos van Cleve moet overleden zijn tussen 10 november 1540, de datum waarop hij zijn testament liet noteren en 13 april 1541, datum waarop in een koopakte voor twee huizen aan de Reyndersstraat, Katlijne van Mispelteeren weduwe genoemd werd. Op 4 februari verkocht de weduwe ''het Exterken'', het voormalig atelier.<ref group=a>F. J. Van den Branden, 1883, p. 133</ref>