Aartsbisdom Mechelen-Brussel: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Wikiwernerbot (overleg | bijdragen)
k Botverzoeken: toevoegen archieflinks en vervangen http:// door https://
Regel 36:
 
==Geschiedenis==
Mechelen werd bij de herindeling van de bisdommen in [[1559]] onder [[Filips II van Spanje|Filips II]] de zetel van een [[aartsbisdom]]: op [[12 mei]] [[1559]] richtte [[paus Paulus IV]] met de bul ''[[Super universas|Super Universas]]'' drie nieuwe [[kerkprovincie]]s op in de toenmalige Nederlanden: Mechelen, [[Aartsbisdom Utrecht (rooms-katholiek)|Utrecht]] en [[Aartsbisdom Kamerijk|Kamerijk]]. Hiermee werden de [[Lage Landen (staatkunde)|Lage Landen]] ook in kerkelijk opzicht losgemaakt van [[Koninkrijk Frankrijk (hoofdbetekenis)|Frankrijk]] en het [[Heilige Roomse Rijk]]. Om het nieuwe aartsbisdom enig financieel draagvlak te geven werd de benedictijner [[abdij van Affligem|benedictijnerabdijAbdij van Affligem]], gelegen op de grens van het [[hertogdom Brabant]] en het [[graafschap Vlaanderen]], geïncorporeerd in het aartsbisdom Mechelen. Tot de Franse Revolutie was de aartsbisschop van Mechelen ook abt van Affligem. Het huidige aartsbisschoppelijk paleis op de Wollemarkt in Mechelen bevindt zich daarom ook op de plaats waar in de zestiende eeuw een [[refugehuis|refugium]] stond van de abdijAbdij van Affligem.
 
Onder [[Matthias Hovius]] ([[1596]]-[[1620]]) zou de [[Contrareformatie]] in het aartsbisdom definitief op gang komen. Geheel volgens de voorschriften van het [[Concilie van Trente]] (1545-1563) stichtte deze dynamische aartsbisschop een [[seminarie]] voor de opleiding van de clerus. In [[1607]] riep hij in Mechelen een ''Provinciaal Concilie'' samen waar de krachtlijnen werden vastgelegd van de zielzorg naar tridentijns model. Daarbij werd besloten een catechismus op te stellen. De eerste [[Mechelse Catechismus]], waarvan de redactie was toevertrouwd aan de [[jezuïeten|jezuïet]] [[Lodewijk Makeblyde]], verscheen vervolgens in 1609.<ref>E. Frutsaert, ''De R.-K. catechisatie in Vlaamsch België vanaf het concilie van Trente'', Leuven, 1934; A. Ampe, 'Het werk van P. Makeblyde S. J.', ''Ons geestelijk erf'', 2 (1944), 175–214.</ref>