Willem Stegenga: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
zonder rechtstreekse onbetwistebronvermelding lijkt me zo'n uitspraak niet houdbaar
Hurkonides (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 25:
 
Zoon Willem leerde na de lagere school niet verder en werd timmerknecht.
In 1931 werd hij vrijgesteld van dienstplicht wegens [[Dienstplicht|broederdienst]]. Zijn oudere broer Johannes had deze plicht al vervuld. Rond 1932 verhuisde het gezin naar [[Sneek (stad)|Sneek]] waar zijn vader Herre Stegenga een papierhandel begon.
 
=== 1940-1945 ===
Willem woonde in Sneek, Kleinzand 18, met zijn jonge gezin in het zelfde huis en op dezelfde verdieping als de verzetsfamilie [[groepGroep leverLever|Lever]]. Via deze familie kwam hij in aanraking met het verzetsnetwerk rond Sneek. Uit dit netwerk ontstond onder meer de [[groep Lever]]. Deze groep begon gaandeweg 1942 steeds meer verzetsactiviteiten te ontplooien. Zo verspreidde ze vanaf begin 1942 illegale bladen als [[Vrij Nederland]] en [[Trouw (krant)|Trouw]] en ging later ook onderduikers helpen, onder wie Joden en mensen die in Duitsland moesten gaan werken ('[[Arbeitseinsatz]]'). Willem was betrokken bij het laten onderduiken van zeker vijf Joden. Ook zijn vader Herre nam af en toe Joodse mensen op. In januari 1943 dook Willem Santema - initiator van de groep Lever - onder in Amsterdam. Vanaf dat moment moest de groep Lever op eigen benen staan. Zo haalden Jan Lever en Willem begin 1943 Joden uit Amsterdam, met het vrachtschip van Rinze Koch (Amsterdam-Workum-Bolsward vice versa). Zo lieten ze als eersten vader Presser met dochter en zoon in [[Workum]] in het hotel van Henk Bonnema onderduiken.
 
Rond begin 1943 kreeg Willem ruzie met zijn timmerbaas die naar Willem's smaak zijn oren te veel naar de Duitsers liet hangen. Hij kreeg ontslag en werd fulltime verzetsman. Begin 1943 wist Willem eindelijk aan een wapen te komen. Hij had er in zijn leven nog nooit één in handen gehad. Weldra kon hij er uitstekend mee overweg. Op 13 mei 1943 vertrokken Willem Stegenga en Jan Lever naar Amsterdam. Ze gingen Samuel Heymans - zoon van de rabbijn van Sneek - en diens vrouw Bloema Polak ophalen. Ze pakten opnieuw het [[Beurtvaart|beurtschip]] van Rinze Koch dat ze naar Workum bracht. Ook Heymans en zijn vrouw kwamen eerst in het hotel van Henk Bonnema terecht. Later doken ze onder in [[Gaast (Súdwest-Fryslân)|Gaast]]. Toen Willem en Jan Lever opnieuw naar Amsterdam gingen voor de ouders van Bloema Polak, bleken ze te laat: ze waren al opgepakt en kwamen beiden in [[Auschwitz (concentratiekamp)|Auschwitz]] om.