Rechtsgeleerdheid: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Typo gecorrigeerd
Labels: Visuele tekstverwerker Bewerking via mobiel Bewerking via mobiele website
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
'''Rechtsgeleerdheid''' of '''rechtswetenschap''' is de [[wetenschap]] van het [[recht]]. Men moet echter bij het woord "wetenschap" als men het op de rechtsgeleerdheid wil toepassen goed onderscheid maken tussen enerzijds wetenschap, die gebaseerd is op waarneming of proefondervindelijk onderzoek, en anderzijds geleerdheid, die werkt met interpretatie en belezenheid. Rechtsgeleerdheid is meer de tweede vorm van wetenschap. Zij bestaat in belezenheid in de juridische literatuur en vaardigheid om het daarin gevondene toe te passen op de feiten. De Romeinen, die een zeer belangrijk aandeel hebben gehad in de ontwikkeling van het rechtsgeleerde denken, spraken bij voorkeur van een "ars", hetgeen men in dit geval het beste kan vertalen als "ambacht" of "kunde".
 
In [[Nederland]] en [[Vlaanderen]] kan men rechtsgeleerdheid studeren aan de meeste [[universiteit]]en. De universitaire studie rechtsgeleerdheid wordt in de volksmond veelal '''rechten''' genoemd. IemandDeze diemeervoudsvorm stamt uit het doctoraaldiplomauniversitair (Nederland)onderwijs ofin licentiaatsdiplomade (Vlaanderen)middeleeuwen rechtentoen behaaldmen heeft,aan magde zichzelfjuridische ''[[Meesterfaculteit in de rechten(onderwijs)|Master of Lawsfaculteiten]]'' (LL.M.)kon noemen.kiezen Daarnaasttussen mag[[civiel derecht]] klassiekeen titel ''[[meestercanoniek in de rechtenrecht]]'' (mr.) gebruiktMen worden,kon dochdan alleenook bijde eengraad voorgeschrevenvan vakkenpakken, anders wordt de titel ''[[doctorandus]]''Doctor (drs.)in verkregen.beide Iemandrechten|doctor die nietin de masteropleidingbeide heeft afgerondrechten]], maar wel het bachelor-deel, mag zichzelf ''[[Bachelor ofdoctor Laws]]utriusque iuris'', (LL.B.) noemen. Deze graad is enigszins vergelijkbaar met het vroegere "[[kandidaats]]-examen"behalen.
 
Iemand die het doctoraaldiploma (Nederland) of licentiaatsdiploma (Vlaanderen) rechten behaald heeft, mag zichzelf ''[[Meester in de rechten|Master of Laws]]'' (LL.M.) noemen. Daarnaast mag de klassieke titel ''[[meester in de rechten]]'' (mr.) gebruikt worden, doch alleen bij een voorgeschreven vakkenpakken, anders wordt de titel ''[[doctorandus]]'' (drs.) verkregen. Iemand die niet de masteropleiding heeft afgerond, maar wel het bachelor-deel, mag zichzelf ''[[Bachelor of Laws]]'' (LL.B.) noemen. Deze graad is enigszins vergelijkbaar met het vroegere "[[kandidaats]]-examen".
De meervoudsvorm ''rechten'' stamt uit het universitair onderwijs in de middeleeuwen toen men aan de juridische [[faculteit (onderwijs)|faculteiten]] zowel het [[Romeins recht]] als het [[canoniek recht]] kon studeren. Men kon dan ook de graad van [[Doctor in beide rechten|doctor in de beide rechten]], '' doctor utriusque iuris'', behalen.
 
==Rechtenopleiding in België==
In België beantwoorden de rechtenopleidingen aan de Europese [[bachelor-masterstructuur]]. De universiteiten verlenen in het academisch onderwijs de graden van bachelor en master voor het studiegebied rechten.<ref>Voor Vlaanderen: artikel II.73, § 1, 6° van de [[Codex Hoger Onderwijs]]</ref> Qua wettelijke diplomavereisten is de master in de rechten gelijkgesteld met het vroegere doctor of [[licentiaat]] in de rechten.<ref>[http://www.ejustice.just.fgov.be/cgi_loi/change_lg.pl?language=nl&la=N&cn=2009123017&table_name=wet Wet van 30 december 2009 tot gelijkstelling van de graad van master in de rechten, master in het notariaat en master in het sociaal recht met respectievelijk een licentiaat of doctor in de rechten, een licentiaat in het notariaat en een licentiaat in het sociaal recht wat betreft de diplomavereisten voor juridische beroepen in wetten en reglementen die een aangelegenheid regelen als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet]</ref>
 
In de 19e eeuw moest men een [[Kandidaats|kandidatuur]] in de [[wijsbegeerte]] behalen om toegelaten te worden tot de kandidatuur in de rechten, die op haar beurt toegang gaf tot een doctoraalstudie.<ref>Artikel 37 van de organieke wet van 27 september 1835 op het openbaar onderwijs en artikel 2 van de wet van 20 mei 1876 op de academische graden</ref> Op eigen initiatief organiseerden de universiteiten daarnaast een wetenschappelijk doctoraat rechtsgeleerdheid, dat een [[proefschrift]] behelsde en een academische titel opleverde, maar verder geen wettelijke graad. Om de [[vrijheid van onderwijs]] te verzoenen met de beroepstoegang verleend door academische diploma's, werden de examens centraal afgenomen door een commissie in Brussel. Vanaf 1876 mochten universiteiten zelf examens afnemen en graden toekennen, zij het dat diploma's nog centraal moesten worden bekrachtigd.
 
Een hervorming in 1890 behield nog de titel van kandidaat in de rechten, maar maakte het programma inhoudelijk een variant op de kandidatuur letteren en wijsbegeerte. Dit mondde in 1929 uit in het schrappen van de graad van kandidaat in de rechten: voortaan stapte men rechtstreeks over van de tweejarige letterenkandidatuur – weliswaar met een gedifferentieerd examenprogramma – naar de driejarige doctoraalstudie rechten.<ref>Artikel 1 van de wet van 21 mei 1929</ref> In 1967-1969 werd dit syteem ingrijpend hertekend: de kandidaatsstudie werd overgeheveld van de letterenfaculteit naar de [[rechtsfaculteit]], de driejarige cyclus met de eigenlijke rechtsvakken werd een [[licentiaat]], en doctor werd een derde graad die slechts te verkrijgen was met een [[proefschrift]] na ten vroegste twee jaar (wat dus het doctoraat rechtsgeleerdheid opslorpte).<ref>Raf Verstegen, [https://www.law.kuleuven.be/apps/jura/public/art/12n2/verstegen.pdf Academische graden en bekwaamheidsbewijzen], in: ''Jura Falconis'', 1975-1976, p. 180-181</ref>
==Zie ook==
* [[Glossarium van de rechtsgeleerdheid]]
Regel 10 ⟶ 17:
* [[Nederlands recht (studie)]]
 
== Voetnoten ==
{{references|90%}}
[[Categorie:Rechtsgeleerdheid| ]]