Messiniaanse crisis: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Asimov (overleg | bijdragen)
→‎Bewijs voor het droogvallen: Koppelingen toegevoegd
Labels: Bewerking via mobiel Bewerking via mobiele app Bewerking via Android-app Link naar doorverwijspagina
Robbot (overleg | bijdragen)
k Robotgeholpen doorverwijzing: Perm - Koppeling(en) gewijzigd naar Perm (periode)
Regel 15:
In [[1958]] vond de oceanograaf [[Brackett Hersey]] tijdens [[seismiek|seismisch]] onderzoek van de [[ondergrond]] onder de Middellandse Zee op ongeveer 100 tot 200 meter onder de [[zeebodem]] een opvallend goed [[reflectie (straling)|reflecterende]] laag. De laag, die de ''M-reflector'' werd genoemd, volgde de contouren van de huidige zeebodem. Ook vielen in de [[seismisch profiel]]en structuren op die op [[zoutdiapier]]en leken en vanaf de reflecterende laag omhoog liepen. Veel geologen dachten echter met zout uit het [[Zechstein]] te maken te hebben.
 
In 1970 werden in het kader van het [[Deep Sea Drilling Program]] in het [[Balearenbekken]] [[grondboor|boringen]] uitgevoerd door een onderzoeksteam aan boord van de ''[[Glomar Challenger (schip, 1968)|Glomar Challenger]]'' onder leiding van [[William Ryan (geoloog)|William Ryan]] en [[Kenneth Hsü]]. Daarbij werd ook de M-reflector aangeboord. Deze bleek uit dikke [[evaporiet]]lagen te bestaan. Ook werden lagen [[dolosteen]], [[stromatoliet]]en en [[anhydriet]] gevonden. Stromatolieten zijn fijne afwisselende lagen van in [[algenmat]]ten ingevangen klei en kalk die ontstaan in een getijdenzone van ondiep tropisch water. Anhydriet, met name zogenaamde ''chickenwire''-anhydriet, is [[calciumsulfaat]] zonder in het [[kristalrooster]] ingesloten water (zoals wel het geval in gips). Dergelijk anhydriet was destijds alleen bekend uit [[sabkha]]'s, zoutmoerassen die in zeer warme klimaten in een kustgebied vormen, waar het [[grondwater]] een temperatuur over de 30 °C kan bereiken. Bij lagere temperaturen vormt zich alleen gips. Ook werd [[haliet]] gevonden, een mineraal dat alleen bij extreem hoge [[verdamping]] van zeewater [[neerslag (scheikunde)|neerslaat]]. De samenstelling van de reflecterende laag leek daarom uit te wijzen dat deze in zeer ondiep water gevormd was. Een belangrijke ontdekking uit de boringen was dat de fossiele [[foraminifera]] ([[gidsfossiel]]en) uit de laag onder de M-reflector afkomstig waren uit het [[Mioceen]], om precies te zijn het Messinien, in plaats van uit het [[Perm (periode)|Perm]].
 
Uit het Messinien waren in het Middellandse Zeegebied op het land eerder ook al evaporieten gevonden, maar dat waren dunne, niet overal duidelijk aanwezige lagen. Tot de ontdekking van de dikke evaporietlagen werden deze gezien als lokale, onbelangrijke verschijnselen. Tegenwoordig worden ze geïnterpreteerd als afzettingen uit bekkens aan de rand van de Middellandse Zee, die tijdens het Mioceen onder water lagen maar later door [[tektonische opheffing]] van de [[aardkorst]] omhoog gekomen zijn. Zulke evaporietlagen zijn bijvoorbeeld te vinden op verschillende plekken op het vasteland van Italië, op [[Sicilië]], in Zuid-Spanje en op [[Kreta]].