Constantijn XI Palaiologos Dragases: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
A3Hussain (overleg | bijdragen)
k verplaatsen van [bron?]
Regel 26:
 
==Einde van het Romeinse Rijk==
Ofschoon de verdedigingswerken in prima staat waren, waren zij niet in staat de belegering door de Turken te doorstaan met hun nieuwste [[artillerie]]. Op 29 mei 1453 vierden de christenen, Grieken zowel als Latijnen, hun laatste dienst in de [[Hagia Sophia|Sint Sophia]]. De volgende dag kwam het einde. Constantijn sneuvelde op de vestingwerken te midden zijn troepen. Na een korte maar verschrikkelijke slachting volgde de [[plunderen|plundering]] van de stad. [[Mehmet II|Mehmet]] liet de plundering echter vrij snel stoppen om de toekomst van zijn toekomstige hoofdstad te vrijwaren. Daarna deed de sultan zijn plechtige intrede in de Sint Sophia, alwaar de keizer de vorige avond nog de [[laatste heilige sacramenten|laatste sacramenten]] had ontvangen.<ref name="Cheynet"/> Mehmet reed op een wit paard langs de oude hoofdweg naar de kathedraal van Constantinopel, de [[Hagia Sophia]]. Daar aangekomen steeg hij af en knielde op de grond. Hij nam een hand aarde en sprenkelde dit als een symbool van nederigheid over zijn tulband.{{Bron?||2010|04|11}} Hierna betrad hij de Hagia Sophia en verklaarde hij de stad tot hoofdstad van zijn Turkse Rijk. De Hagia Sophia, dehet destijds meest imposante [[kerkgebouw|kerk]] op aarde{{Bron?|Volgens welke maatstaven? Of door wie beoordeeld?|2021|04|30}}, werd hierop een [[moskee]]. In 1923 onttrok [[Atatürk]], de stichter van de hedendaagse Turkse staat, de Hagia Sophia aan iedere vorm van religieuze eredienst en verklaarde het gebouw tot museum, een status die het behield tot 2020 toen de Hagia Sophia onder [[Recep Tayyip Erdoğan]] weer een moskee werd.
 
Het [[Romeinse Rijk]] was op 29 mei 1453 na 21 eeuwen ten einde, hoewel [[Morea]] en [[Keizerrijk Trebizonde|Trebizonde]] het nog een paar jaar volhielden (respectievelijk tot 1460 en 1461). De laatste opvolger van Julius Caesar en Augustus (eretitels van de (Oost-)Romeinse keizers), was definitief gevallen. Zijn stoffelijk overschot is nooit gevonden. Waarschijnlijk rust het met andere gevallenen op een onbekende plek.