Heuvelaardbei: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
sp
Regel 8:
| klasse = ''[[Spermatopsida]]'' (Zaadplanten)
| clade1 = [[Bedektzadigen]]
| clade2 = [['nieuweNieuwe' Tweezaadlobbigentweezaadlobbigen]]
| clade4 = [[Fabiden]]
| orde = ''[[Rosales (orde)|Rosales]]''
Regel 23:
De plant wordt 10-20 cm hoog. De stengel heeft dichte recht afstaande haren en bereikt dezelfde hoogte als de bladeren. De plant vormt weinig [[Stoloon|uitlopers]]. Het handvormig [[samengesteld blad|samengestelde blad]] bestaat uit drie elliptische deelblaadjes die aan de rand getand zijn en aan de onderkant dicht glanzend zilverachtig behaard. Het topblaadje is gesteeld de twee anderen zijn zittend.
 
De heuvelaardbei bloeit in mei en juni. De bloeiwijze bestaat uit 3-6, 15-20 mm grote bloemen. De schutbladen zijn vaak erg klein, ongetand en gereduceerd. De bloembodem is bezet met fijne lange haren. De vijf [[Kelk (bloem)|kelkblaadjes]] en vijf bijkelkblaadjes zijn tegen de rijpe vrucht aangedrukt en blijven bij het plukken meestal zitten. De vijf bloembladen zijn aanvankelijk groenachtig wit van kleur, maar ivoorwit bij volle bloei. De bloem heeft twintig [[Meeldraad|meeldraden\]].
 
De zure vrucht is een [[schijnvrucht]] die ontstaat uit de uitgegroeide [[bloembodem]]. De eigenlijke vruchten ([[nootje]]s) zijn te herkennen als pitjes, die licht verzonken in het oppervlak zitten. Het nootje is rond, relatief hard en heeft weinig glans. De rijpe vrucht is meestal roodachtig of donkerrood van kleur, maar blijft in de schaduw vaak groen. Bij het plukken is een knakkend geluid hoorbaar.
Regel 47:
{{commonscat|Fragaria viridis}}
{{wikispecies|Fragaria viridis}}
 
 
[[Categorie:Rozenfamilie]]