Samuel van Houten: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Versie 58462618 van Zilveroog (overleg) ongedaan gemaakt.
Label: Ongedaan maken
StrepuBot (overleg | bijdragen)
k Minus lege Appendix
Regel 22:
| website = http://www.parlement.com/9353000/1f/j9vvhy5i95k8zxl/vg09ll1tpgvw
}}
'''Samuel van Houten''' ([[Groningen (stad)|Groningen]], [[17 februari]] [[1837]] – [[Den Haag]], [[14 oktober]] [[1930]]) was een [[Nederland]]s [[liberalisme|liberaal]] [[politicus]].
 
Van Houten was de zoon van Derk van Houten, een [[doopsgezinde]] houthandelaar en liberaal lid van de Groningse gemeenteraad en provinciale staten, en Barbara Elisabeth Meihuizen. De schilderes [[Sientje van Houten]], echtgenote van [[Hendrik Willem Mesdag]], was zijn zus. Op 29 juni 1861 trad hij in het huwelijk met Elisabeth van Konijnenburg, met wie hij vijf dochters en twee zoons kreeg. Na haar overlijden op 16 juni 1872 hertrouwde hij op 3 juni 1873 met Hermine Leendertz, met wie hij een dochter en twee zoons kreeg.
Regel 30:
Na het overlijden van vader Derk in 1864 stelde Van Houten zich verkiesbaar voor de vrijgekomen plaats in de gemeenteraad. Hij werd verkozen. In 1867 volgde het wethouderschap. Bij een tussentijdse verkiezing voor een vrijgekomen Groningse zetel was Van Houten kandidaat voor de Tweede Kamer. Tegenstander was het voormalig Kamerlid J. Dirks. Van Houten werd verkozen en zou 25 jaar Tweede Kamerlid blijven.
 
Van Houten was van mening dat de staat geen kunstmatige [[Nivellering (financieel)|nivelleringnivelleringspolitiek]]spolitiek moest uitoefenen. Wel moest de overheid corrigerend optreden wanneer bepaalde partijen door de markt in een zwakkere positie werden gebracht.
 
[[Bestand:De fabriekskinderen Leve mijnheer van Houten De eerste wet, te danken aan het initiatief der Tweede Kamer (titel op object), RP-P-OB-76.771.jpg|thumb|left|''De fabriekskinderen: "Leve mijnheer van Houten"'', 1874, [[Elias Spanier]].]]Hij werd vooral bekend door zijn [[Kinderwetje van Van Houten|Kinderwetje]] uit [[1874]] waarin bepaalde vormen van [[kinderarbeid]] werden verboden. Dit was de tweede sociale wet in Nederland, na de Armenwet in 1854.
Regel 36:
Zijn argumentatie voor zijn streven naar een corrigerende overheid berustte op [[economie|economische]] motieven. Kinderarbeid zou roofbouw zijn op het nationaal productieve vermogen.
 
In 1894 werd Van Houten minister van binnenlandse zaken in het [[kabinet-Röell]], dat ook wel kabinet Röell-Van Houten wordt genoemd. Zijn voorganger [[Johannes Tak van Poortvliet|Tak van Poortvliet]] was gestruikeld over zijn poging het kiesrecht uit te breiden, wat een zwaar bediscussieerd thema in de verkiezingscampagne zou zijn. Van Houten bracht op zijn beurt in [[1896]] een nieuwe [[kieswet (Nederland)|kieswet]] tot stand die [[stemrecht]] verleende aan de helft van de mannelijke volwassenen (boven 25 jaar). Deze uitbreiding was een flinke stap op weg naar het [[algemeen kiesrecht]].
 
Van Houten was zijn leven lang een actief publicist. Zo schreef hij onregelmatig verschijnende 'staatkundige brieven', waarin hij zijn visie op politieke ontwikkelingen gaf.
Regel 57:
 
{{Commonscat|Samuel van Houten}}
}}{{Bibliografische informatie}}
 
{{Appendix|2=
{{References}}
}}{{Bibliografische informatie}}
{{DEFAULTSORT:Houten, Samuel van}}
[[Categorie:Eerste Kamerlid]]