Phons Dusch: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Edoderoobot (overleg | bijdragen)
k #add_Authority_control
+ afbeelding + iets meer data
Regel 1:
{{Infobox artiest klassieke muziek
| naam = Phons Dusch
| afbeelding = Pianist Phons Dusch, 1937.jpg
| onderschrift = Phons Dusch, 1937. Foto: Haagsche courant
| volledige naam = Alphons Maria Willem Johannes Dusch
| ook bekend als =
Regel 23:
'''Alphons Maria Willem Johannes (Phons) Dusch'''<ref>Een enkele keer werd Fons Dusch in de programma’s vermeld.</ref> ([[Zutphen (stad)|Zutphen]], [[13 juli]] [[1895]] – [[Rotterdam]], [[17 december]] [[1973]]) was een Nederlands [[dirigent]], pianist en [[componist]].
 
== Leven en werk ==
Hij is zoon van organist Michael Joseph Dusch en Elisabeth Christina Maria Kronenburg. In 1937 werd Phons Dusch door de Franse regering onderscheiden met de Officier de [[L'Instruction Publique]]. In 1962 volgde een ''[[Penning van de Leuve]]'' van de Rotterdamse Kunststichting. In maart 1969 ontving hij van de Franse Academie voor kunsten en wetenschappen een robijnen medaille. Even later in 1969 werd hij tijdens zijn afscheid bij Excelsior genoemde tot ridder in de [[Orde van Oranje Nassau]]. Hij was ridder in de [[Officier d'Académie]] (Frans) en officier in de [[Orde van Vasa]] (Zweden). Hij bracht zijn laatste levensjaren door aan de [[Mariniersweg]] te Rotterdam. Hij werd in stilte gecremeerd.
=== Jeugd en opleiding ===
HijDusch is zoon van organist Michael Joseph Dusch en Elisabeth Christina Maria Kronenburg. In 1937 werd Phons Dusch door de Franse regering onderscheiden met de Officier de [[L'Instruction Publique]]. In 1962 volgde een ''[[Penning van de Leuve]]'' van de Rotterdamse Kunststichting. In maart 1969 ontving hij van de Franse Academie voor kunsten en wetenschappen een robijnen medaille. Even later in 1969 werd hij tijdens zijn afscheid bij Excelsior genoemde tot ridder in de [[Orde van Oranje Nassau]]. Hij was ridder in de [[Officier d'Académie]] (Frans) en officier in de [[Orde van Vasa]] (Zweden). Hij bracht zijn laatste levensjaren door aan de [[Mariniersweg]] te Rotterdam. Hij werd in stilte gecremeerd.
 
Hij kreeg zijn eerste muziekopleiding van zijn vader, organist te Zutphen. Daarna volgde onder andere het Gregoriushaus (Conservatorium van Aken). Hij kreeg ook lessen van [[Julius Röntgen]]. Hij bracht de jaren 1913 en 1914 in de [[Verenigde Staten]] door, hij gaf er (al) les aan het Held-conservatorium, was er organist en was operarepetitor. Hij keerde voor vakantie terug, maar moest meteen aan zijn dienstplicht voldoen; de [[Eerste Wereldoorlog]] teisterde de wereld, hij kon dus niet terug, maar kon vanuit de kazerne te [[Amersfoort]] wel lessen volgen bij [[Evert Cornelis]] en [[Johan Wagenaar]].

=== Werk ===
Hij ging lesgeven aan het [[Rotterdams Conservatorium]] en de voorganger van het [[Brabants Conservatorium]] (Tilburg) en de Nederlandse Academie voor kerkmuziek te Utrecht. Hij zocht toch ook nog opleiding bij [[Carl Friedberg]] (Duitsland) en [[Robert Casadesus]] (Parijs). Daarnaast verzorgde hij concerten met bijvoorbeeld [[Berthe Seroen]], [[Aaltje Noordewier-Reddingius]] etc. Hij was voorts jaren lang dirigent van de Rotterdamse Oratoriumvereniging Excelsior (hij was daarin opvolger van [[Bernard Diamant]]) en was menig keer solist in concerten gegeven door het [[Rotterdams Philharmonisch Orkest]] onder leiding van [[Eduard Flipse]] (jaren 30).

Zijn muzikale smaak bracht ook modernere werken op de lessenaar dan de ''[[Matthäus-Passion (J.S. Bach)|Mattheuspassion]]'' van [[Johann Sebastian Bach]]. Zo leidde hij ook wel de ''[[Carmina Burana (Orff)|Carmina Burana]]'' van [[Carl Orff]], verzorgde de wereldpremière van ''Psaume du fond de l’Abime'' van [[Lili Boulanger]], dirigeerde ''L’apocalypse selon Saint Jean'' van [[Jean Françaix]] en ''L’an mille'' van [[Gabriel Pierné]].
 
Hij was muziekleraar van onder andere [[Dirk Jansz. Zwart]], [[Jan Masséus]] en Anton P. van Deursen, [[Louis Toebosch]] en [[Herman Strategier]].
 
== Werken ==
Van zijn hand verscheen een sonate voor viool en piano, vier sonates voor cello en piano, een strijkkwartet, een mis voor koor en orgel, een hymne voor viool en piano alsmede ''Jeux fantasques'' voor piano.