Andesvliegramp: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
1 (onbereikbare) link(s) aangepast en 0 gemarkeerd als onbereikbaar) #IABot (v2.0.8
k accenten
Regel 33:
Een vlucht van de [[Fuerza Aérea Uruguaya|Uruguayaanse Luchtmacht]] met registratienummer 571 steeg op [[12 oktober]] [[1972]] op van de [[Carrasco International Airport|internationale luchthaven van Carrasco]]. Aan boord waren 5 bemanningsleden en 40 leden van rugbyclub [[Old Christians Club|Old Christians]] van het Stella Maris College uit de [[Uruguay]]aanse hoofdstad [[Montevideo (stad)|Montevideo]], dat onderweg was voor een wedstrijd in de [[Chili|Chileense]] hoofdstad [[Santiago (Chili)|Santiago]]. Door slecht bergweer was het vliegtuig echter gedwongen een nachtstop te maken bij [[Mendoza (stad)|Mendoza]]. De volgende dag, [[vrijdag de dertiende]] werd de reis voortgezet.
 
Al snel vloog de piloot door een bergpas. Daar zond hij een bericht naar de luchtverkeersleiding dat hij zich boven [[Curicó (stad)|Curicó]] bevond en gereed was om af te dalen. Dit bleek later een fatale fout. Het toestel had een [[vliegplafond]] van ongeveer 9000 meter (29 500 [[voet (lengtemaat)|voet]]) en kon daardoor niet rechtstreeks van Mendoza over de Andes naar Santiago vliegen, maar moest ten zuiden van Mendoza langs de Andes vliegen en vervolgens naar het westen in de richting van de bergen, door de bergpas (en zo door de bergen) om aan Chileense zijde van de Andes weer op te duiken ten zuiden van CuricoCuricó, waarna het vliegtuig verder in noordelijke richting moest gaan alvorens af te dalen naar Santiago na het passeren van CuricoCuricó. De pas was echter bedekt met wolken en de piloten konden niet op zicht vliegen maar moesten vertrouwen op de tijd die het normaal gesproken kostte om door de pas te vliegen. Hierbij hielden ze echter geen rekening met de luchtweerstand als gevolg van krachtige tegenwinden die de vaart van het vliegtuig vertraagden en daarmee de benodigde vliegtijd verlengden. De draai en afdaling werd daardoor te vroeg ingezet en het vliegtuig vloog zo recht op het centrale deel van de bergen af.
 
Daar de piloten niets konden zien in de mist, crashten ze kort daarop op een naamloze bergpiek, die later de naam Cerro Seler of Glaciar de las Lágrimas ("tranengletsjer") kreeg. Deze piek bevindt zich tussen de [[Cerro Sosneado]] en de vulkaan [[Tinguiririca (vulkaan)|Tinguiririca]] in het afgelegen bergachtige grensgebied tussen Argentinië en Chili op {{coor dms|34|45|54.09|S|70|17|11.07|W|type:landmark|ZB|WL}}. Het vliegtuig raakte de piek op ongeveer 4200 meter, waarbij de rechtervleugel afbrak, die daarop met zo'n kracht werd teruggeworpen dat deze de verticaal geplaatste [[Kielvlak|staart]] deed afbreken en zo een gapend gat achterliet in de achterzijde van de [[vliegtuigromp]]. Daarop schampte het vliegtuig nog een tweede top, waarbij de linkervleugel werd afgerukt. De romp raakte de grond en gleed naar beneden over een steile berghelling, alvorens ze tot stilstand kwam in een [[sneeuwveld]].
Regel 56:
Op [[29 oktober]], zestien dagen na de crash, vond er 's nachts een [[lawine]] plaats die het vliegtuig en de slapende mensen overdekte met een dikke laag sneeuw. Acht van hen overleefden dit niet.
 
Na de lawine beseften een aantal van de overlevenden dat er slechts een manier was om een kans te maken het te overleven; zelf over de bergen klimmen op zoek naar hulp. De co-piloot, die na de crash nog enkele dagen heeft geleefd dacht dat ze CuricoCuricó reeds waren gepasseerd en dat het Chileense platteland zich op slechts enkele kilometers ten westen van de crashlocatie moest bevinden. Enkele van de meest gezonde en sterkste overlevenden voerden daarop verschillende expedities uit op zoek naar de staart van het vliegtuig en hun vrienden, die uit het vliegtuig waren gevallen gedurende de crash. De lichamen van zes van hen werden tijdens een van deze tochten hoger op de berg gevonden. Veel mogelijke richtingen waren echter vanuit het oogpunt van de overlevenden voor zoektochten min of meer uitgesloten vanwege het feit dat het klimmen op de extreme hoogten zeer moeilijk was en voor langere expedities in de zware kou buiten geslapen moest worden, wat ze niet dachten te kunnen overleven.
 
Na een paar tochten werd de uiteindelijke groep gevormd, die bestond uit Nando Parrado, Roberto Canessa en Antonio "Tintin" Vizíntin. Omdat Roberto Canessa dit eiste, daalden Parrado en Canessa eerst met hun tweeën op de 15e november af naar het oosten de [[gebergte (aardrijkskunde)|cordillera]] in, op zoek naar de staart. Op die dag overleed Arturo Nogueira aan de gevolgen van opgezwollen benen. Ze wisten de staart te vinden met daaromheen een aantal koffers in de sneeuw met daarin stukjes voedsel, een stripboek, kleren en sigaretten. Tintin ontdekte ook isolatiemateriaal, dat rondom pijpen was gewikkeld en die later de belangrijkste succesfactor bij hun ontsnapping bleken. Tijdens hun tocht overleed Rafael Echevarren in het vliegtuig.