Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Orange2000 (overleg | bijdragen)
Orange2000 (overleg | bijdragen)
Regel 67:
 
===Java en Onderhorigheden tijdens het Engelse tussenbestuur===
[[Bestand:Bazar te Buitenzorg.jpg|thumb|left|Bazar te Buitenzorg]]
Lord Minto, gouverneur van Brits Indië, bleef nog enige tijd op Java om het nieuwe bewind te organiseren. Raffles, die veel had bijgedragen tot de geslaagde onderneming van de Engelsen, werd aangesteld tot luitenant-gouverneur van het eiland Java en Onderhorigheden; hij was een man die de Nederlanders haatte en gedurende zijn bestuur alle pogingen aanwendde om hen te verdringen. De [[wingewest]]en in de archipel werden verdeeld in vier [[Gouvernement (bestuur)|gouvernementen]]: [[Java (eiland)|Java]] met toebehoren, de [[Molukken]], [[Sumatra's Westkust]] en [[Malakka (schiereiland)|Malakka]]. Raffles werd terzijde gestaan door een Raad, waarvan kolonel Gillespie vicepresident was; de beide overige leden daarvan waren Nederlanders. Het streven van Raffles was om de inlander tot de ervaring te brengen, dat de Engelse regering veel beter zijn belangen behartigde dan de Hollandse; op die wijze dacht hij de Britse invloed voor goed te vestigen en herstel van de Nederlandse [[soevereiniteit]] te voorkomen. Java, door Daendels verdeeld in negen [[prefectuur (bestuur)|prefecturen]], werd door hem als volgt ingedeeld: [[Bantam (provincie)|Bantam]], [[Bogor (stadsgemeente)|Buitenzorg]], Preanger Regentschappen, [[Cheribon (residentie)|Cheribon]], [[Tegal (stad)|Tegal]], [[Pekalongan (regentschap)|Pakalongan]], Kedoe, [[Semarang (regentschap)|Semarang]], [[Soerakarta (vorstenstaat)|Soerakarta]], [[Jogjakarta|Djokjakarta]], [[Japara (regentschap)|Japara]] en Jawana, [[Rembang (stad)|Rembang]], [[Gresik (stad)|Grissee]], [[Soerabaja]], [[Pasuruan (stad)|Passoeroean]] en [[Probolinggo (stadsgemeente)|Probolinggo]] met toebehoren. Deze afdelingen werden [[residentie]]s genoemd, naar de ambtenaar of [[Resident (bestuurder)|resident]] die aan het hoofd daarvan werd gesteld. Ook het rechtswezen werd door Raffles hervormd. Er werd grote zuinigheid aanbevolen, waardoor voornamelijk openbare werken werden veronachtzaamd; daarentegen werd aan militaire uitgaven veel geld besteed, omdat ondanks de minnelijke bedoelingen tegenover de inlander, ook aan de Britse bestuurder al spoedig bleek, dat het gezag alleen gehandhaafd kon worden door de kracht van de wapens. De [[Verdrag van Londen (1814)|conventie van 1814]] bepaalde echter, dat de Nederlandse bezittingen, met uitzondering van Kaap de Goede Hoop, zouden worden teruggegeven ''ter bevordering van het welzijn van de nieuwe staat en om een duurzaam blijk te geven van vriendschap en de gehechtheid van Zijne Britse Majesteit tegenover het [[Monarchie in Nederland|Huis van Oranje]] en de Hollandse natie.'' Maar toen [[Honderd Dagen (1815)|Napoleon van Elba terugkeerde]] en opnieuw de oorlog ontbrandde, zodat de regeling vooralsnog nog niet tot uitvoer kon worden gebracht, vatte Raffles weer moed en wendde hij pogingen aan althans Java voor zijn land te behouden. Deze intriges bleken geen genade te vinden in de ogen van het Britse gouvernement en op 11 maart 1816 trad Raffles af en vertrok naar Engeland. Zijn opvolger bleef te kort aan het bewind om verbetering in de chaotische administratie te brengen; nadat de [[Willem I der Nederlanden|soevereine vorst]] een reglement op het beleid der regering, het justitiewezen, de cultures en de handel had gearresteerd werden drie commissarissen-generaal naar Java gezonden, namelijk de [[rechter|raadsheer]] [[Cornelis Theodorus Elout|Elout]], de secretaris van staat [[Godert van der Capellen|Van der Capellen]] en [[viceadmiraal|vice-admiraal]] Buyskens, met een [[eskader]] van zeven schepen, die de nodige troepen en [[munitie]] overbrachten, om zo nodig handelend te kunnen optreden en de handel te beschermen.