Binnenlandse Veiligheidsdienst: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kleine aanvullingen
k typo's
Regel 127:
Naast het voorkomen van binnenlandse bedreigingen van de nationale veiligheid hield de BVD zich ook bezig met [[contraspionage]], dat wil zeggen het tegengaan van spionage door buitenlandse inlichtingendiensten. Dat gebeurde doorgaans vanuit de [[ambassade]] van een land, waar inlichtingenofficieren werkten die zelf informatie verzamelden, agenten aanstuurden of gegevens van informanten ontvingen.
 
Begin jaren vijftig begon de BVD met ''Project A'', waarbij via microfoons en [[telefoontap]]s alle Oost-Europese, Russische en Chinese ambassades en consulaten in Nederland werden afgeluisterd, een en ander in samenwerking met de [[CIA]], die niet alleen de microfoons en de bandrecorders leverde, maar ook de operatie als geheel financieerdefinancierde, wat neerkwam op zo'n 10% van de totale begroting van de BVD.<ref>De Correspondent: [https://decorrespondent.nl/1024/in-1965-stond-tien-procent-van-de-nederlandse-geheim-agenten-op-de-loonlijst-van-de-cia/188405842944-841c8743 In 1965 stond tien procent van de Nederlandse geheim agenten op de loonlijst van de CIA], 18 april 2014</ref> In 1968 werd deze financiering op last van diensthoofd Dries Kuipers beëindigd. Volgens de vroegere CIA-chef in Parijs, Charles Cogan, was het op zo grote schaal afluisteren van communistische diplomatieke vertegenwoordigingen uniek in Europa, wat aangaf dat de relatie van de CIA met de BVD vrijwel net zo nauw was als die met de Israëliërs. Voor de verwerking van al deze taps was er op de bovenste verdieping van het BVD-kantoor een speciale afluistercentrale waar alle lijnen werden doorgezet naar gespecialiseerde vertalers.<ref>Chris Vos e.d., De geheime dienst - verhalen over de BVD, Uitgeverij Boom Amsterdam 2005, p. 95-97.</ref>
 
Extra goed in de gaten gehouden werd de Russische ambassade in Den Haag, waar naar schatting 30% van de medewerkers in dienst was van de [[KGB (Sovjet-Unie)|KGB]], danwel de [[GROe|GRU]] (de zogeheten "legale residentura"). Op de zolder van een villa tegenover de ambassade had de BVD een observatiepost met een camera, waarmee iedereen die er in of uit ging geregistreerd werd.<ref>Vos e.a., De geheime dienst, p. 98.</ref> De BVD had ook een afluistermicrofoon weten te plaatsen in de fauteuil van de Russische ambassadeur, alsmede in de latere Russische militaire missie in Den Haag.<ref name="hn2021">Przemysław Gasztold en Cees Wiebes: [https://www.historischnieuwsblad.nl/polka-met-de-polen/ Polka met de Polen], in: Historisch Nieuwsblad, september 2012.</ref>
 
Anders dan bijvoorbeeld de Russen, runden de Oost-Duitsers geen agenten vanuit hun ambassade, maar werd dit rechtstreeks vanuit het hoofdkantoor van de buitenlandse inlichtingendienst van de DDR, de ''Hauptverwaltung-Aufklärung'' (HV-A) van het ''[[Ministerium für Staatssicherheit]]'' (Stasi), gedaan, waar zich ongeveer acht mensen met Nederland bezighielden. Daarnaast waren er Oostduitse agentienagenten die rechtstreeks vanuit Oost-Berlijn naar Nederland reisden om politieke en militaire inlichtingen te verzamelen alsmede bedrijfsgeheimen te ontfutselen. Op de Haagse ambassade van de DDR werkten drie of vier medewerkers van de HV-A en de militaire inlichtingendienst VfK, terwijl de ambassadeur doorgaans een medewerker was van de politieke inlichtingendienst ''Abteilung 3''. Wat de BVD niet ontdekte en pas na de [[val van de muur]] naar boven kwam, was dat de Stasi haar West-Duitse agenten die opgepakt dreigden te worden via Nederland liet ontsnappen, door ze in Rotterdam de boot naar Rostock te laten nemen.<ref>Vos e.a., De geheime dienst, p. 143-150.</ref>
 
Ook vanuit de Poolse ambassade in Den Haag en het Poolse consulaat in Amsterdam werd door de Poolse civiele en militaire inlichtingendienst gespioneerd, waarbij de interesse met name bij de Poolse diaspora en de Nederlandse militaire infrastructuur lag. De Nederlandse politie hield het ambassadepersoneel en de Poolse emigraten echter dermate goed in de gaten dat het de Poolse geheime diensten niet of nauwelijks lukte om hier voet aan de grond te krijgen. Daarnaast werden door de BVD alle telefoonlijnen van de Poolse ambassade en het Poolse consulaat afgetapt en waren in beide panden afluistermicrofoons geplaatst.<ref name="hn2021" />
Regel 144:
Ook kreeg de BVD opdracht interneringsplannen voor te bereiden. Wanneer de alom gevreesde [[Derde Wereldoorlog]] zou uitbreken en Russische troepen voet op Nederlandse bodem zouden zetten, viel niet uit te sluiten dat de communisten in eigen land de zijde van de bezetter kozen, zo redeneerde het kabinet. In 1949 had CPN-leider [[Paul de Groot]] nog gewaarschuwd dat de CPN bij een invasie de zijde van de Russen zou kiezen. Onder de codenaam ''Operatie Diepvries'' begon de BVD daarom in 1952 een lijst van staatsgevaarlijke personen aan te leggen, waarop hoofdzakelijk communisten stonden. In geval van oorlog, bezetting of grote internationale dreiging dienden deze subversieve elementen onverwijld in de kraag te worden gevat, om vervolgens in kampen geïnterneerd te worden.
 
In 1956 begon de BVD de meningsverschillen die na de dood van Stalin binnen de CPN waren onstaanontstaan actief aan te wakkeren, wat er toe leidde dat een reeks CPN-kopstukken de partij verliet en verder ging als de [[Socialistische Werkers Partij]] (SWP), die feitelijk door de BVD gerund werd. Volgens BVD-historicus Dick Engelen beschikte de veiligheidsdienst begin jaren zestig over ruim 280 agenten in de CPN en aanverwante organisaties.<ref>Vos e.a., De geheime dienst, p. 29-34.</ref>
 
De BVD was ook betrokken bij de eerste Russische uitgave van de roman [[Dokter Zjivago]] van de Russische schrijver [[Boris Pasternak]]. Hiervoor kreeg de dienst financiële ondersteuning van de [[Central Intelligence Agency|CIA]], die er waarschijnlijk op uit was om de Sovjet-leiders hiermee een loer te draaien, aangezien Pasternak nu dankzij de Russische publicatie in aanmerking zou komen voor de [[Nobelprijs voor Literatuur]]. Deze opzet slaagde en de roman verscheen in 1958 in Den Haag, waarna Pasternak in datzelfde jaar de Nobelprijs kreeg.<ref>Vos e.a., De geheime dienst, p. 57-60.</ref>