Mosasaurus: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
claim > bewering
→‎Roof van het type-exemplaar: hier werd 'claim' bedoeld als in een rechtszaak, wat iets anders is dan een bewering; zie schadeclaim
Regel 49:
 
[[Bestand:MosasaurDiscovery.jpg|thumb|Illustratie van G.R. Levillaire in '' Histoire naturelle de la montagne de Saint-Pierre de Maestricht'' (1799), waarin [[Barthélemy Faujas de Saint-Fond|Faujas de Saint-Fond]] suggereert dat niet Godding maar Hoffmann de schedel opgroef]]
Het fossiel zou gevonden zijn door werklieden, zo'n vijfhonderd passen van de hoofdingang van de groeve. Die zouden Hoffmann erbij geroepen hebben, die al veel meer bijzondere vondsten uit de groeve had geconserveerd en daarbij de werklieden altijd genereus had beloond. Hoffmann had de lastige opgraving daarna begeleid. Daarop zou Godding, als eigenaar van de grond, met succes de vondst in rechte hebben opgeëist, met een beroep op "[[Feodalisme|feodale]]" wetten. Hoffmann, de man aan wie Nederlandse en Duitse musea zoveel van hun fossielencollecties te danken hadden, zou zich dapper tegen de beweringclaim hebben verweerd, maar na bemoeienis door het [[kapittel]] (waarvan Godding deel uitmaakte) in het ongelijk zijn gesteld en daarbij ook nog eens de gerechtskosten hebben moeten betalen. Vervolgens had Godding het fossiel tentoongesteld in zijn buitenhuis aan de voet van de Sint-Pieter, in een glazen vitrine, om het te laten bewonderen door nieuwsgierigen en vreemden. Daarbij zou het fossiel meermaals getuige hebben moeten zijn van drinkgelagen te zijner ere aangericht, alles onder het toeziend oog van Godding, die voor dit doel zelfs zijn voorraad dure wijn aansprak.<ref>Korte samenvatting van het relaas dat Faujas de Saint-Fond op p. 59-61 doet. Hoffmann wordt neergezet als een brave hardwerkende wetenschapper aan wie we met z'n allen veel te danken hebben, die slachtoffer wordt van de schurk Godding, die geen kaas van de natuurlijke historie gegeten heeft en uitsluitend voor zijn eigen plezier inpikt wat hem niet toebehoort, zijn kerkelijke macht misbruikt om de rechters te beïnvloeden, en ook nog eens afkeurenswaardig gedrag toelaat in z'n eigen huis.</ref> Uit angst het fossiel tijdens het bombardement op de stad, of later bij plunderingen, te verliezen, zou de kanunnik het op een nacht heimelijk in veiligheid hebben gebracht door het binnen de vesting te brengen en het daar ergens te verstoppen. Frécine zou onmiddellijk na de inname van de stad opdracht hebben gegeven het stuk ten huize van Godding in beslag te nemen. Toen bleek dat het daar niet meer was, zou hij een beloning van zeshonderd flessen uitmuntende wijn hebben uitgeloofd aan degenen die het fossiel zouden opsporen en onbeschadigd bij hem brengen. Al de volgende dag zou een dozijn [[grenadier]]s de beloning zijn komen opeisen, het fossiel met zich meebrengend. De grenadiers zouden prompt hun wijn hebben ontvangen en hoewel kanunnik Godding het fossiel op oneigenlijke gronden had verworven zou hij toch ter compensatie vrijgesteld zijn van het betalen van de oorlogsschatting die aan hem en zijn confrères was opgelegd, en bovendien zou de waarde van het fossiel hem uitgekeerd worden zodra die door experts getaxeerd was.
 
[[Bestand:Mosasaurus2.JPG|thumb|190px|left|'''MNHNP AC 9648''', het [[holotype]] van ''Mosasaurus hoffmannii'', sinds 1794 in Parijs]]