Zeesterren: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→‎Zenuwstelsel en zintuiglijke waarneming: nl-naam en w-naam beide linken betekent dat er altijd één link naar een redirect is: niet zinvol; een afstand wordt 'groter' en niet 'langer' genoemd in de vergelijkende trap
Regel 215:
Zeesterren kunnen licht waarnemen door een tot lichtgevoelig orgaan omgebouwd uiteinde van de radiaalzenuw dat iets uitsteekt door de huid, aan de orale zijde van iedere arm. Het oogje is bij de meeste soorten te herkennen aan de rode kleur.<ref name="ELSEVIER" /> Omdat alle armen een dergelijk orgaantje hebben kan waarschijnlijk ook de positie van de lichtbron worden bepaald. Bij sommige soorten is het oogje goed ontwikkeld, zoals bij soorten uit het geslacht ''[[Marthaster]]''. Deze soorten hebben een bekerachtig orgaantje dat een primitieve lens heeft, bestaande uit een deel van de huid.<ref name="GRZ" /> Rond ieder oogje is bij veel soorten een krans van kleine stekeltjes aanwezig, die eenzelfde functie heeft als de [[wimper]]s.
 
De zintuiglijke cellen op het lichaam hebben een [[chemosensorisch]]e functie en zijn in staat om het water te 'proeven'. Dit vermogen wordt voornamelijk gebruikt om prooien op te sporen. Van zeesterren is bekend dat ze op aas afkomen, uit proeven in een aquarium blijkt dat de zeester in de kortste lijn op een voorgehouden prooi afloopt. Uit proeven in de zee blijkt dat de [[gewone zeester]] ''([[Asterias rubens]])'' recht op een oesterbank afloopt als de zeesterhij op een afstand van twaalf meter van de oesters wordt afgezet. Op veel langeregrotere afstanden echter is de zeester niet meer in staat zijn prooi te detecteren.
 
== Voedsel en jacht ==