Peter Lorre: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→Eerste jaren in Hollywood (1934–1936): overlijden Auschw. naar hoofdtekst. |
|||
Regel 65:
=== Eerste jaren in Hollywood (1934–1936) ===
Naar verluidt tekende Lorre op 15 mei 1934 een vijfjarig contract met [[Columbia Pictures]].<ref>{{aut|Stephen D. Youngkin}}, p. 92</ref> Op 22 juni trouwde hij met [[Celia Lovsky]]. De twee hadden toeristenvisa voor de [[Verenigde Staten]] en vertrokken op 18 juli per boot naar [[New York (stad)|New York]], de dag nadat de filmopnames voor ''The Man Who Knew Too Much'' waren afgerond.<ref>{{aut|Stephen D. Youngkin}}, p. 98</ref> In Amerika aangekomen raadde Lorre zijn Joodse vriend [[Kurt Gerron]], die inmiddels naar Nederland was gevlucht, aan om Europa te ontvluchten en ook in Hollywood te gaan werken, maar deze weigerde. Gerron stierf in 1944 in [[Auschwitz (concentratiekamp)|Auschwitz]].<ref name="KiE" />{{Refn|group=kleine-letter|Lorre's vader Alajos Löwenstein overleefde de [[Tweede Wereldoorlog]] door zich tijdelijk tot het katholicisme te bekeren. Hij emigreerde in 1949 naar [[Australië (land)|Australië]] en stierf daar in 1958.<ref name="ReferenceA">{{aut|Stephen D. Youngkin}}, p. 10</ref>}}
Het echtpaar vestigde zich in [[Santa Monica (Californië)|Santa Monica]]. De stad ligt twaalf kilometer van [[Hollywood]] vandaan, maar Lorre was gesteld op zijn privacy.<ref name="album3" /> Hij wilde dat Lovsky thuis bleef, zodat beiden zich konden focussen op zijn acteercarrière. Ze fungeerde in deze periode als zijn manager, assistente, secretaresse, boekhoudster en verpleegster.<ref>{{aut|Stephen D. Youngkin}}, p. 87</ref> Lorre bereidde zich voor op zijn Amerikaanse filmdebuut, maar Columbia vond het moeilijk om een geschikte rol voor hem te vinden. Na enkele maanden suggereerde Lorre dat een [[verfilming]] van [[Fjodor Dostojevski|Dostojevski]]'s ''[[Misdaad en straf]]'' een geschikt project voor hem zou zijn. [[Harry Cohn]], het hoofd van Columbia, ging akkoord op voorwaarde dat hij Lorre ook mocht uitlenen aan [[Metro-Goldwyn-Mayer]].<ref>{{aut|Sarah Thomas}}, p. 56</ref>
|