Brahmanisme: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
Het '''brahmanisme''' was een [[Indische_filosofieIndische filosofie#Vedische_periode|vedische religie]] waaruit de eerste vormen van [[hindoeïsme]] zijn ontstaan. <ref>{{cite bookaut|Jan Heesterman|Heesterman, lastJ.}} =Heesterman(2005): 'Vedism and Brahmanism' in ''The Encyclopedia of Religion'', p. 9552–9553</ref> Een van de pijlers van het brahmanisme is het systeem van ''[[Varna (kaste)|varna's]]'' firstwaarin =Jan[[Brahmaan|brahmanen]] de dominante [[Sociale klasse|klasse]] yearzijn. =2005Het is dan ook meer een [[Macht (sociale wetenschappen)|sociopolitiek chaptersysteem]] =Vedismdan andeen Brahmanism[[religie]], wat onder meer blijkt uit het vermogen om [[God (algemeen)|goden]] titleuit =Theandere Encyclopediareligies ofte Religionabsorberen, zoals [[Krishna (god)|Krishna]] pp=9552–9553en [[Shiva]].<ref>{{aut|Johannes isbn=0-02-865733-0Bronkhorst|Bronkhorst}} (2016)</ref>{{rp|24}}
 
Het brahmanisme was in essentie een [[Monotheïsme|monotheïstische religie]]. De god [[Brahma (hindoeïsme)|Brahma]] werd beschouwd als de schepper en oppergod. Het brahmanisme zou zijn voortgekomen uit een nog vroegere proto-vedische religie met een meer [[polytheïstisch]], [[Indo-Europese religie|Indo-Europees karakter]].
 
Het oorspronkelijk meer tolerante en sociaal mobiele systeem van de vroege brahmaanse samenleving veranderde in de loop der tijden in een rigide [[kastenstelsel]]. Het brahmanisme, doorook sommigenwel 'proto-hindoeïsme' genoemd, veranderde de brahmaanse of ''[[Varna (kaste)|vipra-varna]]'' uiteindelijk in een gefixeerde,gefixeerd erfelijke kastesysteem van geestelijken. In de ''[[Rig-Veda|Rigveda]]'' wordt in [[mandala 10]], hymne 90, ''[[Purusha Sukta]]'', in vers 12 beschreven hoe de vier ''[[Varna (kaste)|varna's]]'' uit [[Purusa]] worden geboren. De ''[[Brahmaan|brahmana's]]'', de priesters, uit zijn mond, de ''[[Kshattriya|ksatriya's]]'', de strijders en de adel, uit zijn armen, de ''[[Vaishya|vaisya's]]'', handelaren en vaklieden, uit zijn heupen en de ''[[Shudra|sudra's]]'', de laagste kaste van arbeiders, uit zijn voeten. De voeten zijn in het oosten een zeer onrein deel van het lichaam.
 
Zo eigende de brahmaanse kaste zich het alleenrecht toe op de toegang tot de leer, die zelfs lang na de uitvinding van het schrift alleen mondeling mocht worden overgedragen. Het gaf de brahmaanse kaste een positie van grote macht, omdat ze het monopolie op alle religieuze functies bezat.
Regel 9:
Ongeveer drieduizend jaar geleden begon een groep denkers, die onder meer de ''[[Upanishad]]s'' zouden produceren, het brahmanisme te betwisten door nieuwe filosofische scholen te stichten. Deze stonden bekend als de [[Sramanisme|sramana's]], waartoe de ajivakas, de [[Jaïnisme|jains]], de paribbajakas en de [[Boeddhisme|boeddhisten]] behoorden. Sommige van hun ideeën werden later in het hindoeïsme opgenomen, wat leidde tot (samenging met) het ontstaan van de zes klassieke scholen van de hindoeïstische filosofie.
 
De vedische lijn ontwikkelde zich zo tot de ''[[nyaya]]''-, ''[[vaisheshika]]''-, ''[[samkhya]]''-, ''[[yoga]]''-, ''[[mimamsa]]'' en ''[[vedanta]]''-scholen, waarbij tevensook geput werd uit de rijke vedische canon van [[symbolisme]], [[filosofie]], [[theologie]] en [[kosmologie]], inclusief het behoud van de proto-vedische goden, maar ook met toevoeging van niet-vedische goden, zoals [[Shiva]].
 
De ''mimamsa''-school staat, zij het hervormd, nog het dichtste bij het vroege brahmanisme, met behoud van het puriteinse vedische ritueel en een vedisch filosofisch systeem. Zo kent deze school nog altijd de praktijk van het ''[[Homå (parochie)|homå]]'' (vuur), ritueel en de aanbidding van de oude vedische goden zoals [[Indra (mythologie)|Indra]], [[Agni]] en [[Varuna (god)|Varuna]].
Regel 15:
Sommige geleerden, zoals Romila Thapar, bepleiten het bestaan van een discontinuïteit tussen het brahmanisme en het latere hindoeïsme. Het behoud van de ''Veda's'' en de ''Upanishads'' als spirituele bronnen, de continuïteit van vele proto-vedische gewoonten en geloven en de acceptatie van de vedische autoriteit door latere hindoes getuigen echter van een erfenis van meer dan vierduizend jaar.
 
[[Gautama Boeddha]] kwam uit een lijn van ''[[Kshatriya|kshatriya's]]'' en verwierp niet zozeer de ''varna's'' als wel de positie van de brahmanen daarin. ''Varna'' wordt wel aangeduid als ''[[Jati (boeddhisme)|jati]]'', wat in het boeddhisme wedergeboorte betekent, maar geboorte is veelal ondergeschikt aan gedrag. Onder meer in de ''[[Assalayanasutta]]'' van de ''[[Majjhima-Nikaya]]'' wees de Boeddha de gronden af waarop de brahmanen zichzelf superieur beschouwden. In een discussie met de jonge brahmaan Assalayana wist de Boeddha deze ervan te overtuigen dat de vermeende gronden van superioriteit niet opgaan en dat de [[Reiniging (religie)|reiniging]] voor alle ''varna's'' te bereiken was.
[[Gautama Boeddha]] uitte kritiek op de negatieve aspecten van het brahmanisme. Zo erkende de Boeddha het belang van het kastenstelsel niet,<ref>zie [https://web.archive.org/web/20080130004110/http://www.suttas.net/suttas/khuddaka-nikaya/dhammapada/26-brahmanavagga.php Dhammapada vers 393 en 396]</ref> ook zei hij dat het geloof dat men zich geestelijk kan reinigen door een bad in een heilige rivier te nemen, niet op de waarheid is gebaseerd. Over het algemeen waren veel van zijn belangrijkste discipelen, zoals [[Sariputta]] en [[Maudgalyayana]], van brahmaanse families afkomstig. De Boeddha gebruikte het woord brahmaan, een priester van het brahmanisme, als een synoniem voor een [[Arahant]],<ref>[https://web.archive.org/web/20080130004110/http://www.suttas.net/suttas/khuddaka-nikaya/dhammapada/26-brahmanavagga.php Verzen over de brahmaan] hoofdstuk 24 van de Dhammapada, verzen van de Boeddha.</ref> een heilige persoon.
 
== Literatuur ==
* {{aut|Johannes Bronkhorst|Bronkhorst, J.}} (2016): ''How the Brahmins Won. From Alexander to the Guptas'', Brill
 
== Noten ==
{{References}}
 
{{Navigatie hindoeïsme}}