Ceratosaurus: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 135:
Het [[verhemelte]] werd door Hay in groot detail beschreven. Het is bij het holotype voor een groot deel waarneembaar, zij het platgedrukt, door de opening van de linker ''fenestra antorbitalis''. Hij dacht dat het vleugelbeen of pterygoïde direct aan de schacht van het quadratum raakte. De verticale plaat waarmee dit zou gebeuren werd echter door Gilmore correct geïdentificeerd als de vleugel van het quadratum. Marsh herkende een klein epipterygoïde op de achterkant van het pterygoïde. Het is kort en dun maar duidelijk ervan gescheiden door een beennaad. Hij dacht dat dit verbonden was met het "postfrontale", dus het postorbitale. Hay begreep echter dat het met het wandbeen van het schedeldak verbonden was. Het stabiliseerde zo het hele verhemelte verticaal. Het had ook een horizontale stabilisering nodig. Daarvoor diende een bot dat het pterygoïde met het jukbeen verbond, het ectopterygoïde. Marsh en Hay kenden dit bot als het ''os transversum''. Volgens Marsh werd het verbindende uitsteeksel alleen door dit element gevormd. Hay meende echter ook een bijdrage van het pterygoïde te zien. Het uitsteeksel is zo'n tien centimeter lang bij een breedte van vijfenveertig millimeter. Voor en achter het uitsteeksel liggen openingen. Het verhemelte van dinosauriërs is over het algemeen meer gat dan bot. Voor het pterygoïde ligt het verhemeltebeen. Dat vormt de rand van de ''choana'', het interne neusgat. De ''choana'' is de verbinding tussen de neusholte en de keelholte. Het verhemeltebeen is een complex element. De gepaarde verhemeltebeenderen worden in het midden gescheiden door een opening. Hay dacht dat die opening gevuld werd door de gepaarde [[ploegschaarbeen]]deren. In feite bevinden die zich op een iets ander niveau. De ploegschaarbeenderen zijn dun en reiken naar achteren tot aan de pterygoïden.
 
Het basisfenoïde is met het pterygoïde verbonden via een ''processus basipterygoideus''. Dat uitsteeksel past in een ovale uitholling in de bovenzijde van het pterygoïde. De lange as van de ovaal loopt evenwijdig aan de middenlijn van de schedel. De uitholling is ruw alsof er een bekleding van kraakbeen in zat. Voor de uitholling rijst de vleugel naar het quadratum op.
 
==== Onderkaken ====