Tweede Kamerverkiezingen 1853: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Artikel opgemaakt conform usances voor Nederlandse verkiezingsartikelen
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 23:
Vanwege de ontbinding van de Tweede Kamer moest een nieuwe Tweede Kamer gekozen worden. Volgens de toentertijd geldende [[kieswet (Nederland)|kieswet]] was dat een uitzonderingssituatie: normaal werd elke 2 jaar de helft van de Kamer verkozen, en dus niet de Kamer als geheel. Ook was er door de voorafgaande crisis een duidelijke politieke vraag verbonden aan de verkiezingen, waar bij andere verkiezingen in de jaren 1850 en de eerste helft van de jaren 1860 de kiezers geacht werden de kandidaten niet naar politieke kleur maar naar competentie te beoordelen.
 
De uitslag van de verkiezingen warenwas een grote nederlaag voor [[Johan Rudolph Thorbecke|Thorbecke]] en de liberalen. Alleen de provincie [[Groningen (provincie)|Groningen]] en [[Twente]] bleven als liberale bolwerken overeind, en van de 68 zetels wonnen zij er slechts 11, terwijl er 13 naar de katholieke kandidaten gingen. De overige 44 zetels kwamen terecht bij conservatieven en conservatief-liberalen die zich achter de Aprilbeweging hadden gesteld. Het conservatieve [[kabinet-Van Hall-Donker Curtius]] kreeg dus ruime steun in de Tweede Kamer. Desondanks werd het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie niet teruggedraaid; wel werd de Rooms-Katholieke Kerk in zijn bewegingsvrijheid beperkt door de invoering van de [[Wet op de kerkgenootschappen]].
 
== Verkiezingsuitslag naar groepering ==