NS 4000: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→Foto's: afbeeldingen toegevoegd |
link correctie |
||
Regel 40:
De [[Tender (locomotief)|tender]] was van het Gölsdorf-type en de beide tweeassige draaistellen liepen ook op kogellagers. De tenders van de series 4000 en 4700 waren aan elkaar gelijk. Bij een nieuw nummerschema voor tenders van stoomlocomotieven, dat in 1949 werd ingevoerd, werden de tenders van de serie 4700 vernummerd naar 4016-4050, zodat een doorlopende, onderling uitwisselbare, serie ontstond.
De locomotieven oogden met hun kleine puntige rookkastdeur en grote windleiplaten erg fraai, maar echt handig was dit niet bij het schoonmaken van het vuur en het verwisselen van de vlampijpen. In de loop der jaren werden de rookkastdeuren vervangen door grotere, afkomstig van afgevoerde Austerity-locomotieven van de series [[
De 4000'en liepen door hun driecilinderdrijfwerk zeer rustig en hebben direct na de [[Tweede Wereldoorlog]] belangrijke [[Sneltrein|snel-]] en [[D-trein]]en getrokken, qua vermogen en trekkracht deden ze niet onder voor de [[NS 3900]]. Door hun geringe eigen rolweerstand trokken ze wat sneller op dan de 3900. Als eerste van haar serie kwam loc 4001 op 17 maart 1946 in Utrecht aan. Ten gevolge van de [[elektrificatie van spoorlijnen in Nederland]] kregen de 4000'en na een korte periode waarin ze veel waardevolle diensten verrichtten steeds minder werk en trokken ze begin jaren 50 al buurtgoederentreinen of verschenen ze in de konvooidiensten, een sneltreinloc 'onwaardig'. In januari 1953 verloren de 4000'en de laatste D-treinen. De nog van stalen binnenvuurkisten voorziene machines werden toen direct buiten dienst gesteld. Van de locs met koperen binnenvuurkisten werden de eerste reeds in [[1954]] buiten dienst gesteld. Dat waren de 4001, 4004, 4007, 4010, 4012 en 4014. In 1955 volgden de 4005, 4006, 4008 en 4013. De 4009 werd uiteindelijk als laatste van haar serie in de herfst van 1956 buiten dienst gesteld.
|