Heide (vegetatie): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 44:
De schrale heidebegroeiing maakte de zandige bodem ook nog eens vatbaarder voor [[uitspoeling]] van de vruchtbare elementen door de regen.<ref>Zie [[Podzol]]</ref>
 
Bij overexploitatie verdween zelfs de heide en ontstonden naakte zandgronden waarvan het zand door de wind werd bijeen gewaaid tot stuifduinen. Om de vorming van [[zandverstuiving]]en te voorkomen werd geregeld een deel van de gemeentegrond afgesloten en werd het verboden om zavel en zoden te steken, heide te maaien en dieren te weiden op plaatsen waar de vegetatie grotendeels verdwenen was. Om tede zandverstuiving naar de akkers te voorkomen werden boomrijen en houtwallen gemaakt tussen de heide en de akkers die het zand moesten tegenhouden en die daar duinen hebben gevormd.
 
Deze vorm van [[landbouw]] met de karakteristieke [[esdorp]]en en [[herdgang]]en bleef tot het einde van de 19e eeuw / begin 20ste eeuw bestaan. In [[1898]] was nog ruim twintig procent van de oppervlakte van Nederland '[[woeste grond]]' en die bestond hoofdzakelijk uit heiden.