Joachim II Hector van Brandenburg: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k lf
k zin klopte niet
Regel 17:
Joachim II Hector was de oudste zoon van keurvorst [[Joachim I Nestor van Brandenburg]] en [[Elisabeth van Denemarken (1485-1555)|Elisabeth van Denemarken]]. Zijn vader liet hem een erfverdrag ondertekenen waarin hij moest zweren om [[Rooms-katholicisme|rooms-katholiek]] te blijven. Op die manier kon Joachim Nestor zijn jongere broer, prins-bisschop [[Albrecht van Brandenburg (bisschop)|Albrecht van Mainz]], assisteren. Albrecht had namelijk hoge geldsommen geleend bij de bankiersfamilie [[Fugger (geslacht)|Fugger]] om de [[Heilige Stoel]] te kunnen betalen voor zijn benoeming tot bisschop van [[Prinsbisdom Halberstadt|Halberstadt]], alsook voor een [[dispensatie (kerkelijk recht)|dispensatie]] zodat hij tegelijk aartsbisschop van [[Keurvorstendom Mainz|Mainz]] en aartsbisschop van [[Aartsbisdom Maagdenburg|Maagdenburg]] kon zijn.
 
Joachim Nestor had deze cumulatie van functies meegefinancierd en kwam met zijn broer overeen dat Albrecht deze kosten zou terugbetalen door [[aflaat|aflaten]] aan zijn onderdanen te verkopen. Keurvorst [[Johan Frederik I van Saksen]], die de kandidatuur van Albrecht als bisschop van Mainz had gesteund, had echter de praktijk van aflaten verboden nadatonder beïnvloedinvloed werd doorvan [[Maarten Luther]]. De terugbetaling van de schulden aan de bankiersfamilie Fugger hing dus af van de aflatenverkoop aan de katholieke bevolking van Brandenburg.
 
In 1535 volgde Joachim II Hector zijn vader op als keurvorst van Brandenburg. Na het overlijden van zijn vader en van zijn schoonvader koning [[Sigismund I van Polen]] in 1548 werd hij een steeds grotere voorstander van de Protestantse [[Reformatie]]. Het was pas in 1555 dat hij zijn sympathie voor het [[lutheranisme]] officieel toegaf, omdat hij een open confrontatie met zijn bondgenoot [[keizer Karel V]] wilde vermijden. Daarvoor had Joachim Hector in Brandenburg een conservatieve [[kerkorde]] ingevoerd die gebaseerd was op de Lutheraanse doctrine, maar waarbij er nog wel plaats was voor vele traditionele religieuze instituties en voorschriften, zoals het [[episcopalisme]], Latijnse misvieringen, [[liturgisch drama]] en de [[heiligenkalender]]. Daarom wordt er gesteld dat hij de Reformatie introduceerde uit opportunisme en tegen zijn werkelijke religieuze overtuigingen.<ref>[[Sebastian Haffner]], Pruisen, deugden en ondeugden van een miskende staat, 2004, ISBN 90 5466 644 7, p. 31-32</ref>