Groepsverzekering (België): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
0 (onbereikbare) link(s) aangepast en 1 gemarkeerd als onbereikbaar) #IABot (v2.0.8
sociale inbalans
Regel 2:
Een '''groepsverzekering''' is in [[België]] een collectieve [[verzekering]] die een [[bedrijf]] of [[organisatie]] afsluit voor zijn personeel of een deel daarvan. Een groepsverzekering kan ook afgesloten worden voor de zelfstandige bedrijfsleider. Tot eind 2011 kon deze voorziening intern aangelegd worden. De [[Regering-Di Rupo (federaal)|regering Di Rupo I]] heeft echter beslist dat dit niet meer kan. Vanaf boekjaar 2012 kunnen geen interne voorzieningen meer worden aangelegd, maar enkel nog extern.<ref>{{Citeer web|url=http://www.taxconsultancy.be/115/advies/overdracht-interne-pensioentoezegging/|titel=Waarom uw interne pensioenvoorziening als zelfstandige extern maken|bezochtdatum=13 maart 2019|auteur=|achternaam=|voornaam=|datum=|werk=IPT adviezen|uitgever=taxconsultancy.be|taal=|dodeurl=ja}}</ref>
 
De verzekering is bedoeld als aanvulling op het loon of de wedde (gedeelte dat dus niet rechtstreeks wordt uitbetaald) en dient om extra sociale voordelen teof garandereneen toekomstig inkomen aan het personeel te garanderen. Er wordt voor dit fictief loon dan ook geen [[Sociale zekerheid (België)|sociale zekerheid]] in mindering gebracht.
 
Een groepsverzekering als tweede pijler kan dienen om een [[Pensioenfonds|aanvullend pensioen]] (bedrijfspensioenplan) op te bouwen bovenop het [[Wettelijk pensioen (België)|wettelijk pensioen]]. Het is voor het geheel van bedrijf en personeel fiscaal voordeliger een groepsverzekering af te sluiten dan extra loon uit te keren waarmee het personeelslid zelf eventueel aan pensioenopbouw zou kunnen doen. Zo is volgens de Belgische wetgeving een groepsverzekering voor het bedrijf volledig aftrekbaar als beroepskost, zodat de betaalde premies van de brutowinst van het bedrijf afgetrokken kunnen worden en dus minder belastingen moeten worden betaald. Een groepsverzekering is fiscaal aftrekbaar in die mate dat ze de 80%-regel (''circulaire Massard'') niet overschrijdt.<ref>{{Citeer web|url=http://www.fsma.be/~/media/Files/fsmafiles/advorg/advorgcapwn/nl/appendix_advice5.pdf|titel=80 %-regel|bezochtdatum=13 maart 2019|auteur=Commissie pensioenen|achternaam=|voornaam=|datum=22 juni 2004|uitgever=|taal=|citaat=Advies de dato 22 juni 2004 van de werkgroep 80 %-regel, samengesteld uit leden van de Commissie en de Raad voor aanvullende pensioenen.}}</ref>
 
Naast pensioenopbouw kunnen ook andere dekkingen opgenomen zijn in een groepsverzekering:
* [[Arbeidsongeschiktheid]]
* [[Ziekenhuis|Hospitalisatieverzekering]]
* [[Reisverzekering|Reisbijstand]]
* [[Ziekenhuis|Hospitalisatieverzekering]]
* [[Overlijden]]
* [[Arbeidsongeschiktheid]]
* [[Overlijdensverzekering]]
 
== Bedrijfspensioenplan ==
Voor het personeelslid is hetdit regime gunstiger dan eende uitkering van extra loon, waarvoor [[Sociale zekerheid (België)|sociale bijdragen]] moeten worden betaald en vaak in de hoogste belastingschijf van 50% wordt belast. Naast de groepsverzekering kan iedere belastingplichtige, afhankelijk van het [[belastbaar inkomen]] en de eigen financiële situatie, individueel intekenen voor een [[vrij aanvullend pensioen voor werknemers]] (tweede pijler sinds 2019) en [[pensioensparen]] of [[Langetermijnsparen (België)|langetermijnsparen]] (derde pijler). Al deze persoonlijke vormen van sparen voor een bijkomend pensioen kunnen onder bepaalde voorwaarden een persoonlijk fiscaal voordeel van 25 of 30% opleveren, te verrekenen met de [[personenbelasting]].
 
Bij een analyse in 2020 is gebleken dat vooral hogere inkomens en mannen profiteren van het aanvullend pensioen in de tweede pijler. MeerHoger gekwalificeerde werknemers hebben meer toegang tot een bedrijfspensioenplan, terwijl laagverdieners geen reserve hebben om zelfstandig in te stappen in een [[Vrij aanvullend pensioen voor werknemers|VAPW-regeling]]. Vrouwen werken dikwijls in sectoren waar de werkgever geen plan voorziet.<ref>{{Citeer web|url=https://www.standaard.be/cnt/dmf20201211_98087313|titel=Aanvullend pensioen bron van ongelijkheid|bezochtdatum=2020-12-12|auteur=Christof Vanschoubroek|achternaam=|voornaam=|datum=|werk=De Standaard|uitgever=}}</ref> Een percent van de werknemers met een bedrijfspensioenplan hebben recht op 20% van de kapitalen. De regering wil in september 2021 een regeling uitwerken om dit onevenwicht te verminderen.<ref>{{Citeer web|url=https://www.standaard.be/cnt/dmf20210727_97325175|titel=Goed aanvullend pensioen nog te veel voor happy few|bezochtdatum=2021-07-28|auteur=Christof Vanschoubroek|werk=De Standaard}}</ref>
 
De premies voor het pensioengedeelte worden gekapitaliseerd tegen een vooraf bepaalde rente en mogelijks aangevuld met een jaarlijkse winstdeelname. Door de [[financiële crisis]] en de [[Coronapandemie|corona-crisis]] hebben pensioenfondsen het moeilijk om aan deze wettelijke norm te blijven voldoen.
 
== Zie ook ==