Capitulatie (handelsverdrag): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 39:
[[Bestand:Francois I Suleiman.jpg|thumb|Frans I en Süleyman I begonnen de Frans-Ottomaanse alliantie en sloten in 1536 een capitulatie. Ze hebben elkaar nooit persoonlijk ontmoet; dit is een compositie van twee afzonderlijke schilderijen van [[Titiaan]], circa 1530]]
[[Bestand:Draft of the 1536 Treaty negotiated between Jean de La Forest and Ibrahim Pacha expanding to the whole Ottoman Empire the privileges received in Egypt from the Mamluks before 1518.jpg|thumb|Concept voor de capitulatie van 1536 tussen het [[Ottomaanse Rijk]] en [[Frankrijk]] waarin [[Sultan (rang)|sultan]] [[Suleyman]] afstand deed van [[jurisdictie]] over Franse onderdanen.]]
Toen de [[Turken#De Ottomaanse episode|Turken]] in mei 1453 de stad [[Beleg en val van Constantinopel (1453)|Constantinopel]] belegerden, beloofden de Genuese inwoners van [[Galata]] aan de Turken om neutraal te blijven op voorwaarde dat hun onafhankelijke rechten gewaarborgd zouden blijven. Sultan [[Mehmet II]] van het [[Ottomaanse Rijk]] accepteerde dat en bevestigde na zijn overwinning de oude capitulatie uit 1261. Een klein jaar later, op 15 april 1454, sloot Mehmet II te [[Adrianopel]] een capitulatie met Venetië. Het was een formele internationale overeenkomst met een wederkerig karakter tussen twee staten. In 1528, toen de Turken Egypte hadden veroverd, bevestigde sultan [[Ottomaanse Rijk#Het Ottomaanse Rijk als wereldmacht, 1453–1683|Süleyman I]] formeel de capitulatiecapitulaties die tot dan toe gegolden hadhadden voor de Franse en [[Catalonië|Catalaanse]] kooplieden in Alexandrië.<ref>Brown, p. 27, 28, 32</ref>
 
Enkele uitzonderingen daargelaten hadden alle capitulaties uit voorgaande eeuwen de vorm van een eenzijdig contract van een land betreffende de onderdanen van een ander land. Na 1528 sloot het Ottomaanse Rijk uitsluitend nog wederzijdse overeenkomsten tussen landen af.
==== Frankrijk ====
VrijwelDe alleeerste capitulatieswederzijdse uitcapitulatie voorgaande eeuwen haddensloten de vorm van een eenzijdig contract van een land met onderdanen van een ander land. Een van de uitzonderingen was het tweezijdig contract dat Mehmet IIOttomanen in 1454 had gesloten met Venetië. Na 1528 sloot het Ottomaanse Rijk uitsluitend nog wederzijdse overeenkomsten tussen landen1536 af, het eerste in 1536 met [[Frankrijk]]. Koning [[Frans I van Frankrijk]] zocht hulp in zijn machtsstrijd tegen [[keizer Karel V]] van het [[Heilige Roomse Rijk]]. Hij vond een bondgenoot in Süleyman, die in Europa oorlogen tegen Karel V voerde. Het verdrag werd voorbereid door de eerste Franse ambassadeur in Turkije, [[Jean de La Forêt]], en [[grootvizier]] [[Pargah Ibrahim Pasja]]. Zij gebruikten de Egyptische capitulatie met Frankrijk en Catalonië die in 1528 door Süleyman bevestigd was, als basis voor hun concept.<ref>Brown, p. 33</ref>
 
Vanwege de Turkse opvatting dat een verdrag alleen kracht kon hebben tijdens het leven van de sultan die het ondertekende – een soort tijdelijke wapenstilstand met 'ongelovigen' – was de capitulatie onderwerp van nieuwe onderhandelingen telkens als een nieuwe sultan aantrad. De eerste heronderhandelde capitulatie dateert van 1569, drie jaar na het overlijden van Süleyman, gevolgd door hernieuwingen in 1581, 1597, 1614, 1673 en 1740. In de loop van de opeenvolgende heronderhandelingen is de capitulatie van 1536 geëvolueerd van een louter commerciële overeenkomst met bijbehorende waarborgen voor de vrijheid van handel, naar een verdrag in 1740 dat aan Frankrijk en zijn onderdanen uitzonderlijke voorrechten toekende die niet strikt noodzakelijk waren voor de vrijheid van handel. Vanaf 1740 kregen de capitulatierechten eeuwigdurende geldigheid.<ref>Brown, p. 37</ref><ref>{{Citeer web|url=http://www.osmanli700.gen.tr/english/affairs/olayc5.html|titel=The Capitulations|uitgever=FORSNeT|datum=1999|taal=en|bezochtdatum=7 januari 2021}}</ref>