Intendance du Hainaut: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 4:
De noordelijke expansieoorlogen van de [[Zonnekoning]] leidden in 1659 tot nieuwe veroveringen, die nog hetzelfde jaar in het [[Verdrag van de Pyreneeën]] werden erkend: naast kleine stukjes Henegouwen (de steden [[Le Quesnoy]], [[Avesnes-sur-Helpe]] en [[Landrecies]]) en versterkte enclaves verderop ([[Philippeville]], [[Mariembourg]], [[Charlemont]]) was vooral [[Graafschap Artesië|Artois]] buitgemaakt. Uit dit heterocliete geheel werd de kleinste intendance van het land gevormd, met [[Jean Talon]] als eerste ''intendant du Quesnoy et de l'Artois''. Artois werd al snel naar de généralité van Amiens overgeheveld, waarna de naam Hainaut in zwang kwam voor het resterende geheel.
 
In 1668 werden het vers bezette [[Aat]], [[Binche]] en [[Charleroi]] toegevoegd, maar die gingen na tien jaar weer verloren, waar tegenover stond dat Maubeuge en [[Bavay]] erbij kwamen. Maubeuge werd onmiddellijk de nieuwe hoofdplaats en zou dat blijven tot 1720. Aan de vooravond van de [[Vrede van Rijswijk]] (1698) reikte Hainaut tot [[Bergen (België)|Bergen]], [[Dinant]] en opnieuw Charleroi, zij het niet voor lang.
 
In een volgend stadium kreeg Frans Henegouwen gebied toegewezen ten koste van de [[Intendance de Flandre]]: in 1715 kwam [[Valenciennes]] erbij (hoofdplaats vanaf 1720), in 1730 [[Condé-sur-l'Escaut]] en [[Bouchain]], in 1754 de [[Cambrésis]], [[Saint-Amand-les-Eaux]] en [[Mortagne-du-Nord|Mortagne]]. Dan volgde een periode van stabiliteit tot de afschaffing van de [[Provincies van Frankrijk|provincies]] en de herteking van de administratieve kaart tijdens de [[Franse Revolutie]].