Het verboden rijk: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Spookje331 (overleg | bijdragen)
Regel 102:
Het schip van de marconist wordt voor de Chinese kust door [[kaper (kapitein)|kaper]]s overmeesterd, de bemanning wordt geblinddoekt en geboeid in het binnenland achtergelaten. De marconist weet zich te bevrijden van boeien en blinddoek en dwaalt alleen door de woestenij, volgt mijlpalen die in een vreemde taal zijn gesteld, maar herkenbaar lijken. Als hij, uitgeput, een Chinees [[graf]] langs de [[weg]] ziet, denkt hij een plek te hebben gevonden om rustig dit [[leven]] te verlaten, en legt zich erin neer. Uiteindelijk wordt hij echter weer wakker, ziet een van de mijlpalen en gaat weer lopen. ''"Ik deed vastberaden eenige stappen, maar de woestijn deinde als een oceaan, ik meende een stuk wrakhout te zien drijven, of was het een [[schipbreuk]]eling, of was ik het zelf; neen, hier stond ik, maar ik zag mijzelf in de verte loopen, op mij toekomen, ik wilde voor mijzelf vluchten, het ging niet: de twee waarvan ik niet meer wist wie ikzelf was, zouden samenvallen. Toen begon de [[wind (meteorologie)|wind]] aanzwellend te ruischen, de lucht slaakte een langen kreet van alle kanten, ik viel en vlak bij viel ook het [[spook]]".''
 
We laten de ik-persoon in opperste [[Verwardheid|verwarring]] achter ([[licht]], [[lucht]], [[landschap]], alles blijkt anders) en schakelen over naar een commentator die opnieuw een semi-objectief stukje geschiedschrijving van Macau geeft, nu vanaf de zestiende eeuw tot aan de huidige tijd. De Portugese stad blijkt in alles voorbijgestreefd te zijn door nieuwkomer [[Hongkong]]; alleen de [[casino (gokken)|casino]]'s blijven als bron van inkomsten over.
 
Na dit geschiedkundig intermezzo vinden we (in de huidige tijd) op de kade van Hongkong een personage dat probeert mee te komen op een veerboot naar Macau. De havenmeester vindt hem maar vreemd, zeker als blijkt dat hij alleen Portugees verstaat en alleen Engels spreekt. De man tovert een paar vreemde, oude [[munt (betaalmiddel)|munten]] tevoorschijn die allang niet meer courant zijn, maar wel van [[goud]] blijken. De havenmeester laat hem meevaren. Eenmaal in Macau aangekomen, dwaalt de man (in wie wij de samensmelting van de marconist en Camoës herkennen) doelloos door de stad totdat hij stuit op de ruïneuze façade van de [[kathedraal]]. Overdonderd door de aanblik begint hem alles te tollen en staat hij ineens midden in het beleg van Macau door de Chinezen, waarbij de kerk in puin wordt geschoten en de [[militairen]] tot hun stomme verbazing de dood gewaande Camoës op de [[versperring|barricades]] zien. Hij wordt geraakt aan het hoofd, verliest het [[bewustzijn]] — en de twee [[personage]]s zijn weer gescheiden.