Glasvezel: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
StrepuBot (overleg | bijdragen)
k Commonscat linkfix
Regel 1:
[[Bestand:Fibreoptic.jpg|thumb|right|Glasvezels.]]
[[Bestand:Glasfaser.svg|thumb|Lichtstraal in een glasvezel.]]
'''Glasvezel''', ook ''fibre'' (Brits-Engels) of ''fiber'' (Amerikaans-Engels) genoemd, is een haarfijne vezel van [[glas]].
Regel 5:
Glasvezel wordt onder meer toegepast als [[optische vezel]] in [[telecommunicatie]], waarbij [[licht]] wordt gestuurd door lange vezels van optisch zeer helder glas om signalen betrouwbaar over grote afstanden te vervoeren. Doordat het licht in de glasvezel een bijzonder kleine hoek met de buitenkant van de vezel maakt, is de absorptie zeer gering en blijft het licht in de vezel door [[interne reflectie]]. Voor deze toepassing moet de vezel aan zeer specifieke eisen voldoen.
 
Een andere toepassing van glasvezel is het verstevigen van allerlei [[Kunststof (materiaal)|kunststofkunststoffen]]fen. Zo wordt glasvezel onder meer toegepast in [[Hengel (vistuig)|hengelhengels]]s, remblokken en [[ski (voortbeweging)|ski's]]. Het materiaal dat zo ontstaat, wordt een [[composiet (materiaal)|composiet]] genoemd. Glasvezel in de vorm van [[glaswol]] wordt gebruikt als isolatiemateriaal. Ook is er [[glasvezelbehang]]. Voor deze toepassing zijn andere soorten glasvezel in gebruik dan voor datacommunicatie.
 
== Productieproces ==
Regel 23:
 
== Chemische structuur en eigenschappen ==
De basis van de glasvezels is [[kwarts]] (SiO<sub>2</sub>). In zijn zuivere vorm bestaat het als polymeer (SiO<sub>2</sub>)<sub>''n''</sub>. Het heeft geen exact te bepalen [[smeltpunt]] maar wordt bij verhitting steeds zachter, tot het op 2000 &nbsp;°C begint te degraderen. Bij 1713 &nbsp;°C kunnen de meeste moleculen zich vrij bewegen. Als het glas daarna snel wordt afgekoeld, heeft het glas niet genoeg tijd om een geordende structuur te vormen. De atomen vormen dan een rooster met gedeelde [[Zuurstof (element)|zuurstofzuurstofatomen]]atomen tussen de siliciumatomen. De glas- en [[kristallijn]]e toestanden van [[siliciumdioxide|silica]] hebben vergelijkbare energieniveaus op een moleculaire basis, waardoor het glas min of meer stabiel is. Om verdere kristallisatie te bevorderen moet het voor langere tijd blootgesteld worden aan temperaturen boven 1200 &nbsp;°C, maar een kristallijne vorm is meestal niet wenselijk (dan wordt het materiaal te broos).
 
Hoewel zuivere silica bruikbaar zijn, moet er bij zeer hoge temperaturen gewerkt worden. Daarom wordt doorgaans de benodigde temperatuur verlaagd door onzuiverheden (in de vorm van andere materialen) in het glas te introduceren. Deze materialen kunnen dan ook verscheidene andere eigenschappen aan het glas geven die in verschillende toepassingen nuttig kunnen blijken. Zuivere silica worden alleen gebruikt als de specifieke eigenschappen hiervan nodig zijn.
Regel 33:
 
''Voordelen:''
* Glasvezels zijn onbrandbaar en de treksterkte blijft behouden tot ruim 300 &nbsp;°C, hoe hoger de temperatuur, hoe geringer de sterkte.
* De treksterktes zijn zeer hoog, zelfs hoger dan van de kunststofvezels zoals [[nylon]]- en [[polypropeen]].
* Niet af te luisteren met elektromagnetische middelen.
Regel 50:
 
====Modedispersie====
Meerdere lichtstralen worden onder verschillende hoeken een glasvezel ingestuurd. Hierdoor legt één lichtstraal een verschillende weg af ten opzichte van een lichtstraal die onder een andere hoek de vezel is binnengetreden. Deze meerdere wegen die worden afgelegd worden modes genoemd. Als de kern van de vezel een grote diameter heeft gaan de lichtstralen slingerend door de kern. Doordat deze wegen en daarmee de aflegde afstand tussen de modes ongelijk zijn, komen de lichtstralen niet gelijktijdig aan. Ook hierdoor ontstaat dispersie. Dit wordt mode-dispersie genoemd en die treedt het sterkst op in multimode glasvezel.
Dit effect is te verminderen door een vezel te gebruiken met een kern die zo dun is dat een lichtstraal slechts onder een heel kleine hoek de glasvezel binnen kan treden. Hierdoor wordt het slingeren in de vezel sterk tegen gegaan en is er dus maar één mode. Om deze reden wordt dit type 'Single mode' glasvezel genoemd.
 
Regel 57:
=== Soorten ===
[[Bestand:Multimode vs Single Mode Fiber.png|thumb|600px|Vergelijking tussen multimode en single mode glasvezelkabel]]
Glasvezels voor datacommunicatie kunnen worden onderverdeeld in twee groepen: Multimode- (meergolvige) lichtgeleiders en singlemode- (enkelgolvige) lichtgeleiders. Deze onderverdeling wordt niet gemaakt op grond van de eigenschappen van de vezel zelf maar vanwege verschillen in de golflengte. Wanneer een golflengte klein genoeg wordt gekozen, zal de singlemodevezel over gaan naar een meergolvig gedrag.
 
==== Multimodeglasvezel ====
Regel 70:
 
===Lassen===
Het [[fusielassen]] van glasvezel gebeurt veelal in het verbinden van bestaande en nieuwe netwerken. De glasvezeluiteinden worden verhit met een vlamboog, totdat zij aan elkaar vastsmelten en er aldus een correcte glasvezelverbinding ontstaat.
Ook kan een OTDR, een [[optical time-domain reflectometer]] worden gebruikt om de glasvezel door te meten.
 
Regel 83:
* [[Optical time-domain reflectometer]]
 
{{Commonscat|Optical fibers}}
 
[[Categorie:IEEE-standaard]]