Gebruiker:TheBartgry/Kladblok: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 3:
De '''oxidatieve fosforylering''', ook wel '''ademhalingsketen''' genoemd, is een centraal onderdeel van de [[stofwisseling]] waarin energie uit [[voedingsstof]]fen via een reeks [[redoxreactie]]s, en met gebruikmaking van [[dizuurstof|zuurstof]], wordt omgezet en opgeslagen in [[adenosinetrifosfaat]] (ATP). In [[eukaryoten]], zoals planten en dieren, vindt de oxidatieve fosforylering plaats binnen [[mitochondriën]]. Het proces is uiterst efficiënt: in het menselijk lichaam produceert het ongeveer 90% van alle ATP.
 
[[Glucose]]Voedingsstoffen wordtworden in cellen afgebroken (verbrand) in de [[citroenzuurcyclus]]. Hierbij ontstaan de energierijke elektronendragers [[Nicotinamide-adenine-dinucleotide|NADH]] en [[Flavine-adenine-dinucleotide|FADH]]. Tijdens de oxidatieve fosforylering worden deze moleculen gebruikt om ATP te produceren. ATP is een zeer energierijk molecuul die cellen nodig hebben voor vrijwel al hun levensprocessen. De oxidatieve fosforylering eindigt met een stap waarin [[dizuurstof|zuurstof]] optreedt als [[oxidator|elektronenacceptor]]. Dit feit verklaart waarom de meeste cellen zuurstof nodig hebben om te kunnen leven.
 
Bij [[eukaryoten]] wordt de oxidatieve fosforylering gekatalyseerd door vijf eiwitcomplexen in het binnenmembraan van de mitochondriën. Bij prokaryoten bevinden deze eiwitten zich in het [[plasmamembraan]]. Samen vormen de eiwitcomplexen een zogenaamde [[elektronentransportketen]]. Tijdens het doorgeven van elektronen door deze keten worden [[waterstofion|protonen]] (H<sup>+</sup>-ionen) over het membraan getransporteerd. Met behulp van het hierdoor aangelegde [[protonengradiënt]] kan ATP kan worden gevormd door de koppeling van [[fosfaat]] aan ADP (een [[fosforylering]]).
Regel 13:
In levende cellen worden grote organische verbindingen uit voedsel, zoals [[koolhydraten]] en [[vetten]], door middel van gespecialiseerde stofwisselingsroutes afgebroken ([[celademhaling|verbrand]]). Tijdens deze verbrandingsprocessen, waarvan de [[citroenzuurcyclus]] veruit het hoogste rendement heeft, worden de energierijke elektronendragers [[Nicotinamide-adenine-dinucleotide|NADH]] en [[Flavine-adenine-dinucleotide|FADH]] gevormd. Dit zijn zeer sterke reductoren die hun elektronen zullen afstaan aan de mitochondriale elektronentransportketen. Als dat gebeurt, zullen de elektronen van eiwitcomplex naar eiwitcomplex worden doorgeven. Bij iedere doorgeefstap komt een beetje energie vrij ([[exergone reactie|exergoon proces]]). Deze energie wordt gebruikt om protonen (H<sup>+</sup>-ionen) over het membraan te transporteren. Hierdoor is de intermembraanruimte zuurder dan de mitochondriale matrix (Δ[[pH]]).
 
De elektronentransportketen zorgt voor een [[elektrochemische gradiënt]] van protonen over het membraan. Deze gradiënt wordt ook wel een ''proton-motive-force'' genoemd. De protonen hebben de 'neiging' terug te diffunderen naar de matrix; terug naar een evenwichtige situatie. Dit is de essentie van ''[[chemiosmose]]'', voorgesteld door Mitchell in 1961.<ref>{{citeer journal | auteur = Mitchell P, Moyle J | title = Chemiosmotic hypothesis of oxidative phosphorylation | journal = Nature | volume = 213 | issue = 5072 | pages = 137–9 | year = 1967 | pmid = 4291593 | doi = 10.1038/213137a0 | taal = en }}</ref> Alleen via [[ATP-synthase]] kan die terugstroom plaatsvinden. Wanneer drie protonen het ATP-synthase passeren, zal dit eiwitcomplex een fosfaatgroep koppelen aan ADP, zodat ATP wordt gevormd. Het gehele proces – de elektronenoverdracht en chemiosmose – noemt men ''oxidatieve fosforylering''. Meer dan 90% van alle ATP in het menselijk lichaam wordt via dit ingenieuze mechanisme geproduceerd.
 
=== Elektronenoverdracht ===